Nadere afspraken Rijk en stadsregio’s over inbesteding OV
Staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat en de portefeuillehouders Verkeer en Vervoer van de stadsregio’s Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden hebben vandaag gesproken over de afbakening van het gebied waarbinnen het openbaar vervoer in deze stadsregio’s onderhands gegund kan worden aan het gemeentelijk vervoersbedrijf (GVB).
Het gebied waarbinnen deze zogenoemde inbesteding mag plaatsvinden moet worden vastgesteld en afgebakend ten opzichte van omliggende gebieden en OV-concessies. Met een OV-concessie geeft een decentrale OV-autoriteit een vervoerder het exclusieve recht om het regionaal openbaar vervoer voor een bepaalde periode in een bepaald gebied uit te voeren.
De ministerraad heeft in september 2007 besloten de wet Personenvervoer 2000 te wijzigen waardoor de stadsregio’s Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden de keuzevrijheid krijgen om het openbaar vervoer in te besteden (onderhands gunnen aan een interne exploitant) en te beslissen om al dan niet openbaar aan te besteden. Op deze manier geeft het kabinet uitvoering aan de door de Tweede Kamer aangenomen motie Roefs c.s..
De marktpositie van niet-GVB vervoerders die nu het streekvervoer voor hun rekening nemen mag hierdoor niet verslechteren. De komende maanden worden de criteria daarvoor uitgewerkt. Ook wordt nader bepaald hoe moet worden omgegaan met wijzigingen en uitbreidingen in het lijnennet, met name om de positie van reizigers te versterken. Overigens mogen de stadsregio’s bepalen wat een optimale indeling van OV-concessies is.
Dit is een gezamelijk persbericht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, stadsregio Amsterdam, stadsregio Rotterdam en stadsregio Den Haag.