‘Uur van de waarheid’ voor elektronische overheid
De elektronische overheid heeft een nationaal urgentieprogramma nodig. Dat stelt de commissie Postma/Wallage die in opdracht van staatssecretaris Ank Bijleveld heeft onderzocht hoe de elektronische dienstverlening van de overheid sneller en efficiënter kan worden ingevoerd.De ontwikkeling van de infrastructuur voor digitaal contact met de overheid moet in dit programma centraal staan.
Alle overheden zijn verplicht het urgentieprogramma uit te voeren, aldus de commissie in haar rapport ‘Het uur van de waarheid’. De reeds bestaande en goed functionerende i-teams die gemeenten ondersteunen bij de invoering van digitale dienstverlening kunnen helpen bij de uitvoering van het programma. Versterking van de i-teams is daarvoor nodig.
Geld is niet zozeer het probleem , meent de commissie. Wel ontbreekt het aan sturing en samenhang. Iedereen is teveel met eigen plannen bezig. Het is onduidelijk waar verantwoordelijkheden liggen. Veel bestuurders geven elektronische dienstverlening geen prioriteit bij besluiten over financiën en menskracht. Zij missen een urgentiegevoel terwijl die urgentie er wel is. Burgers en bedrijven eisen goede elektronische dienstverlening. Daarom is het volgens de commissie van groot belang dat die er versneld komt. Ook zien gemeenten niet altijd in dat nu investeren in elektronische dienstverlening in de toekomst veel geld opbrengt.
Voor de uitvoering van een viertal projecten binnen het nationaal urgentieprogramma is nog 60 miljoen euro extra aan centrale financiering nodig, aldus de commissie. Het gaat om de versterking van de i-teams, de contactcentra overheid, de modernisering van het GBA, de ontwikkeling van een basiskaart van Nederland (GBKN) en DURP (Digitaal uitwisseling in ruimtelijke processen).
Staatssecretaris Bijleveld onderschrijft op hoofdlijnen de bevindingen van de commissie Postma/Wallage. Ook zij is van mening dan meer samenhang en een sterkere regie nodig zijn bij de ontwikkeling en de invoering van de digitale dienstverlening van de overheid. Om dat te onderstrepen is zij voorzitter geworden van de regiegroep dienstverlening en e-overheid. Het rapport ondersteunt de belangrijkste beleidslijnen die de staatssecretaris heeft uitgezet. Kern daarvan is meer focus op basisvoorzieningen en gezamenlijke infrastructuur, overheden niet overbelasten met teveel versnipperde projecten en het versterken van samenhang en regie.
Op korte termijn zal staatssecretaris Bijleveld het rapport voorzien van een kabinetsreactie toesturen aan de Tweede Kamer.