Inzet 40 miljoen euro motie Van Geel c.s.

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJenG/SenS-2820495

9 januari 2007

Aanleiding

Uw Kamer heeft op 22 november 2007, naar aanleiding van de motie Van Geel c.s. , een Nota van Wijziging ontvangen, hetgeen heeft geleid tot een incidentele verhoging van het uitgaven- en verplichtingenkader 2008 met 40 miljoen euro. De problemen met de wachtlijsten binnen de jeugdzorg waren aanleiding voor de toekenning van deze extra middelen. Met deze brief informeer ik u, mede namens de bewindspersonen van VWS, over de inzet van de 40 miljoen euro voortvloeiend uit de motie Van Geel c.s..

Vooropgesteld zij dat naast extra middelen ook andere sporen gevolgd moeten worden om de vraagontwikkeling goed op te kunnen vangen. Voorbeelden hiervan zijn de nadruk op preventie, de aanpak van bureaucratie, een blijvende aandacht voor doelmatigheid en de professionalisering van de sector. Al deze sporen moeten er toe leiden dat kinderen sneller en beter geholpen worden.

Inzet 40 miljoen euro

Bij de inzet hecht ik er waarde aan dat met de middelen een substantieel effect kan worden bereikt en dat een te grote versnippering over de diverse sectoren wordt voorkomen.

Dit leidt tot de volgende verdeling:

  • 13 miljoen euro voor de jeugdige licht verstandelijk gehandicapten (jeugd lvg);

  • 13 miljoen euro voor de jeugd geestelijke gezondheidszorg (jeugd ggz);

  • 9,5 miljoen euro voor de jeugdbescherming;

  • 2 miljoen euro voor de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) én

  • 2,5 miljoen euro voor een betere informatievoorziening.

Jeugd lvg

Diverse recente rapporten (o.a. van het College voor Zorgverzekeringen) laten zien dat er in de AWBZ sprake is van een structurele problematische wachtlijst van licht verstandelijk gehandicapte kinderen met gedragsproblemen (vaak in combinatie met ander probleemgedrag) die wachten op een behandelingsplaats in een orthopedagogisch centrum (ook wel een lvg-voorziening genoemd). Gelet op deze wachtlijst is het gewenst dat er op korte termijn extra zorgcapaciteit wordt gerealiseerd en dat de doorstroom van jeugdigen uit deze voorzieningen wordt bevorderd.

De aanpak van deze wachtlijst vindt vanuit het reguliere AWBZ-kader plaats. Gelijktijdig met deze brief wordt u door de staatssecretaris van VWS, mede namens mij, geïnformeerd over de aanpak van deze wachtlijst . De extra inspanningen vanuit de AWBZ zijn er vooral op gericht om obstakels in de bouwsfeer weg te nemen, zodat een gewenste uitbreiding van de capaciteit op korte termijn gerealiseerd kan worden. Zo zullen verzoeken om uitbreidingen direct in behandeling worden genomen en worden gehonoreerd, mits ze voldoen aan de gestelde bouwtechnische kwaliteitsnormen.

Voor de lvg-doelgroep stel ik een extra bedrag van 13 miljoen euro beschikbaar om een versnelde aanpak en extra productie-afspraken mogelijk te maken. Met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heb ik afgesproken dat de multidisciplinaire expertise van de lvg-voorzieningen ook buiten deze voorzieningen beschikbaar komt in de thuissituatie en bij reguliere gehandicaptenvoorzieningen die zich willen richten op de zorgverlening aan deze doelgroep. Hierdoor wordt een betere doorstroming bereikt.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal de inzet van het bedrag van 13 miljoen euro uitwerken in regelgeving, zodat instellingen en zorgkantoren hierover afspraken kunnen maken.

Jeugd ggz

Ook wil ik prioriteit geven aan de wachtlijstproblematiek binnen de jeugd ggz. De kortdurende jeugd ggz valt vanaf 1 januari 2008 onder de Zorgverzekeringswet. Onder de Zorgverzekeringswet hebben zorgverzekeraars een zorgplicht. Als hun cliënten, ook de jeugdige, zorg nodig hebben, is een verzekeraar verplicht deze zorg te contracteren.

Voor de jeugd ggz stel ik een bedrag van 13 miljoen euro extra beschikbaar. Met deze middelen kunnen meer jeugdigen geholpen worden. Zowel met GGZ-Nederland als met Zorgverzekeraars Nederland ga ik prestatie-afspraken maken over het extra aantal kinderen dat hiermee geholpen moet worden.

Jeugdbescherming en Raad voor de Kinderbescherming

De groei van het aantal maatregelen jeugdbescherming bij de bureaus jeugdzorg en het aantal beschermingsonderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) zal zich naar verwachting in 2008 verder voortzetten. Om te voorkomen dat de uitvoering van de maatregelen jeugdbescherming als gevolg van de groei onder druk komt staan, mede met het oog op het realiseren van de kwaliteitsverbeteringen binnen de voogdij en gezinsvoogdij via het traject Beter Beschermd, stel ik extra middelen beschikbaar: 9,5 mln euro voor de jeugdbescherming en 2 mln euro voor de RvdK voor de groei in het aantal beschermingsonderzoeken. Tevens geef ik met deze extra middelen invulling aan het convenant ‘verlaging caseload gezinsvoogdij’.

Betere informatievoorziening

Goede en betrouwbare beleidsinformatie is essentieel om een goede aanpak van de wachtlijstproblematiek mogelijk te maken en aldus een betere aansluiting tussen vraag en aanbod te bewerkstelligen. Dat er nog knelpunten met de beleidsinformatie zijn is duidelijk, zo blijkt onder andere uit het rapport “Kopzorgen” van de Algemene Rekenkamer en het rapport “Wachtlijsten in de jeugdzorg, een analyse” van het Onderzoeks- en Verificatiebureau.

Verbeteringen in de informatievoorziening acht ik dringend nodig. Met een bedrag van 2,5 miljoen euro wil ik een impuls geven aan de verbeteringen, waaronder het traject BAM (Beter, Anders, Minder), gericht op verbeteringen in de beleidsinformatie voor de provinciale jeugdzorg.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet