Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over declaratieproblemen bij ziekenhuizen en huisartsen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
30 januari 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over declaratieproblemen bij ziekenhuizen en huisartsen (2070807820).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat CZ declaraties van ziekenhuizen uit 2005 niet vergoedt? 1)
Antwoord 1
Tussen verzekeraar en ziekenhuis wordt over het algemeen contractueel vastgelegd welke indieningstermijn geldt voor declaraties. Voor zowel de zorgverzekeraar (in verband met de premie-calculatie), als de patiënt (in verband met de afrekening van no-claim en eigen risico), is het van belang dat er snel wordt gedeclareerd. Navraag bij CZ heeft geleerd dat CZ met ziekenhuizen de afspraak heeft gemaakt dat de indieningstermijn van declaraties tot één jaar na afsluiten van de behandeling doorloopt. Hier wordt overigens door CZ coulant mee omgegaan.
Voor het jaar 2005 en 2006 geldt bovendien nog de bijzondere situatie van de afrekening van opbrengstverschillen ontstaan door de overdekking van de ziekenhuisbudgetten in die jaren (zie hiervoor kamerstuk 29 248, nr 38 van 27-06-2007). In verband met de afrekening van deze opbrengstverschillen is afgesproken geen declaraties door het ziekenhuis en financiële correcties door de verzekeraar over het jaar 2005 meer te laten plaatsvinden. De reden hiervoor is dat met de vaststelling van de opbrengsten 2005, het jaar 2005 volledig is afgewikkeld. Bovenstaande geldt ook voor het jaar 2006 vanaf het moment dat de opbrengsten 2006 definitief zijn vastgesteld. Ziekenhuizen en verzekeraars zijn hier door de NZa op 18 juli 2007 over geïnformeerd.
Het is, gezien bovenstaande, dus correct dat CZ de facturen over 2005 niet meer vergoedt.
Vraag 2
Deelt u de mening dat, gezien het feit dat rekeningen pas na vijf jaar verjaren, zorgverzekeraars binnen deze periode de rekeningen moeten vergoeden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
Als er geen afspraken gemaakt zijn tussen een verzekeraar en een ziekenhuis geldt in beginsel de wettelijke verjaringstermijn van 5 jaar. Zoals hierboven aangegeven zijn er in het geval van CZ specifieke afspraken gemaakt over de indieningstermijn die in dit geval leidend zijn.
Daarnaast geldt voor 2005 en 2006 de bijzondere situatie van de de afrekening van opbrengstverschillen ontstaan door de overdekking van de ziekenhuisbudgetten.
Vraag 3
Welke stappen zijn gezet of bent u van plan te gaan zetten om de manier van declareren te vergemakkelijken?
Antwoord 3
In mijn antwoord op vragen van u (ingezonden op 26 april 2007, kenmerk 2060713563) over hetzelfde onderwerp heb ik uiteengezet welke acties ik, tezamen met vertegenwoordigers van de LHV en ZN, gecoördineerd in een zogenoemde veegploeg, heb genomen. Later in 2007 is, mede op grond van een analyse van de veegploeg, gezamenlijk besloten dat de activiteiten van de veegploeg konden worden beëindigd.
Bij brief van 2 oktober 2007 (kenmerk TK 2007-2008, 29 247, nr. 52) heb ik laten weten dat partijen gezamenlijk de mogelijkheden voor substitutie van tweedelijnszorg naar de eerstelijn verder willen vormgeven en bovendien het declaratieverkeer verder willen optimaliseren en dat hiertoe de NZa zal worden verzocht om onderzoek te doen.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het bericht dat Agis declaraties van huisartsen uit 2006 niet meer wil vergoeden? 2)
Antwoord 4
In het artikel wordt opgemerkt dat alle verzekeraars de facturen betalen, maar dat Agis hierop een uitzondering vormt. Klaarblijkelijk verloopt het declaratie- en betaalproces in de meeste gevallen volgens beide partijen –huisartsen enerzijds, verzekeraars anderzijds- naar tevredenheid. Juist in deze situatie wil ik mij niet bemoeien met de gang van zaken rond deze casus. Partijen zullen naar mijn mening zelf initiatief moeten nemen om deze kwestie, in goed overleg, op te lossen.
Vraag 5
Hoe rijmt u dit met afspraken die zijn gemaakt tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? 3)
Antwoord 5
Ik vind de in het artikel beschreven situatie (i.c. dat er, als uitzondering, één verzekeraar is die klaarblijkelijk niet betaalt) niet strijdig met de afspraken die ik heb gemaakt.
Vraag 6
Bent u bereid Agis hierop aan te spreken?
Antwoord 6
Het lijkt mij juist als verzekeraars (vertegenwoordigd door Zorgverzekeraars Nederland) of de huisartsen, vertegenwoordigd door de Landelijke Huisartsenvereniging, deze kwestie nader analyseren en desgewenst betrokken verzekeraar aanspreken.
Vraag 7
In hoeverre zijn er nog steeds problemen met de database Veilige Communicatie in de Zorg (VECOZO)?
Antwoord 7
Waar het gaat om het declaratieproces in de zorg zijn de gebruikers van Vecozo tevreden, zo blijkt uit een recent gehouden gebruikerstevredenheidsonderzoek. In de operationele sfeer zijn er bij Vecozo geen problemen bekend met betrekking tot het declaratieproces.
Vraag 8
Wilt u deze vragen voor het Algemeen Overleg Eerstelijnszorg op 31 januari 2008 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
1) De Telegraaf, 6 januari 20082) Huisarts Vandaag, 24 december 2007
3) Kamerstuk 29 247, nr. 52