Inzet middelen participatie-envelop

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VO/S&O/2007/52491

21 december 2007

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hebben overeenstemming bereikt over de inzet van de gelden uit de Participatie-enveloppe (pijler 4 Sociale Samenhang) voor een makelaarsfunctie ten behoeve van vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage.

Gemeenten zullen de middelen de komende jaren ontvangen om bij te dragen aan het ontstaan van een effectieve bemiddelingsinfrastructuur op lokaal of regionaal niveau. De middelen zijn bedoeld voor de verdere ontwikkeling van een makelaarsfunctie voor maatschappelijke stage, en voor stimulering van vrijwilligerswerk. Aangezien voor beide aspecten gebruik gemaakt kan worden van dezelfde infrastructuur en bemiddelingsfunctie bij gemeenten is gekozen voor een gezamenlijke inzet van de beschikbare middelen. Over de inzet van het budget hebben VWS, OCW en de VNG overeenstemming bereikt. De afspraken zijn vastgelegd in een convenant.

De makelaarsfunctie richt zich op:

  • vrijwillige inzet in den brede én op de maatschappelijke stagiair / leerling die niet gemakkelijk zelf een passende match weet te realiseren;
  • het in staat stellen van vooral de kleinere vrijwilligersorganisaties om daadwerkelijk leerlingen- en vrijwilligers in het algemeen - te kunnen plaatsen;
  • voor het vrijwilligersveld belangrijke investeringen die gedaan worden om van de maatschappelijke stagiair van nu, de vrijwilliger van de toekomst te maken. (Het is belangrijk dat vanuit de matching ook werkzaamheden worden verricht waardoor de leerlingen in de toekomst benaderd kunnen worden om zich nogmaals als vrijwilliger in te zetten.)

Het bedrag dat voor de maatschappelijke participatie beschikbaar is, loopt op volgens de volgende reeks: euro 5 miljoen in 2008, euro 15 miljoen in 2009, euro 20 miljoen in 2010 en euro 30 miljoen vanaf 2011. De bedragen vanaf 2009 zijn indicatief, besluitvorming hierover vindt jaarlijks bij voorjaarsnota plaats.

Van het jaarlijks beschikbare budget zal de helft worden verdeeld over de 225 gemeenten met VOscholen, waarbij het aantal VO-leerlingen per gemeente als verdeelsleutel wordt gehanteerd. De andere helft zal worden verdeeld over álle (443) gemeenten, waarbij het aantal inwoners per gemeente als verdeelsleutel wordt gehanteerd. In veel gevallen zal regionale samenwerking gewenst dan wel noodzakelijk zijn. Deze sleutel brengt tot uitdrukking dat alle gemeenten een taak hebben bij het vrijwilligerswerk, waaronder de maatschappelijke stage, maar dat een VO-school binnen de gemeentegrenzen extra uitgaven met zich meebrengt. De middelen zullen via het gemeentefonds aan de gemeenten worden uitgekeerd.

Ook zal van het totale budget voor de periode 2008-2011 een bedrag van in totaal euro 800.000,-- worden gereserveerd voor landelijke ondersteuning en monitoring.

Tussentijds zal, onder andere via de pilotprojecten die in het kader van het plan van aanpak maatschappelijke stage “Samen leven kun je leren” worden uitgevoerd, worden bezien of de besteding van deze middelen tot het gewenst effect (namelijk versterking van de lokale infrastructuur) leidt.

Van de post “Maatschappelijke participatie” (Vrijwilligerswerk/ Maatschappelijke stages) uit de brief aan de Raad van Ministers, met onderwerp “resterende verdeling enveloppen” (IRF 2007-778M) sd. wordt jaarlijks het beschikbare bedrag overgeboekt naar het gemeentefonds.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

mw. dr. J. Bussemaker,

en

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart