Verburg: Duurzaamheidsprong in veehouderij
Minister Verburg vindt dat de veehouderij in Nederland over vijftien jaar duurzaam moet zijn.
Zij presenteert vandaag daarvoor haar visie op de veehouderij in Nederland aan de Tweede Kamer. Er ligt een ambitieuze doelstelling die samen met de sector verder uitgewerkt wordt met afspraken in convenanten. Minister Verburg: "Mijn visie vraagt niet om een trendbreuk, maar om een duurzaamheidsprong. De afgelopen jaren heeft de sector immers al grote stappen in de juiste richting gezet."
Dierenwelzijn en diergezondheid
In de visie wordt het beeld geschetst van een veehouderij waarbij dieren natuurlijk gedrag vertonen, daglicht krijgen en nauwelijks tot geen fysieke ingrepen ondergaan (zoals snavelkappen, staarten couperen en castreren). Tegen de meeste bestrijdingsplichtige dierziekten kan worden gevaccineerd. Bij het fokken staat ook de gezondheid van de dieren centraal en wordt er gekeken of de dieren door fokbeleid minder gevoelig kunnen worden voor ziekten. Transport van slachtvee over lange afstand is niet meer mogelijk. Dit is grotendeels uitgewerkt in de Nota Dierenwelzijn.
Gesloten kringloop voor voer en mest
Minister Verburg wil dat grondstoffen voor diervoer vooral afkomstig zijn uit Europa. Ook de mest wordt binnen Europa gebruikt. Dat betekent dat er zo min mogelijk diervoedergrondstoffen geïmporteerd worden en dan alleen als ze duurzaam zijn geproduceerd. Op die manier ontstaat er een gesloten kringloop van voer tot mest. Ook de uitstoot van broeikasgassen, ammoniak en fijnstof is geminimaliseerd.
Duurzame consumptie
Nederlandse productie van vlees richt zich in deze visie niet zozeer op kwantiteit, maar op kwaliteit. Consumenten zijn in staat op basis van gedegen informatie verantwoorde keuzes te maken. Supermarkten verkopen alleen duurzaam geproduceerd vlees, eieren en melk(producten). Consumenten moeten weer direct binding krijgen met waar voedsel vandaan komt.
Deze ambitieuze duurzaamheidssprong vertaalt zich in een aantal acties voor de komende jaren. Verburg: "Ik wil de veehouderij geen blauwdruk opleggen hoe de toekomst eruit moet zien. Ik wil ruimte bieden om duurzaam te ondernemen en te innoveren." Zo wil de minister duurzame stalsystemen verder ontwikkelen. In 2011 moeten er voor duurzame stalsystemen duidelijke perspectieven voor grootschalige toepassing beschikbaar zijn en zijn de eerste vijf procent van de stallen al duurzaam. Dat vergt grote investeringen van de ondernemers. Daarom is het noodzakelijk om nu aan te geven wat inzet van de overheid op de lange termijn is.
De visie wordt de komende tijd uitgewerkt en vastgelegd in convenanten. Boeren, toeleveranciers verwerkende industrie, retail, catering, horeca en maatschappelijke organisaties worden daarbij betrokken. De overheid zet veel instrumenten in voor het bereiken van concrete resultaten. Het gaat daarbij om onderzoek, innovatiesubsidies, fiscale regelingen, investeringssteun, onderwijs, stimulering van duurzaam consumentgedrag en wet en regelgeving.