Krapte op arbeidsmarkt drijfveer om ouderen aan te nemen
De huidige krapte op de arbeidsmarkt is voor werkgevers een belangrijke drijfveer om ouderen in dienst te nemen en te houden. Werknemers houden er steeds meer rekening mee dat zij langer zullen doorwerken. Ook de toenemende aandacht in de media voor het onderwerp ‘ouderen en werk’ en het kabinetsbeleid om langer doorwerken te stimuleren, spelen hierbij een rol. Dat is goed nieuws voor het betaalbaar houden van de verzorgingsstaat. Voor het wegwerken van de krapte op de arbeidsmarkt zijn ook de ouderen hard nodig.
Dit blijkt uit het rapport ‘Werkt grijs door?’ dat minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van SZW uitgevoerd door onderzoeksbureau Ecorys.
Werkgevers hechten een bovengemiddeld belang aan de volgende factoren, bij hun beslissing om ouderen in dienst te nemen en te houden;
- krapte op de arbeidsmarkt
- publicitaire aandacht voor oudere werknemers
- het kabinetsbeleid om mensen te stimuleren langer door te werken (zoals het afschaffen van mogelijkheden tot vervroegd pensioen)
- het teruglopende aantal jongeren op de arbeidsmarkt
Op een schaal van 1 tot 5 waarderen zij deze factoren gemiddeld met ongeveer 3,5.
In de loop van 2005 naar 2007 heeft de krapte op de arbeidsmarkt en het teruglopend aantal jongeren op de arbeidsmarkt veel invloed gehad. Er zijn echter wel verschillen. Zo zien vooral grote bedrijven de krapte als een stimulans om beleid te voeren dat is gericht op oudere werknemers. Kleine bedrijven laten zich hierdoor minder leiden.
Uit het onderzoek blijkt ook dat werknemers van 45 jaar en ouder net zo tevreden zijn over hun werk als jongeren. De tevredenheid is bij ouderen zelfs groter als het gaat om zaken als zelfstandigheid, afwisseling en uitdaging in het werk. Verder vinden werknemers het niet meer zo voor de hand liggend dat zij vervroegd met pensioen gaan als enkele jaren geleden.
De leeftijd waarop men nu verwacht met pensioen te gaan is vergeleken met 2006 met bijna vijf maanden gestegen. Vorig jaar oriënteerde 29 procent van de 45-plussers zich op vervroegd stoppen. In 2005 was dat nog 45 procent.
Er is sprake van een positieve ontwikkeling in de manier waarop werkgevers en werknemers aankijken tegen langer doorwerken. Maar er is nog wel een verdere cultuuromslag nodig. Het beeld dat werkgevers van ouderen hebben is nog altijd een belemmering om hen aan te nemen, aldus de minister.
De afgelopen drie jaar heeft de ‘Regiegroep GrijsWerkt’ werkgevers en werknemers gewezen op de noodzaak langer doorwerken te bevorderen. Op 6 februari 2008 beëindigt de regiegroep de werkzaamheden. Als vervolg hierop neemt het Actieteam Talent 45+ het stokje over.
Staatssecretaris Aboutaleb heeft dit actieteam in het leven geroepen om werkgevers en gemeenten te helpen bij het bemiddelen van 45-plussers naar werk. De krapte op de arbeidsmarkt biedt ook mogelijkheden voor werkloze ouderen om weer aan de slag te komen. Daar moeten we alles voor uit de kast halen. Het Actieteam Talent 45+ gaat onder meer goede voorbeelden opsporen van het aan de slag helpen en houden van ouderen. Deze voorbeelden worden breed verspreid zodat iedereen zijn voordeel ermee kan doen.