Intrekking plannen voor de invoering van kleinschalig verpleegd wonen

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DLZ-CB-U-2820611

24 januari 2008

Ik ontving van u het verzoek om te reageren op een brief/E-mail die de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ontvangen van de heer X te X over de intrekking van plannen voor de invoering van kleinschalig verpleegd wonen door het Woonzorgcentrum Maria Dommer. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

De heer X is zaakwaarnemer van een bewoner van het Woonzorgcentrum Maria Dommer te Maarssen. De directie van het woonzorgcentrum heeft het besluit genomen om de plannen voor de invoering van kleinschalig verpleegd wonen stop te zetten. De reden die de directie heeft aangedragen is de onhaalbare exploitatie in de nieuwe bekostigingssystematiek die voor de zorgsector is aangekondigd per 1 januari 2009.

Zowel het woonzorgcentrum (in een brief aan de bewoners) als de heer X (in een mailbericht aan de vaste kamercommissie voor VWS) zeggen zich zorgen te maken over de goede voornemens van de overheid om kleinschaligheid te stimuleren bij de invoering van de nieuwe bekostiging per 1 januari 2009.
Ik wil in antwoord hierop stellen dat het stimuleren van kleinschalig wonen een speerpunt blijft van mijn beleid. Verkennende onderzoeken die ik heb laten uitvoeren door het bureau HHM naar de haalbaarheid daarvan bij de invoering van de zorgzwaartebekostiging, laten mij zien dat dit in algemene zin goed mogelijk is. Gemiddeld genomen gaan niet-grootschalige instellingen er (gebaseerd op cijfers over de zorgzwaarte van cliënten en de indicatieve tarieven voor de zorgzwaartepakketten die de NZa in juni 2007 heeft gepresenteerd) ongeveer 5% in budget op vooruit. Daarbij zijn er - net als bij de grootschalige instellingen - naast instellingen die er op vooruit gaan, ook instellingen die erop achteruit gaan bij de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Dit hangt af van de zorgzwaarte van de bewoners van de desbetreffende instellingen.

Ik wil in deze brief niet verder ingaan op de individuele casus van de het Woonzorgcentrum Maria Dommer te Maarssen, maar zal u binnenkort door middel van een afzonderlijke brief informeren over de effecten van de invoering van de zorgzwaartebekostiging voor kleinschalige woonvormen.

Deze afzonderlijke brief heb ik u eerder toegezegd in het Algemeen Overleg op 6 november 2007 over de voortgang van de zorgzwaartebekostiging.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker