Toespraak minister Ter Horst ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie 2008 voor externe relaties
Dames en heren,
Ze zeggen wel eens: theaterkunst is van de ziel en de verbeelding, besturen is van het verstand. Maar waarom zouden we die twee ogenschijnlijk onverenigbare dingen niet eens wat meer bij elkaar laten komen.
Ook om die reden vind ik het een goed idee om u hier op het podium te ontmoeten.
Een andere reden is dat ik vind dat u en wij geen toeschouwers van elkaar zijn. Wij moeten het hebben van gezamenlijke uitvoeringen. Dáár ligt onze kwaliteit, en niet in solo-optredens en monologen.
Vorig jaar speelde ‘het weer’ een belangrijke rol bij dit evenement. De meesten van u hebben het destijds niet gehaald om hier te komen of hadden door de storm werkzaamheden elders.
Vandaag stormt het niet, maar helemaal windstil is het nu ook weer niet.
Wat ons betreft - en ik spreek ook namens de staatssecretaris - waait er binnen en vanuit het ministerie een frisse wind. Een wind die ervoor zorgt dat er een vernieuwd BZK staat dat samen met u de vraagstukken oppakt waar we voor staan.
Waar staat dat vernieuwde BZK voor?
De staatssecretaris en ik noemen het zelf wel eens ‘reïnventing BZK’. En we hebben het dan over onze rol binnen de rijksdienst bij gemeenschappelijke onderwerpen, zoals de kwaliteit van de overheid en de bedrijfsvoering.
Wat we willen is een ministerie dat minder de nadruk legt op coördineren zonder beslissingsbevoegdheid. Of we houden op met coördineren, of we zorgen ervoor dat we er echt toe doen, vinden wij.
Dat is geen Haags positiespel, maar een kwestie van effectiviteit. Want u - als externe relatie - heeft het meest aan een ministerie met een stevige positie in Den Haag.
Centraal staat wat ons betreft - ook bij een vernieuwd BZK: u moet het verschil kunnen maken!
U heeft het directe contact met de mensen en veel maatschappelijke vraagstukken dienen zich in eerste instantie bij u aan, of het nu gaat om veiligheid of dienstverlening.
Kijk naar het afgelopen jaar.
Als er geen nationale crisis heeft plaatsgevonden lees je al gauw dat het een rustig jaar is geweest. Lang niet alle lokale bestuurders zullen het hier mee eens zijn, want sommigen van u hebben het flink voor de kiezen gehad.
- Ik denk bijvoorbeeld aan de vreselijke brand met kerst in Arnemuiden.
- De dagenlange energie-uitval in de Bommelerwaard.
- Het was ook het jaar van lokale maatschappelijke onrust in de Amsterdamse wijk Slotervaart en de Utrechtse wijk Kanaleneiland.
- Ik noem ook de affaire in Hoogeveen met een zieke kaaiman en de dreiging van een epidemie: feitelijk gezien viel het leed mee. Maar de nationale media-aandacht zorgde voor grote lokale beroering.
Tenslotte de jaarwisseling. Wat je het hele jaar door al merkt manifesteert zich dan in een paar uur in de volle openbaarheid. Alsof het jaar leegloopt in een morele afvoerput: vernielzucht, geweld, verbale en non-verbale agressie, ook jegens politie, brandweer en ambulancemedewerkers. Mensen die voor ons nota bene de hete kolen uit het vuur halen.
Onacceptabel, maar helaas een breder maatschappelijk verschijnsel.
Het tegengaan van geweld tegen werknemers met een publieke taak is een van onze tien prioriteiten. Verschillende maatregelen zijn in gang gezet zoals zwaarder en sneller straffen. Ik juich het toe dat Rotterdam gaat werken met snelrecht.
Belangrijk is dat wij allemaal – werkgevers in de publieke sector – duidelijk maken dat we dit niet accepteren.
Maar ik wil niet alleen somber omkijken. Dat zou onterecht zijn, want er is ook veel positiefs te benoemen. Om maar wat dichter bij huis te blijven: het feit dat we met de gemeenten tot een bestuursakkoord zijn gekomen vond ik een echt hoogtepunt. Concrete afspraken over een gezamenlijke aanpak.
Meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de gemeenten.
Dát zet wat ons betreft de toon van de muziek bij onze eigen pas-de-deux die wat de staatssecretaris en mijzelf betreft nog minstens drie jaar doorgaat.
Onze ambities zijn helder. We hebben ze op een rij gezet in de vorm van tien prioriteiten, variërend van het op orde hebben van crisisbeheersing en rampenbestrijding tot het realiseren van meer beleidsvrijheid voor medeoverheden.
Om die ambities waar te kunnen maken met een beter en kleiner BZK passen we een paar dingen in de organisatie en werkwijze aan. De heer Holtslag heeft daar zojuist het belangrijkste over gezegd.
De veranderingen moeten het makkelijker maken om samen te werken binnen het ministerie, maar vooral ook met onze relaties, met u dus.
Want zonder u geen veiliger samenleving, zonder u geen goed functionerend openbaar bestuur. Dat realiseren we ons terdege, want nog niet zolang geleden behoorden de staatssecretaris en ik zelf tot die relaties van BZK. En die ervaring telt.
Ik vind het dan ook heel goed dat er het afgelopen jaar een extern relatienetwerk is opgericht waar vertegenwoordigers van uw organisatie en mensen van het ministerie zich over inhoudelijke thema’s buigen. Ik verwacht dat dit ook daadwerkelijk leidt tot projecten waarbij medewerkers vanuit de verschillende overheidslagen vraagstukken oppakken. Vóór het eind van de maand hoort u hier meer over.
Verwarrend vond ik wel een impressie van een sneldichter die bij een eerste bijeenkomst van het relatienetwerk was. Ik citeer een stukje:
‘Je voelt je gelukkig, met geen tegenslag bekend
het leven is mooi als je lid van het extern relatiepanel van BZK bent.
de vogeltjes fluiten en de zon lacht je toe
het is je lust en je leven, je wordt het nooit moe’
Ze zeggen wel eens: dichtkunst is van de ziel, maar ik neem toch aan dat hier sprake is van een dichterlijke overdrijving.
Daarom sluit ik af met de oproep tot u allen:
laten we het hoofd er bij houden, maar laat onze daden tot de verbeelding spreken!
En daarmee ben ik bijna op het punt dat ik u een heel goed 2008 ga toewensen, maar ik heb nog vers nieuws voor u!
Het betreft onze SG, Jan-Willem Holtslag. Hij gaat BZK verlaten, en heeft gekozen voor de combinatie beleid en wetenschap. Vanaf maart gaat Jan-Willem zich inzetten voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Daarmee wordt een periode ‘Holtslag’ afgesloten, want al in 1995 begon Jan-Willem als DG openbaar bestuur bij het toenmalige BiZa.
Het was een periode waarin het land is veranderd.
In die dynamische omgeving bleef Jan-Willem altijd een betrouwbaar baken van overzicht, met een enorme kennis van zaken.
We gaan nog veel van hem horen, dat heeft hij gisteren letterlijk zelf zo op de nieuwjaarsbijeenkomst voor medewerkers aangekondigd. Ik zie dat niet als een dreigement, maar als een belofte.
Hartelijk dank voor je enorme inzet, en veel plezier en succes bij de WRR.
Overigens: zolang er nog geen opvolger is van Jan-Willem, neemt PSG Philippe Raets het SG-schap waar.
Dan wens ik nu iedereen een gelukkig 2008 toe en kijk ik uit naar een vruchtbare samenwerking. Dank u wel.