Toespraak bij de uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding aan de heer Commandeur
Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij de uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding aan de heer Commandeur op 20 december in Ermelo.
Beste Boudewijn, dames en heren,
Boudewijn, je neemt vanavond afscheid als gewaardeerd voorzitter van de Recreatiesportvereniging van de KNHS. Bij zo'n afscheid hoort een feestje. Mij is gevraagd om je bij deze bijzondere gelegenheid als minister van Natuur persoonlijk toe te spreken. En dat doe ik natuurlijk met heel erg veel plezier. Boudewijn Commandeur, dames en heren, is geen onbekende voor me. Wij delen ervaringen bij de KNHS en wij delen ons ruitergevoel en de liefde voor de paardensport.
Boudewijn Commandeur is iemand die de verschillende takken aan de hippische boom als geen ander kent. Hij was voorzitter èn oprichter van deze kleurrijke vereniging. Vervolgens is de Recreatiesport vereniging onder zijn leiding uitgegroeid tot ruim 110.000 leden. Hij is ook al bijna 40 jaar betrokken, bestuurlijk en uitvoerend, via verschillende organen -ik heb er minimaal acht geteld- die voor de paardensector van belang zijn. Hij heeft zelfs, naar ik heb gehoord, boeken over paarden vertaald en werkt op de achtergrond aan een omvangrijke database: Horse in Art. Het paard zit als het ware in zijn genen. Dat zijn mooie verdiensten. Prachtig om mee bezig te zijn en te blijven.
Ik noemde zijn grote betrokkenheid bij het welzijn van paarden. Die betrokkenheid is binnen de vereniging zeker opgevallen. Wie er maar iets voorstelde dat tot gevolg zou kunnen hebben dat het welzijn van paard of pony in de verdrukking kwam, kon beslist rekenen op een 'halt' of 'ho' van Boudewijn Commandeur. Dat spreekt mij aan. Dierenwelzijn, zeker in de paardensport, is een belangrijk thema. Zo gaat dat, in een periode waarin we nauwelijks meer paardenmensen kennen en steeds meer mensen met paarden.
Ik wist natuurlijk vooraf dat ik hier vandaag in deze kring herinneringen zou ophalen aan de 'periode Commandeur'. En dan bereid je je een beetje voor. Om mijn vraag: diep nog eens wat weetjes op, vertel nog eens wat leuks, werd hartelijk gelachen. Wat een vraag! Zo'n serieuze theedrinker als Boudewijn! Ze bleken alleen maar heldenverhalen te kennen.
Vooruit een minder bekende dan. Van lang geleden. Dankzij Boudewijn Commandeur won het team van Bellerophon - dat was destijds de ruitervereniging van het Utrechts Studentencorps- de interacademiale hippische wedstrijd. Boudewijn was met Jachtheld zowel met dressuur als met springen en in de cross hoog gekwalificeerd. Ik heb begrepen dat het een grote zege was dat daarmee het Rotterdams Studenten Corps met Jan Willem Körner in het team was verslagen.
Een ander wapenfeit is het verbinden vermogen van Boudewijn Commandeur. Want onder ons gezegd zijn paardenliefhebbers toch meestal eigenzinnige types. Eigenzinnig in de zin dat ze hun eigen pad volgen. Ze houden de teugels graag in handen. Boudewijn Commandeur wist op bepaalde en bepalende momenten iedereen één pad en één richting op te leiden. Binnen de vereniging en het bestuur heeft hij opkomende tegenstellingen bekwaam ter hand genomen. De Nederlandse Ruitersportvereniging heeft een periode gekend waarin ieders aandacht onverdeeld naar de sport kon gaan!
Naast eigenzinnigheid is er nog iets dat een paardenmens typeert: buitengevoel. Maar al te vaak houden ruiters en paardenhouders ervan om eropuit te trekken, in de natuur te zijn. Dat geldt zelfs voor degenen die binnen, in de manege, rijden!
Boudewijn Commandeur heeft laten zien waar deze buitenmentaliteit nog meer toe kan leiden, namelijk omgevingsbewustzijn. Een open oog en oor voor de samenleving. Als buitenmens is hij bijna vanzelf buiten-denker geworden. Hij sprak en spreekt mensen aan op hun verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld op wat ze voor het landschap kunnen doen. Hij pleitte ooit hartstochtelijk voor het toegankelijk houden van natuurterreinen voor vrijetijdsruiters. Eind jaren negentig heeft Boudewijn Commandeur ook meegeholpen aan het samenstellen van de eisen voor het Veiligheidcertificaat voor paardensportaccomodaties.
Dames en heren,
Veiligheid in het verkeer is een speciale vermelding waard. Automobilisten, fietsers, bromfietsrijders en voetgangers weten meestal weinig tot niets over het gedrag van paarden. In het verkeer kan dat leiden tot gevaarlijke situaties. Paarden zijn nu eenmaal levende wezens met een eigen wil. Ze kunnen zomaar schrikken van op het oog onbeduidende dingen. Soms reageren ze volstrekt onvoorspelbaar. Ruiters moeten zich daarvan bewust zijn. Zij moeten een goede antenne ontwikkelen voor wat zich in de omgeving afspeelt. Ze moeten anticiperen op de reactie van hun rijdieren.
Boudewijn Commandeur draagt uit hoe belangrijk het is dat veel meer mensen dat begrijpen. Dus niet alleen de leden van de ruitersportvereniging, maar alle 400.000 ruiters die zo nu en dan een paard bestijgen. En hij heeft er als één van de eersten ook werk van gemaakt. Door mee te werken aan de voorlichtingscampagne 'Veilig met Paarden in het Verkeer'. Volgens ingewijden is de campagne er gekomen 'mede dankzij zijn onvermoeibaar enthousiasme'. Terugkijkend weet ik dat dat heeft geleid tot veel meer goeds. Er ontstond structureel overleg. Het Rijk en belangenorganisaties kwamen met elkaar in gesprek over de veiligheid van ruiters in het verkeer. Het inspireerde ook de Stichting Consument en Veiligheid, de KNHS en het CBR tot eigen publiekscampagnes over de veiligheid van paard en ruiter in het verkeer. Het bredere belang ontgaat Boudewijn Commandeur dus niet.
Boudewijn Commandeur heeft ook veel tijd gestoken in andere dieren. Hij vervoerde bijvoorbeeld honden en katten voor de Dierenbescherming. Het maakte niet uit op welk tijdstip van de dag dat was.
Volgens veel mensen was hem nooit iets teveel. Altijd aimabel en diplomatiek. Betrokken en bevlogen. Een voorbeeld van dienstbaarheid, en -zeer vaak genoemd- diplomatiek en integer. En, zoals mevrouw Bultsma het zo mooi uitdrukte: 'horse minded'.
Beste Boudewijn,
Je begrijpt dat ik mij niet voor niets in zoveel lofuitingen uitput. In jouw tijd bij de Nederlandse Ruitersportvereniging mocht je een aantal malen Hare Majesteit de Koningin ontvangen. Ik heb de grote eer je te mogen vertellen dat het Hare Majesteit heeft behaagd je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Mag ik je vragen om naar voren te komen zodat ik je de versierselen kan opspelden?