Ondertekening openbaredienstcontracten waddeveren
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Ik vind het enorm leuk om hier vandaag te zijn. Op Terschelling – of zoals we in Fryslân zeggen: Skylge. Dit is werkelijk een prachtig eiland. Het verbaast mij niet dat hier jaarlijks tienduizenden toeristen naartoe komen.
Zij komen – afgezien van de watersporters die hier afmeren – bijna allemaal met de veerdienst vanuit Harlingen. Net als de bewoners. Deze vaarverbinding vormt een onmisbare schakel tussen Terschelling en het vasteland. Daarom is het van groot belang dat continuïteit en zekerheid gegarandeerd zijn.
We zijn vandaag bij elkaar om een openbaredienstcontract te ondertekenen tussen de gemeente Terschelling, Rederij Doeksen en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze overeenkomst vormt – net als de openbaredienstcontracten die voormalig minister Peijs vorig jaar heeft gesloten met Ameland, Vlieland en Schiermonnikoog – de opmaat voor een heel nieuw systeem, waarin we met concessies gaan werken. Net als in het bus- en treinvervoer.
De reden daarvoor is dat we aan onze eigen en aan Europese mededingingsregels moeten voldoen. Die zijn sinds de jaren tachtig, waarin we voor het eerst een convenant sloten, behoorlijk veranderd. In Europa is alles erop gericht om te zorgen voor een eerlijk speelveld en geen concurrentievervalsing. Dat is ook goed. Maar dit heeft wel gevolgen voor nationale regelgeving. Met de openbare dienstcontracten zijn we in Europees opzicht weer helemaal bij de tijd, bijvoorbeeld omdat ze voorzien in een marktconforme vergoeding voor het gebruik van de havenfaciliteiten.
Een ander punt is dat we zowel onder de Brusselse als onze eigen mededingingsregels concurrentie moeten toestaan. Daar is op zich niks op tegen, maar dan wel graag op zo’n manier dat de continuïteit en het niveau van de verbindingen niet in gevaar komen. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin een derde partij een graantje mee zou willen pikken van de zomerdrukte.
Dat zijn precies de maanden waarin de huidige reder het geld moet verdienen om in de winter door te kunnen varen. Ook daarom kiezen we nu voor openbare dienstcontracten, op weg naar een concessiesysteem. Daarmee ligt nu vast dat andere partijen de havenfaciliteiten kunnen gebruiken. Maar wel onder de voorwaarde dat de dienstregeling die we vandaag met elkaar vastleggen, daar op geen enkele manier door wordt belemmerd. Dat betekent in de praktijk: een vrije doorvaart voor de huidige reder binnen de tijden van de dienstregeling. Daarbuiten zijn er mogelijkheden voor andere rederijen.
Met het openbaredienstcontract dat wij vandaag ondertekenen is voor iedereen duidelijk dat de veerdienst is opgedragen aan de Rederij Doeksen. Maar het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft op dit moment aanvragen van een aantal andere rederijen in behandeling. Deze worden zorgvuldig beoordeeld. Ik verwacht dat we dit jaar nog een beslissing kunnen nemen. Als deze positief uitvalt, kan er in 2008 sprake zijn van structureel medegebruik van de havenfaciliteiten.
Het openbaredienstcontract is, voor alle duidelijkheid, nog geen concessie. De gesprekken daarover lopen nog. Uitgangspunt is om de concessie, met een looptijd van 15 jaar, te gunnen aan de zittende partijen. Naast Rederij Doeksen zijn dat Wagenborg en Teso. Want het concessiesysteem geldt natuurlijk niet alleen voor Terschelling, maar ook voor de andere waddeneilanden.
Dames en heren,
Drie openbaredienstcontracten – van Ameland, Vlieland en Schiermonnikoog –zijn eerder op 20 juni 2006 in Den Haag ondertekend. Terschelling kon toen nog niet meedoen omdat de gemeenteraad nog akkoord moest gaan. Ik heb enorm blij dat de raad nu alsnog heeft ingestemd. En ik ben ervan overtuigd dat we vandaag een belangrijke stap voorwaarts zetten die niet één of twee partijen, maar ons allemaal vooruithelpt.
We hebben lang, maar ook constructief met elkaar gepraat. Ik reken er dan ook op dat we de komende jaren in dezelfde sfeer verder met elkaar blijven samenwerken.
Dank u wel.