Toespraak bij opening van de 'aardappelproeverij' in het kader van het internationale jaar van de aardappel
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, opening van de 'aardappelproeverij' in het kader van het internationale jaar van de aardappel, 16 januari 2008.
Dames en heren,
Aan het begin van dit internationale jaar van de aardappel wil ik u graag complimenteren met het beleggen van deze bijeenkomst. En wat een timing.
U heeft vast vorige week ook gelezen dat de Duitsers onze aardappels te lelijk vinden. En daarom nu en masse aardappels uit Frankrijk kopen. Onzin natuurlijk, het gaat om verschillende rassen die ook nog eens worden gebruikt door verschillende gebruikers voor totaal andere doeleinden!
Maar het geeft in ieder geval dat de pieper nog de nodige emoties teweeg brengt. Het is dan ook goed om u hier allen aanwezig te zien. Om gezamenlijk - kwekers, handelaren en wetenschappers - de handen ineen te slaan om dit - inmiddels toch wel oerhollandse product- nog verder te verbeteren.
Vandaag staat daarbij de smaak van de aardappel centraal. Maar ik ben me ervan bewust dat dat maar één facet is van een grote diamant. Want naast smaak spelen veel meer aspecten een rol, zoals gebruiksgemak, uiterlijk, ziekteresistentie en natuurlijk een goede opbrengst.
Al die aspecten samen vormen die mooie diamant, die mooie aardappel en zijn sektor, die voor Nederland zo belangrijk zijn - Ik kom daar zo nog op terug. Wij zijn het derde land ter wereld als het gaat om de export van aardappelen. En in pootgoed zijn we zelfs koploper!
Uw producten worden wereldwijd afgezet en daarmee is uw product een belangrijk bestanddeel geworden in het voedselpakket van honderden miljoenen Afrikanen, Amerikanen en Russen. Dat schept een grote verantwoordelijkheid.
Het is dan ook goed dat u voortdurend uw product tegen het licht houdt en vernieuwt, al was het ook maar omdat de consument kritisch is en de concurrent nooit ver weg is. Immers, de helft van alle aardappelen in de wereld wordt nu al geproduceerd in derde wereldlanden. En dat zal in de toekomst alleen maar meer worden.
Dat staat overigens in contrast met de situatie in Nederland. Hier is het areaal pootaardappelen op de klei de afgelopen jaren vrijwel constant gebleven met ongeveer 35.000 ha. En daarvan ligt ongeveer de helft hier in het Noorden.
Ik sta hier vandaag dan ook op de juiste plek. Dit gebied heeft niet alleen de goede grond voor de pootaardappelteelt, maar hier zijn ook de kennis en kunde aanwezig om die goede positie te behouden. Er wordt geïnvesteerd in nieuwe rassen, ziekteresistentie en kwaliteitsborging. En er wordt het nodige geduld geoefend. Het kweken van een nieuw aardappelras vraagt immers nogal wat tijd.
Dames en heren,
Ik zei in het begin van mijn verhaal dat de aardappelsector zo belangrijk voor Nederland is. En dat vind ik niet alleen, dat blijkt ook uit een studie van de Rijksuniversiteit Groningen over de economische kracht van de agrosector. Al in 2005 heeft de universiteit hiervoor een aantal deelsectoren van onze economie bekeken en vorig jaar zijn de zeven best scorende sectoren nogmaals geanalyseerd.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat de helft van de honderd best scorende deelsectoren, sectoren uit de agrarische sector zijn. En nu komt het: de aardappelsector - en daarbinnen de pootaardappelsector - staat zelfs in de top-drie.
Wat die positie nog meer glans geeft - vind ik - is dat de sector het bijna geheel op eigen kracht doet. Want behalve voor ondersteuning ten behoeve van innovatie en onderzoek, ontvangt de sector geen cent van de overheid.
En zo hoort het. Zo houdt de sector zichzelf scherp. Door de gezonde concurrentieverhoudingen gaat de ontwikkeling van nieuwe rassen gestaag door. En telers en kwekers van pootgoed zijn voortdurend bezig hun bedrijven in te richten en uit te rusten voor de toekomst.
Een mooi voorbeeld vind ik de studiegroep die in Groningen door enthousiaste kwekers is opgezet. Hierbij spreekt mij in het bijzonder de combinatie van ondernemerschap en vakmanschap erg aan.
Een ander voorbeeld - uit dit gebied - is Ecolana, waar door een groep innovatieve boeren gezocht wordt naar een manier om duurzame productie van pootgoed en de groei van de bedrijven zo te combineren dat invulling wordt gegeven aan het begrip duurzaamheid: zowel economisch, ecologisch als sociaal.
Wat me verder buitengewoon aanspreekt aan uw sektor, is dat er ook tal van initiatieven spelen. Zo heb ik afgelopen december de nieuwe eiwitfabriek van Solanic mogen openen. Daar wordt uit de aardappel nu ook zuiver en onverhit aardappeleiwit gewonnen dat gebruikt kan worden voor het maken van onder meer cosmetica, geneesmiddelen en andere hoogwaardige toepassingen in voedings- en genotsmiddelen! Dan blijkt toch maar dat die aardappel nog heel wat onvermoede kwaliteiten bezit!
En verder speelt er een groot aantal initiatieven waarbij handelshuizen, telers en onderzoekers samen optrekken. Bijvoorbeeld als het gaat om bestrijden van een bacterieziekte, onderzoek naar zouttolerante aardappelen of het ontwikkelen van nieuwe rassen.
En wat ik zeker ook nog wil aanstippen is het feit, dat u bij dit alles de menselijke maat niet uit het oog verliest. U - als een grote en belangrijke speler op de wereldmarkt - blijft investeren in mensen.
Zo vind ik het heel mooi om te zien dat u ook voor schoolkinderen tal van activiteiten organiseert, zoals proeverijen. Zoals u weet, vind ik het belangrijk dat kinderen de smaak van pure producten leren kennen. De smaak van een aardappel - als belangrijk bestanddeel in het voedselpakket - mag daarbij zeker niet ontbreken. Zeker ook niet omdat de aardappel een buitengewoon gezond voedingsproduct is, waar je niet dik van wordt!
Dames en heren,
De Verenigde Naties hebben 2008 uitgeroepen tot het jaar van de aardappel. De bedoeling is dat in dit jaar de internationale gemeenschap de aardappel promoot in de strijd tegen met name de ondervoeding in ontwikkelingslanden. En verder wil men extra aandacht om wetenschappelijk onderzoek op gang te brengen voor de bestrijding van snel muterende aardappelziektes. Nederland - u - heeft al veel kennis en kunde op dit gebied. Ik hoop dan ook zeer dat u gehoor zult geven aan de oproep van de Verengde Naties en de mensen in de Derde Wereld niet in de kou zult laten staan.
Dames en heren,
Ik ga eindigen. Ik kom tenslotte niet alleen om te praten, maar ik kom ook voor de grote aardappeltest. Een mooi, nieuw initiatief van de handelshuizen en de proefboerderij om acht aardappelrassen tegelijk te testen. Ik ben benieuwd!