Nationale Postconferentie Rotterdam

De heer F. Heemskerk is aanwezig bij de 7e (inter)nationale Postconferentie op 19 december 2007, WTC Rotterdam

Dames en heren, (SHEET 200 JAAR)

Het doet mij plezier hier vandaag bij uw zevende conferentie aanwezig te zijn. Het is dan ook een bijzonder jaar voor de postmarkt.
Precies 200 jaar geleden, in het jaar 1807, is de Eerste postwet ingevoerd. Deze wet regelde het staatsmonopolie op het verzamelen, vervoeren en uitreiken van brieven. Dit staatsmonopolie was met name een bron van inkomsten voor de overheid.
Voor de consument was nog weinig geregeld.
Sinds die tijd zijn er meerdere malen nieuwe postwetten ingevoerd die de postbezorging steeds beter regelden en steeds meer zorg droegen voor de consument.

En nu is het moment aangeland om nog een stap verder te gaan in het zorgen voor een effectieve postmarkt met lage prijzen en veel keuzemogelijkheden voor de consument;
Na 200 jaar, is de invoering van een nieuwe postwet, en het volledig openstellen van de postmarkt, nabij.

Uiteraard zal het u niet zijn ontgaan dat er veel is gebeurd de laatste weken. Ik heb de invoering van de openstelling van de Nederlandse postmarkt uitgesteld. Eerst moet er onder meer duidelijkheid zijn over de gevolgen van de afspraken in Duitsland.
Ik zeg met nadruk: uitgesteld. Want er is beslist geen sprake van afstel. We hebben goede wetgeving in de startblokken. Deze wetgeving moet nog wel worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.

TERUGBLIK
Laat ik nog eens in herinnering roepen waarom we aan deze operatie beginnen. Waarom willen we zo nodig markten – de postmarkt, maar ook de telecommunicatiemarkt en de energiemarkt -openbreken?
Omdat we ervan overtuigd zijn dat de gebruiker hierdoor meer keuzemogelijkheden krijgt, de prijzen lager kunnen worden en er meer ruimte komt voor innovatie en nieuwe toetreders. Die doelstellingen gelden één-op-één ook voor de postmarkt, zowel de zakelijke als de particuliere.

We zijn in Nederland bezig met een voorzichtige en geleidelijke opening van de markt. We hebben lessen getrokken uit eerdere ordeningsoperaties.
Zo vind ik heel belangrijk dat de postdiensten voor de kleinverbruikers, we hebben het dan over de universele dienst, beschikbaar en betaalbaar blijven.
Vanaf 2003 is de markt in een aantal stappen opener gemaakt. Het wettelijk monopolie was reeds stapsgewijs teruggebracht tot brievenpost tot 50 gram vanaf 2006.

We staan nu voor de laatste fase; het openen van de post tot 50 gram. Met het openen van de markt tot 50 gram komt er een einde aan de monopoliepositie van TNT. Post tot 50 gram is zo’n beetje de helft van alle verzonden brieven.
Berekeningen laten zien dat het openen van dit laatste stuk van de markt voor grootverbruikers een voordeel oplevert van naar schatting zo’n 200 miljoen. Ook geeft het innovatie een impuls; zo wordt post steeds effectiever gesorteerd, bijvoorbeeld door automatisering en het sorteren op de looproute van een postbode. Daarnaast krijgen, door opening van de markt de nieuwe toetreders op de postmarkt, zoals Sandd en Selektmail, nog meer kansen.

92 procent van alle post die in Nederland wordt verstuurd, behoort tot de zakelijke markt, waarvan er hier vandaag vele vertegenwoordigers aanwezig zijn. De openstelling van de Nederlandse postmarkt kan voor u dus voordelig uitpakken.
U krijgt meer keuzemogelijkheden, waardoor u kunt besparen op uw verzendkosten. Mooi voor u, maar ook breder voor de Nederlandse economie een belangrijk voordeel.

We mogen bij openstelling van de postmarkt de gewone consument niet uit het oog verliezen.
Hij moet verzekerd zijn van een bepaald basispakket aan postdiensten, de universele postdienst, tegen uniforme en betaalbare tarieven.
Er moeten bijvoorbeeld voldoende brievenbussen blijven. En voldoende postkantoren.
Daarvoor moeten garanties zijn. Onze nieuwe wet- en regelgeving voorziet daarin. De consument wordt nu en straks goed beschermd.

Europees Akkoord openstelling postmarkt
De vrijmaking van de postmarkt is dus gunstig voor Nederland en voor de consument. Maar echt optimaal wordt het pas als de openstelling is gekoppeld aan volledige marktopening in de Europese Unie.

