NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Vice-minister-president Bos, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de stroomstoring in de Bommelerwaard, de internationale kredietcrisis, het Hervormingsverdrag en het wekelijks gesprek van Bos met RTLZ.

STROOMSTORING BOMMELERWAARD

SCHILHAM:
Minister Bos, heeft u in het kabinet stil gestaan bij de problemen in de Bommelerwaard waar mensen dagenlang zonder stroom hebben gezeten?

BOS:
Ja, dat hebben we gedaan. Allereerst natuurlijk omdat daar gewoon heel veel mensen zonder stroom in de kou en het donker hebben gezeten. Veel langer dan ieders bedoeling was. Het is al erg genoeg als zoiets gebeurt. Vervolgens moet je natuurlijk wel proberen om de zaak zo snel mogelijk te repareren. Dat is helaas de afgelopen dagen steeds weer wat langzamer gegaan dan in de planning lag. Vervolgens is natuurlijk ook de vraag aan de orde of er ongelukken verder gebeuren, of er sprake is van rellen.

SCHILHAM:
Dat zal wel meevallen, hè?

BOS:
Ja, dat valt gelukkig allemaal wel mee. En wat dat betreft mijn complimenten aan iedereen die daar in de Bommelerwaard zijn bijdrage geleverd heeft. Natuurlijk de mensen die daar wonen zelf, maar ook de politie. Dat is allemaal buitengewoon goed gegaan.

SCHILHAM:
Er zijn ook mensen die schade hebben geleden.

BOS:
Precies, dat is ook waar wij bij stil hebben gestaan. Ook al kunnen we daar nu niet zo heel erg veel over zeggen. Onze eerste prioriteit was echt weer om de boel weer aan de praat te krijgen. Daarna gaan we natuurlijk ook kijken over er schade is, bij wie die schade is, wie daarvoor verantwoordelijk is. En dan zal dat allemaal op de een of andere manier afgehandeld moeten worden.

SCHILHAM:
Ligt het niet voor de hand dat u als minister van Financiën daar ruimhartig zult zijn bij die schadevergoedingen. Ik bedoel, het is toch een helikopter van de overheid geweest die de schade heeft veroorzaakt.

BOS:
Bij dit soort zaken waar sprake kan zijn van grote schade denk ik dat je er goed aan doet om niet vooruit te lopen om hoeveel het gaat en wie daar nu precies voor verantwoordelijk is. De eerste prioriteit was zoals ik zei om de boel weer aan de praat te krijgen. Daarna gaan we kijken naar de schade. Dan zullen we ook kijken wie er verantwoordelijk is.

SCHILHAM:
Het klinkt een beetje kil, een beetje juridisch.

BOS:
Juist bij dit soort zaken moet je denk ik ook geen verwachtingen wekken die je niet kunt waarmaken. Als ik nu allerlei stoere uitspraken zou doen wie er wel of niet op compensatie zou kunnen rekenen en ik over een paar weken of over een paar maanden zou moeten zeggen dat het misschien toch allemaal anders ligt, dan denk ik dat mensen daar weinig waardering voor zouden hebben. Dus liever zorgvuldig de zaak benaderen zodat iedereen echt op tijd weet waar hij aan toe is.

INTERNATIONALE KREDIETCRISIS

SCHILHAM:
Gisteren was er een sombere boodschap van de president van De Nederlandse Bank, Nout Wellink. Hij wees op de internationale kredietcrisis die langer duurt dan verwacht was. En hij wees op de mogelijke schadelijke gevolgen voor de Nederlandse economie. Een zorgelijk verhaal. Deelt u zijn zorgen?

BOS:
Ik ben wel met hem van mening dat het nog niet voorbij is. En dat er nog best wat schokken of schokjes door het internationale financiële systeem heen kunnen gaan. Tegelijkertijd constateer ik met hem dat de Europese economie daar veel minder van te lijden heeft, dan de Amerikaanse economie. En dat binnen de Europese economie juist de Nederlandse economie het nog steeds beter dan het gemiddelde blijft doen. Dus we staan er wat dat betreft echt goed voor.

SCHILHAM:
Toch zegt hij dat de economische groei onder druk kan komen te staan.

