Kabinet maakt afspraken over verbetering re-integratie
Het kabinet gaat afspraken maken met UWV en gemeenten om de ondersteuning om mensen aan de slag te helpen verder te verbeteren. De bewindslieden baseren zich op de uitkomsten van een beleidsdoorlichting die de re-integratie tot en met 2005 tegen het licht heeft gehouden. Minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de beleidsdoorlichting en bijbehorend kabinetsstandpunt naar de Tweede Kamer gestuurd.
De bewindslieden constateren dat de re-integratie de kinderschoenen is ontgroeid en dat gemeenten, UWV en CWI vooral de laatste jaren veel hebben verbeterd. Steeds meer mensen vinden via ondersteuning een baan of krijgen weer werk in het vizier. Toch zijn er nog steeds veel verbeteringen mogelijk en nodig. Zo moet de samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties en gemeenten beter en moeten re-integratiemiddelen selectiever en beter gebruikt worden.
Re-integratie richt zich op mensen in de bijstand of met een uitkering voor werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Volgens Donner en Aboutaleb is re-integratie een onmisbare schakel in de ambities van het kabinet om meer mensen aan het werk te helpen en meer sociale samenhang in de samenleving te brengen. Ondersteunen van mensen met een uitkering om aan de slag te gaan of maatschappelijk actief te worden, is zinvol en noodzakelijk, onder meer ook om de kosten van vergrijzing op te vangen en de sociale zekerheid betaalbaar te houden. Tegelijkertijd neemt het budget voor re-integratie af van 3 miljard euro in 2002 tot 1,7 miljard euro in 2011 (2007: 2 miljard euro). Dat dwingt om geld en instrumenten zo effectief mogelijk te gebruiken.
Belangrijkste resultaten beleidsdoorlichting
In de beleidsdoorlichting ‘Van uitkering naar werk: beleidsdoorlichting re-integratie’ – gebaseerd op gegevens tot en met 2005 – is gekeken naar die ondersteuning. De belangrijkste conclusies zijn:
- Steeds meer mensen vinden via ondersteuning werk; in 2002 werkte 26 procent van de mensen na twee jaar weer, in 2004 41 procent. Dat is een stijging van 50 procent.
- Het is lastig vast te stellen of het vinden van werk door die ondersteuning komt. De beleidsdoorlichting spreekt van een ‘klein positief effect’.
- Re-integratie heeft het meeste zin bij mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt; daarnaast varieert het effect van re-integratie sterk per doelgroep en instrument.
- Re-integratie brengt mensen die niet direct aan een baan komen, en waar niet wordt bespaard op een uitkering, wel dichter bij de arbeidsmarkt; 41 procent volgt na een traject van sociale activering een traject gericht op werk.
- Gemeenten besteden steeds minder van hun re-integratiegeld aan gesubsidieerde banen en steeds meer aan activiteiten om mensen gewoon aan de slag te helpen.
- Re-integratie bespaart weinig direct op uitkeringen: soms wegen besparingen op de uitkeringen op tegen de uitgaven op re-integratie, meestal niet. Hierbij tekenen Donner en Aboutaleb aan dat het bij re-integratie niet alleen gaat om het besparen van uitkeringen, maar ook om meer mensen aan de slag te krijgen (bijvoorbeeld mensen zonder uitkering die nu (deels) thuis zitten) en mensen dichter bij de arbeidsmarkt te krijgen. Ook reken je maatschappelijke opbrengsten zoals minder isolement, minder crimininaliteit hierbij niet mee.
Sinds 2005 veel verbeterd
De bewindslieden schrijven in hun brief dat er sinds 2005 op het gebied van re-integratie al veel is verbeterd. Zo heeft het kabinet onder meer de Wet werk en bijstand ingevoerd waarin het principe werk boven uitkering centraal staat. Gemeenten hebben met de Wet werk en bijstand meer mogelijkheden en financiële prikkels gekregen om mensen aan werk te helpen.
Ook de komst van re-integratiecoaches en meer maatwerk bij het UWV hebben gezorgd voor verbeteringen. UWV en gemeenten hebben geleerd een betere opdrachtgever te zijn. De vraag van werkgevers naar arbeid heeft bij gemeenten, UWV en CWI meer aandacht gekregen en uitkeringsgerechtigden worden sneller en efficiënter naar de arbeidsmarkt geleid. Ook wordt er meer en beter samengewerkt in de keten van werk en inkomen. De re-integratiemarkt functioneert steeds beter en de instroom in bijstands- en werkloosheidsuitkeringen is de afgelopen jaren behoorlijk gedaald.
Maatregelen en geld gerichter inzetten
Donner en Aboutaleb willen de re-integratie verder verbeteren door instrumenten gerichter in te zetten bij de juiste mensen en in de juiste situaties. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de inzet van re-integratiemiddelen voor scholing het meest effectief is in combinatie met werk. Over deze meer gerichte inzet gaan de bewindslieden de komende tijd afspraken maken met UWV en gemeenten stimuleren op deze lijn verder te gaan.
Verder gaan UWV, CWI en gemeenten meer en intensiever samenwerken in nieuwe locaties voor werk en inkomen (LWI) en moet de behoefte van werkgevers meer centraal komen te staan. Ook moeten de mogelijkheden van gemeenten en UWV voor re-integratie zoveel mogelijk gelijkgetrokken zodat het niet uitmaakt welke instantie iemand helpt. Loonkostensubsidies worden bijvoorbeeld ook mogelijk in de sociale zekerheid: nu kan dat alleen bij gemeenten.
De volledige tekst van de brief en de rapporten staan op de internetsite van het ministerie van SZW: www.szw.nl (klikken op 'Officiële publicaties').
Documenten
-
Aanbiedingsbrief van minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb bij kabinetsstandpunt re-integratie
-
IWI persbericht: Gezamenlijke benadering CWI, UWV en gemeente voor werkgevers nodig
-
Bijlage: Het re-integratieproces in beeld
-
Rapport Beleidsdoorlichting re-integratie
-
Evaluatie scholingsprotocol en inzet scholing. Eindrapport
-
Rapport effect re-integratietrajecten op de uitgaven aan sociale zekerheid
-
Matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Een onderzoek naar de samenwerking van SUWI-partners op het terrein van werkgeversbenadering
-
Effecten van `zachte` kenmerken op de reïntegratie van de WWB, WW en AO populatie. Een literatuurstudie