In Engeland, Zweden en Finland is de postmarkt al volledig opengesteld. De Duitsers volgen op 1 januari aanstaande. Daar kom ik nog uitgebreid op terug. Daarmee zijn er straks vier andere lidstaten (buiten Nederland) die vooruitlopen op de rest van Europa. Uiteindelijk zullen alle lidstaten hun postmarkt openstellen. Dat is een aantal maanden geleden, op 1 oktober, afgesproken in de Europese Raad van Ministers. Het Europees Parlement heeft deze week ook ingestemd met het akkoord dat is bereikt tussen de 27 EU-landen.

Het akkoord dat we op 1 oktober hebben bereikt, houdt in dat de postmarkt uiterlijk op 31 december 2010 open zal zijn. Een aantal lidstaten, vooral nieuwe toetreders, kunnen 2 jaar uitstel krijgen tot 31-12-2012. Deze datum van openstelling ligt uiteindelijk later dan wat ik heb bepleit. Maar daar staat tegenover dat deze datum wel onvoorwaardelijk is, in tegenstelling tot eerdere opties. Er is eindelijk duidelijkheid en niemand lag dwars.
Dat schept helderheid voor de markt.

Het Europese speelveld
Wij gaan in navolging van het VK, Zweden en Finland eerder openstellen dan deze Europese datum. Ik heb alleen twee weken geleden besloten even een pas op de plaats te maken en niet al per 1 januari as open te gaan zoals het plan was. Het openstellen van de postmarkt is geen kwestie van een lint doorknippen of een slagboom optrekken. Daar komt meer bij kijken. Kort wat achtergronden bij mijn besluit.

We zijn niet alleen op de wereld, ook niet als het om de post gaat. Als we van de openstelling een succes willen maken, dan is het van groot belang dat dit niet geïsoleerd van andere Europese landen gebeurt. In het Verenigd Koninkrijk is de volledige liberalisering een feit sinds 1 januari 2006. In Duitsland is de openstelling voorzien voor 1 januari 2008. Deze landen zijn belangrijk voor Nederlandse bedrijven, aangezien het de grootste markten zijn. De Engelse, Duitse en Nederlandse postmarkten samen vormen ongeveer 50% van de EU-postmarkt.

Openstelling van deze markten biedt veel kansen voor Nederlandse postbedrijven. Maar dan moet er wel sprake zijn van een voldoende gelijk speelveld. In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland vallen de postbedrijven nog niet onder hetzelfde btw-regime; dat wil zeggen dat de leverancier van de universele dienst nog steeds een btw-vrijstelling heeft, in tegenstelling tot de andere postbedrijven.

De Britse regering heeft op dit moment nog geen plannen om daar verandering in te brengen. Wel is het zo dat sinds dit jaar postvervoerbedrijven zoals TNT UK over de bezorging van de post door Royal Mail geen btw meer hoeven te betalen en dus over dit onderdeel geen btw meer bij hun klanten in rekening hoeven te brengen. Het btw-nadeel dat TNT UK had, is dus afgenomen.
En in Duitsland is nog discussie gaande over de btw-heffing.

Overigens is het niet zo dat TNT als gevolg van de ongelijkheid niet kan opereren op de Engelse en Duitse markt. In tegendeel zou ik zeggen, want TNT is zeer actief op deze markten.

Er loopt nu een infractieprocedure van de Europese Commissie tegen onder andere Duitsland en het Verenigd Koninkrijk om te komen tot een gelijke behandeling. Ook heeft parallel hieraan een Britse rechter prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof over de uitleg van de btw-richtlijn en btw voor postdiensten. Daarin komen alle relevante vragen met betrekking tot de btw behandeling van postbedrijven aan de orde. Naar verwachting zal het Europese Hof in de loop van 2008 antwoord geven op de vragen.

Duitsland
Ik noemde aan het begin gelijk al de Duitse situatie. Wat speelt daar nu precies wat ons mede tot uitstel heeft gebracht?

Er lag 29 november jl. een nieuw feit, dat we bij de behandeling van het wetsvoorstel om de markt te openen in Nederland niet konden voorzien: de invoering door de Duitse regering van een minimumloon in Duitsland voor briefbestellers van 8,00 - 9,80 Euro per uur.