BOS:
Ja, dat kan, zij het maar heel beperkt. Zoals gezegd, zelfs al zou je corrigeren voor dit soort ontwikkelingen , dan blijven we meer dan gemiddeld groeien in Europa. Dat is beter dan een gemiddeld Europees land. Dat is geen reden om nu op onze handen te gaan zitten en denken dat alles goed komt. Nee, we blijven alert. We hebben ook deze week gezien dat de centrale banken, zowel de Europese centrale banken als de Amerikanen als de Engelsen hebben ingegrepen toen ze dachten dat het geld toch niet voldoende snel rondliep tussen de banken in Europa. Ze hebben extra krediet ter beschikking gesteld. Dat is wel om de economie aan de praat te houden. En dat is wel belangrijk.

SCHILHAM:
Maar dat is een gezamenlijke actie van de centrale banken. Dat meen ik was voor het eerst sinds de aanslagen op 11 september 2001.

BOS:
Jazeker.

SCHILHAM:
Dat kan je ook opvatten als een signaal dat het echt wel goed mis is.

BOS:
Ik denk dat die constatering op zich terecht is. Kijk, die aanslag op 11 september was voor iedereen zichtbaar wat daar gebeurde. Het bracht het vertrouwen in de economie misschien zelfs in de toekomst enorm aan het wankelen. Daar is toen zeer zichtbaar ingegrepen door centrale banken. Wat zich de afgelopen maanden heeft afgespeeld in de internationale financiële wereld ontrekt zich natuurlijk eigenlijk aan de waarneming. Dat heeft betrekking op hoe makkelijk en voor welke prijs banken aan elkaar krediet verlenen of verplichtingen wel afgelost kunnen worden, wie er wel of geen problemen heeft. Daar hebben banken bij elkaar weinig zicht op. Daar hebben toezichthouders [onverstaanbaar] zicht op. Dus dat is voor het grote publiek veel minder zichtbaar. En als er dan toch zo'n ingreep plaatsvindt, zoals afgelopen week heeft plaatsgevonden, dan betekent dat inderdaad dat er wel degelijk wat aan de hand was. Maar het goede nieuws is natuurlijk wel dat daarmee ook bewezen is dat de mannen en vrouwen die we hebben benoemd om adequaat te reageren op dit soort crises, namelijk de bankpresidenten, dat ook doen. En daarmee zorgen we dat de economie wel blijft draaien.

SCHILHAM:
U noemt het grote publiek. Kan het grote publiek ook de gevolgen daarvan gaan ondervinden als het toch wat minder blijft lopen dan u hoopt?

BOS:
Ja, zoals gezegd, het zou kunnen zijn dat de Nederlandse economie de komende jaren net een beetje minder goed groeit dan anders het geval zou zijn geweest.

SCHILHAM:
Moet u dan ook gelijk gaan bezuinigen als minister van Financiën?

BOS:
Nee, we hebben ons begrotingsbeleid zo ingericht dat we, of het nu wat beter gaat dan we dachten of dat het wat slechter gaat dan we dachten, niet ineens enorme wijzigingen in beleid moeten doorvoeren. Die plannen staan gewoon voor de komende jaren. En dat blijft ook gewoon overeind. Maar zoals gezegd, het zou best kunnen dat het allemaal net wat minder hard groeit. Tegelijkertijd constateer ik, Nederland is het land in Europa wat zo ongeveer het minste last van heeft van iedereen. En dat betekent gewoon dat we een sterke economie hebben en er goed voorstaan.

SCHILHAM:
U ligt er niet wakker van.

BOS:
Nou ja, ik wil mezelf niet de put in laten praten. Ik denk dat we in Nederland over een financieel gezonde uitgangssituatie beschikken, een gezond bedrijfsleven, enorme exportrecords ook dit jaar weer breken. Investeerders en ondernemers die vertrouwen hebben in de toekomst. Ik bedoel, dat staat allemaal ongeacht die uitspraken van Wellink gewoon recht overeind.

SCHILHAM:
U moet dat waarschijnlijk ook zeggen omdat het vertrouwen hierbij een hele belangrijke rol speelt, toch?

