Kabinet stuurt CPT-rapport naar de Kamer
Het Europees Comité inzake de voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (CPT) heeft in Nederland geen aanwijzingen gevonden voor een slechte behandeling van mensen aan wie de vrijheid is ontnomen.
Het Comité doet wel verschillende aanbevelingen ter verbetering van de detentieomstandigheden en de behandeling bij vrijheidsbeneming. Dit staat in het CPT-rapport dat minister Hirsch Ballin (Justitie) mede namens de meest betrokken bewindspersonen aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
CPT
Het CPT is een onafhankelijk comité van de Raad van Europa dat bevoegd is plaatsen te bezoeken waar de overheid mensen hun vrijheid ontneemt, zoals politiebureaus of detentie-instellingen. Het CPT kan (onbegeleid) met alle betrokkenen spreken en aan de nationale autoriteiten aanvullende informatie vragen.
In juni 2007 heeft een delegatie van het CPT een bezoek gebracht aan Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba. De bevindingen van het Comité zijn neergelegd in drie afzonderlijke rapporten. Het CPT heeft de Nederlandse regering verzocht om binnen zes maanden na de publicatie van het rapport te reageren op de aanbevelingen en verzoeken. In de aanbiedingsbrief bij het rapport geven de betrokken bewindspersonen de eerste reactie van de zijde van de regering.
Nederland
De CPT-delegatie die Nederland aandeed heeft een bezoek gebracht aan enkele politiecellen in Den Haag en Rotterdam, de afdelingen voor gedetineerden met een terroristische achtergrond in Vught en Rotterdam, de detentieboten Stockholm en Kalmar in Rotterdam en Dordrecht, het uitzetcentrum op Rotterdam Airport en jeugdinrichting De Hartelborgt in Spijkenisse.
De aanbevelingen van het CPT die betrekking hebben op Nederland gaan onder meer over veiligheidsmaatregelen, materiële omstandigheden en medische voorzieningen. Een van de specifieke aanbevelingen betreft een periodieke toetsing van de plaatsing op de afdeling voor gedetineerden met een terroristisch achtergrond. Het kabinet benadrukt dat plaatsing op deze afdeling van belang is voor de openbare orde en veiligheid, als ook de orde en veiligheid in de inrichtingen. Dit geldt in het bijzonder voor gedetineerden die worden verdacht van of zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Daarom acht het kabinet een periodieke toetsing voor deze groep niet nodig. Voor gedetineerden die worden geplaatst vanwege de verspreiding van een radicaliserende boodschap voorziet de regeling wel in een periodieke toetsing. Daarnaast kan elke gedetineerde op grond van de Penitentiaire Beginselenwet halfjaarlijks een verzoek tot overplaatsing indienen. Tegen een beslissing op een verzoek tot overplaatsing staat beroep open bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
Ook beveelt het Comité aan om het gebruik van de detentieboten in Rotterdam en Dordrecht zo snel mogelijk af te bouwen. In de begeleidende brief stelt het kabinet dat het gebruik van de detentieboot Stockholm uiterlijk medio 2009 wordt beëindigd. Op dit moment vinden nog verkenningen plaats voor overdracht van de boot aan het Verenigd Koninkrijk. Ten aanzien van de Kalmar in Dordrecht bestaan geen concrete plannen voor buitengebruikstelling voor het einde van de vergunningsperiode. De Kalmar is pas in 2007 in gebruik genomen en voldoet aan de gestelde eisen.
Nederlandse Antillen en Aruba
Op de Nederlandse Antillen en Aruba heeft de CPT-delegatie een bezoek gebracht aan verschillende politiebureau’s, penitentiaire inrichtingen en voorzieningen voor vreemdelingenbewaring. Op grond van hun bevindingen heeft het comité de (tijdelijke) buitengebruikstelling van een aantal voorzieningen gelast, totdat een aantal noodzakelijke voorzieningen zijn gerealiseerd. Op Aruba zullen binnenkort met Nederlands geld de politiecellen worden gerenoveerd. In de afzonderlijke rapportages voor de Antillen en Aruba doet de CPT verschillende algemene en specifieke aanbevelingen om de voorzieningen op de eilanden te verbeteren.
In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer stelt het kabinet zich ernstig zorgen te maken over de voorzieningen op Aruba en de Nederlandse Antillen. Op grond van het Statuut van het Koninkrijk zijn de regeringen van Aruba en de Antillen primair verantwoordelijk voor de rechtshandhaving en rechtspleging en dus ook voor het eigen gevangeniswezen. Staatssecretaris Bijleveld (Koninkrijksrelaties) heeft de eilandregeringen om een reactie gevraagd op het CPT-rapport en ook aangedrongen op maatregelen, die er voor moeten zorgen dat de voorzieningen op korte termijn weer voldoen aan de normen die het CPT stelt. De staatssecretaris heeft 9,5 miljoen euro gereserveerd voor dergelijke maatregelen.