Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij symposium 90 jaar kiesraad
Negentig jaar Kiesraad, dames en heren, aan het eind van de middag mag ik hier mijn opwachting maken om uw symposium af te sluiten.
Het geeft me bijna het gevoel van de op één na laatste fee in het verhaal van Doornroosje.
Die deed alle goede wensen van de voorgaande feeën teniet en voorspelde Doornroosje een vreselijk lot.
Dames en heren ik kan u geruststellen: ik ben meer van de afdeling “en ze leefden nog lang en gelukkig”
Wat mij betreft maken wij ons op voor de volgende 90 jaar.
We mogen in Nederland namelijk trots zijn op vrijwel vlekkeloze verkiezingen en dat is mede een verdienste van de Kiesraad. U heeft gedurende deze lange periode uw eigen rol gespeeld in het verkiezingsproces. Eerst primair als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer. Daar werden later de verkiezingen van de leden van de Eerste Kamer en het Europees Parlement aan toegevoegd. Ten tweede hebben de regering en beide Kamers der Staten Generaal gebruik kunnen maken van de kwalitatief hoogwaardige adviezen op het terrein van het Kiesrecht. Adviezen die we in de toekomst ook hard nodig zullen hebben.
U weet dat in de reactie van de regering op het rapport van Korthals Altes we een aantal stappen voorstellen over - onder andere - controleerbaarheid, stemgeheim, kiesgerechtigheid, transparantie en toegankelijkheid.
Over wat we precies gaan doen komen nog discussies met de Kamer.
Er zijn wettelijke en andere stappen te zetten waarover ik de regie mag voeren.
Maar steeds zullen de adviezen van de Kiesraad in de besluitvorming zwaarwichtig meespelen.
En ook daarna – als het weer rustig is geworden, om het zo maar te zeggen – zult u een wezenlijke rol blijven vervullen als onafhankelijke bewaker van de integriteit van het hart van onze democratie.
Het rapport van Korthals Altes had als titel “stemmen met vertrouwen” en daar gaat het inderdaad om: vertrouwen. En u kent het credo dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat.
Daarom is de zorg over het vertrouwen van de burgers in de overheid als geheel en verkiezingen in het bijzonder één van onze belangrijkste zorgen.
En we willen alles, wat dat vertrouwen ook maar in het geringste zou kunnen aantasten - voor zover in ons vermogen - aanpakken.
U hebt dat kunnen zien met de commotie rond de stemmachines.
De opwinding daarover, dames en heren, ging niet over de vraag of de verkiezingen eerlijk waren geweest en of de uitkomst klopte met de uitgebrachte stemmen. De opwinding bestond over de mogelijkheid van schending van het stemgeheim.
Wat ik betoog is dat we gelukkig in Nederland op dit moment niet bevreesd hoeven zijn voor grootscheepse stembusfraudes, fraude die een doorslaggevende invloed zou hebben op de wijze dat het land bestuurd wordt.
Dat wil niet zeggen dat er geen incidenten zijn bij verkiezingen. Ook in ons land zijn er voorbeelden in het verleden van partijen die het met de regels van de Kieswet niet zo nauw namen. Als het goed is zijn die vandaag tijdens dit symposium ook aan de orde geweest.
Het feit dat wij in ons land gelukkig geen grote incidenten kennen, mag echter nooit leiden tot zelfgenoegzaamheid. Belangrijk is dat wij op het terrein van het kiesrecht uiterste zorgvuldigheid betrachten. We kunnen ons immers nooit gesjoemel met verkiezingen accepteren.
De norm is helder: verkiezingen moeten vrij, geheim en eerlijk zijn. Dat was vroeger – en ik heb het dan over de 19e eeuw, u heeft er vanmiddag al meer over gehoord - wel anders. Wie mocht kiezen, en dat was lang niet iedereen, kreeg het stembiljet thuis gestuurd. Dat dit leidde tot allerhand bezoek, verbaasde de toenmalige kiezer helemaal niet.
Pas in 1896 stond in de Kieswet dat verkiezingen geheim moesten zijn en pas in 1983 is dat in de grondwet opgenomen.
Geheim, vrij en eerlijk, dat staat zo niet in de wet maar wordt algemeen als vanzelfsprekende eis geaccepteerd.
In de praktijk zou de invulling van die eis in de komende decennia nog wel eens tot verschillende procedures bij verkiezingen kunnen leiden.
Wie kan voorspellen hoe we straks onbespied onze unieke stem kunnen uitbrengen.
En dan gaat het niet eens over de technische mogelijkheden maar ook over welk gevoel we daarbij hebben.
Laten we eerlijk zijn, ik hoor sommige mensen helemaal verrukt spreken over de definitieve terugkeer van het rode potlood.
Ik haast me dan altijd maar te zeggen dat het een voorlopige terugkeer is.
Dames en heren, U heeft vanmiddag gesproken over fraude en ongewenste beïnvloeding bij verkiezingen.
Ik heb u er op gewezen dat de komende tijd naar aanleiding van Korthals Altes het een en ander gaat gebeuren om het verkiezingsproces transparanter te maken. Daarmee kan mogelijke fraude en ongewenste beïnvloeding nog beter worden voorkomen.
De Kiesraad zal een belangrijke instelling blijven die met een adelaarsoog de kiezer zal beschermen en er voor zal zorgen dat diens stem ook telt. De Kiesraad heeft de toekomst! We plakken wat mij betreft nog eens 90 jaar aan vast. Ik zie uit naar een vruchtbare samenwerking.
Ik dank U.