Rouvoet reageert op rapport Ombudsman zaak Kelly

De Nationale Ombudsman heeft een onderzoek verricht naar het functioneren van het betrokken bureau jeugdzorg, de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg rond de tragische dood van het 7-jarige meisje Kelly. De bevindingen zijn vandaag gepubliceerd.

Begin 2006 is het 7-jarige Brabantse meisje Kelly door haar moeder, die kampte met psychiatrische problemen, om het leven gebracht. Een schokkende gebeurtenis, die minister Rouvoet ten zeerste betreurt.

De Nationale Ombudsman constateert in zijn rapport dat zowel de klacht over de onderzochte gedragingen van de Inspectie Jeugdzorg als van de Inspectie voor de Gezondheidszorg gegrond zijn wegens strijd met het vereiste van rechtszekerheid. Hij is van oordeel dat vanwege de wettelijke taak van de inspecties en hun te beperkte taakopvatting, de ware toedracht niet is opgehelderd.

De minister deelt deze constatering niet en is van oordeel dat de betrokken inspecties wel een professioneel oordeel hebben geveld over deze trieste casus. Het valt buitengewoon moeilijk vast te stellen of als de instellingen alle informatie wel goed hadden uitgewisseld, BJZ het kind uit huis zou hebben geplaatst en daarmee het drama was voorkomen. Ook de Nationale Ombudsman heeft daarover niet met zekerheid uitspraken kunnen doen.

In dit verband is van betekenis dat in deze zaak een aantal beschermende factoren een rol speelde die volgens het betrokken bureau jeugdzorg en de Inspectie Jeugdzorg uithuisplaatsing minder noodzakelijk maakten. Van belang was de rol van de vader bij de opvoeding van het meisje. En de opvang van het meisje door haar grootmoeder. Daarbij speelde ook nog mee dat de GGZ signalen had afgegeven dat het beter ging met de moeder van het meisje.

Volgens minister Rouvoet hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg beide, op eigen initiatief, onderzoek gedaan naar deze gebeurtenis en de handelwijze van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. De uitkomsten van die onderzoeken en het voorliggende rapport van de Nationale Ombudsman zijn een aansporing voor de minister om met kracht een aantal speerpunten van het beleid voor Jeugd en Gezin voort te zetten.

Verbetering van de informatie-uitwisseling tussen partijen in de jeugdketen

”Het is absoluut cruciaal dat alle partners in de jeugdsector goed samenwerken. Hulpverleners en professionals kunnen zich nooit verschuilen achter hun beroepsgeheim waar het belang van het kind in geding is”, aldus Rouvoet. ”Ik wil dat alle mensen in de keten elkaar weten te bereiken en samen zorgen voor een goed ondersteuningsaanbod voor jongeren en ouders met opgroei- en opvoedvragen.”

Professionalisering

Van belang is dat de medewerkers van de Bureaus Jeugdzorg voldoende geëquipeerd zijn om hun belangrijke taak in de keten adequaat uit te voeren. Op 27 september is daarom het Actieplan Professionalisering aan de Tweede Kamer aangeboden.

Zorgcoördinatie

Om een kind of gezin met problemen goed te helpen is belangrijk dat een instantie en professional verantwoordelijkheid neemt en bijdraagt naar vermogen, dat professionals een kind/gezin nooit loslaten als niet iemand anders klaar staat om het op te vangen en dat instanties en professionals zijn te allen tijde bereid informatie met elkaar te delen. Met de uitwerking voor de Centra voor Jeugd en Gezin worden gemeenten verantwoordelijk voor sluitende samenwerkingsafspraken tussen de instanties.