Kabinet besluit over invoering gratis schoolboeken
Het gratis lesmateriaal in het voortgezet onderwijs wordt in twee stappen ingevoerd. Voor komend schooljaar wordt het geld voor het lesmateriaal rechtstreeks overgemaakt aan de ouders van middelbare scholieren. Voor iedere leerling ontvangen zij 308 euro belastingvrij. Dat is de gemiddelde prijs van een boekenpakket. Vanaf 1 augustus 2009 gaat het geld naar de scholen. De scholen doen de inkoop en het lesmateriaal is gratis voor ouders en leerlingen. De ministerraad heeft hiermee op voorstel van staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd.
De kosten voor ouders met schoolgaande kinderen worden hiermee aanzienlijk verlaagd, scholen krijgen meer vrijheid in hun leermiddelenbeleid en er kan een gezonde marktwerking op de educatieve boekenmarkt ontstaan. Met dit wetsvoorstel wordt invulling gegeven aan de afspraak uit het coalitieakkoord. Eerder werd ook al het lesgeld afgeschaft.
De invoering van de schoolboeken vindt plaats in twee stappen. Voor dit schooljaar 2008-2009 ontvangen de ouders voor iedere leerling een tegemoetkoming van 308 euro. De tegemoetkoming wordt automatisch in de maand december verstrekt op basis van reeds aanwezige gegevens bij de Informatie Beheer Groep (IBG) en de Sociale verzekeringsbank (Svb). Daarmee wordt 95 procent van de doelgroep van leerlingen in het voortgezet onderwijs automatisch bereikt en kan de betaling nog voor de jaarwisseling plaatsvinden. De 5 procent van de leerlingen waarbij gegevens ontbreken, ontvangen een brief met informatie hoe zij de tegemoetkoming kunnen verkrijgen, zodat het bereik daarmee in beginsel op 100 procent komt. Automatisch wil zeggen zonder dat scholen, ouders of leerlingen hiertoe enige extra actie hoeven te ondernemen. De uitvoering zal de scholen en de ouders en leerlingen dus niet extra belasten.
Met deze invoering wordt voorkomen dat ouders en scholen geconfronteerd worden met allerlei invoeringsproblemen of bureaucratische rompslomp. Scholen zelf geven aan meer tijd nodig te hebben. Een belangrijke reden hiervoor is de doorlooptijd van de verplichte Europese aanbesteding. Scholen zijn verplicht om, wanneer zij bij een opdracht boven een bepaald bedrag komen, volgens Europese regels aan te besteden.