Natuurlijk gun ik Duitse postbestellers euro 9,80, dat is hier het punt niet. En natuurlijk kan de Duitse overheid een dergelijk minimumloon invoeren – ook dat staat niet ter discussie.
Maar de gevolgen zijn groot. Ter illustratie: direct na het besluit heeft de nieuwe toetreder Pin Group ongeveer 1.000 ontslagen aangekondigd. Inmiddels heeft de Pin Group haar mogelijke faillissement aangekondigd, met als oorzaak het overeengekomen minimumloon. Dit is overigens niet de enige reden voor het mogelijke faillissement.

Ook TNT heeft de aangekondigde samenwerking met Hermes Logistik Gruppe afgeblazen en zal niet overgaan tot postbezorging van private klanten vanaf 2008 en heroverweegt haar overige activiteiten in Duitsland.

We mogen er wel van uit gaan, dat met deze stap de-facto wel eens een ongelijk speelveld in de belangrijkste Europese postmarkt kan ontstaan. Zoals we hebben afgesproken, de belangrijkste toetssteen voor inwerkingtreding.

De exacte gevolgen van de voorgenomen maatregel kon en kan ik nu niet overzien: Welke bedrijven vallen er onder dit minimumloon? Welke groepen werknemers (bijv.: wel/niet zelfstandigen)? Wordt het genoemde bedrag van euro 9,80 per uur direct ingevoerd of met een overgangstermijn?

Vanwege die onduidelijkheden heb ik gezegd: even pas op de plaats met inwerkingtreding in Nederland. Eerst kijken, of er zo’n ongelijk speelveld ontstaat en wat exact de gevolgen zijn van invoering van een dergelijk minimumloon. Eind februari hoop ik dat beeld duidelijk te hebben.

Als het totale beeld helder is, kan een goede afweging gemaakt worden. Uiteraard moeten we dan de voordelen van consument en bedrijfsleven bij invoering van de wet – en die zie ik zeker, ook het belang van de nieuwe toetreders – afwegen tegen een eventueel ongelijk Duits speelveld.

Ik heb u al gezegd: dit is uitstel, maar zeker geen afstel. Ik ga en zal de gebruikers van postdiensten de voordelen van het afbreken van het huidige monopolie niet ontzeggen.

Eén effect heeft mijn besluit tot uitstel wel al tot gevolg gehad: alle Duitse media hebben er over bericht en we hebben een helder signaal aan de Duitse regering gegeven.

Arbeidsvoorwaarden
Een ander punt dat een rol speelde in het uitstel in Nederland zijn de arbeidsvoorwaarden in de postsector. Die moeten gewoon in orde zijn, zowel wat betreft de beloning als de andere voorwaarden. Niet een kwestie waarmee ik me rechtstreeks bemoei, maar een zaak van werkgevers en vakbonden.
Het Kabinet volgt het overleg hierover op de voet. EZ heeft ook samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek gedaan naar de vraag of de sociale bescherming van postbezorgers die werken op basis van een overeenkomst van opdracht (een OVO), zoals postbezorgers in de bedrijven Sandd en Selektmail, in wet- en regelgeving afdoende is geregeld.

Gebleken is namelijk dat de beloning van postbezorgers in het recente verleden in sommige gevallen onder het minimumloon (inclusief vakantiegeld) is uitgekomen. Ik vind dat niet aanvaardbaar! Postbezorgers die aan de normprestatie voldoen, moeten ten minste het minimumloon verdienen.

De postbedrijven hebben intussen laten weten dat ze hun beloningssystemen zullen aanpassen. Postbezorgers die voldoen aan de normen voor het aantal te sorteren en te bestellen poststukken per uur, krijgen minimaal het minimumloon (inclusief vakantietoeslag).

Ik wil hier toch nog wel eens benadrukken dat de wettelijke sociale bescherming het minimum is waaraan moet zijn voldaan. Daarnaast is het gewenst dat sociale partners goede afspraken maken over de andere arbeidsvoorwaarden. Afspraken die overigens vandaag, 19 december, nog niet zwart op wit staan.

Hoe nu verder in Nederland?
Eind februari stuur ik een brief aan de Tweede kamer waarin ik de balans opmaak over de effecten van het minimumloon in Duitsland gecombineerd met de BTW-vrijstelling. Ook hoop ik dat de sociale partners in Nederland goede afspraken maken. Ik vind het jammer dat ik tot uitstel heb moeten besluiten, want de nieuwe postwet is evenwichtig en regelt de opening van de markt zorgvuldig voor zowel de postbedrijven als voor de consument. Ik hoop snel de laatste stap te kunnen zetten en richt daarbij op de eerste helft van 2008.

Ik wens u nog een interessante middag toe!