BOS:
Ik zeg het omdat ik er ook echt in geloof. En tegelijkertijd, het is mijn verantwoordelijkheid, het is de verantwoordelijkheid van Nout Wellink, het is de verantwoordelijkheid van heel andere mensen om niet naïef te zijn. Ze blijven wel opletten. En als er ingegrepen moet worden, zoals deze week gebeurde, dan zal er ook ingegrepen worden. En ook dat is goed voor de consument.

HERVORMINGSVERDRAG

SCHILHAM:
Goed, naar een andere crisis, die van Europa. Althans de crisis van de afgelopen jaren nadat de grondwet verworpen was, is er gisteren een nieuw verdrag getekend. Namens Nederland ook door premier Balkenende. Het moet een opluchting zijn, want Europa kan nu weer verder en Nederland was toch een van de spelbrekers twee jaar geleden.

BOS:
De Nederlandse bevolking heeft destijds nee gezegd tegen dat Europese grondwettelijke verdrag. De Franse bevolking ook. Waarschijnlijk zouden er nog wel een paar andere volkeren in Europa dat ook gedaan hebben als het toen aan hun was voorgelegd, bijvoorbeeld de Polen en de Engelsen. En dat heeft wel tot gevolg gehad dat er is heronderhandeld. Dat er een beter verdrag uit is gekomen. Voor een socialer Europa. Dat ook elke tendens tot Europa superstaat eigenlijk uit dat verdrag verdwenen is. En dan hoop ik nu wel dat we een periode kunnen afsluiten dat we eindeloos praten over de spelregels van Europa, maar aan het spel zelf eigenlijk niet toekomen. Het moet gewoon weer gaan over banen, over pensioenen, over sociale zekerheid, over milieu, over bestrijden van terrorisme. Allemaal dingen die we beter kunnen doen als we in Europa ons er samen aan zetten dan als we dat elk land apart proberen te doen.

SCHILHAM:
Is dit het begin van de propagenda campagne van het kabinet om Europa te verkopen. Want dat gaat u doen, hè?

BOS:
Ja, maar kijk we hebben natuurlijk wel een hele dure les geleerd. Ik heb zelf een aantal jaren in het buitenland gewerkt voordat ik de Nederlandse politiek in kwam. En het is mij wel opgevallen dat Nederland het land was waar zo ongeveer het minst over Europa gepraat werd van alle andere Europese landen. Want wat er ook gebeurt in Europa, het leek de Nederlanders weinig te kunnen schelen. Totdat we de Nederlanders de mogelijkheid gaven om zichzelf door middel van een referendum over Europa uit te spreken. En toen bleek er ongelofelijk veel onvrede te zijn over wat er in Europa aan de hand was.

SCHILHAM:
Daarom hield u deze keer geen referendum.

BOS:
We hebben goed geluisterd naar die onvrede. Daarom hebben we ook een beter verdrag uitonderhandeld. En de les die we geleerd hebben is dat we dus nooit meer maar door moeten gaan met Europa zonder burgers erbij te betrekken. Nee, het moet op scholen gaan over Europa, in de media moet het gaan over Europa, in de gemeenten moet het gaan over Europa. En dat gaan we dus actief oppakken.

SCHILHAM:
Ja, maar met een reclamebureau lijkt het alsof u iets wilt gaan verkopen. Dat u het Europese verdrag dat er nu ligt wilt gaan verkopen aan de bevolking.

BOS:
Je kunt beter een reclamebureau dat weet hoe je op een goede manier een boodschap over het licht kunt brengen erbij halen, dan dat we van allemaal politici straks een beeld krijgen die volstrekt onbegrijpelijk aan het brabbelen zijn over Europa en de mensen meteen doorschakelen naar het volgende net om naar iets interessanters te kijken. Dan heb ik liever dat we goed nadenken over hoe we zeggen wat we willen zeggen. En daar gebruik je ook hulp bij van mensen die daar verstand van hebben.

SCHILHAM:
Er is veel kritiek gekomen op deze plannen, zelfs vanuit de coalitie. Er is gezegd: moet je dat nu op zo'n manier doen, propageren. En mensen zullen misschien denken: ze wilden onze mening niet weten. Ze wilden geen referendum deze keer en ze komen nu de boel verkopen aan ons.

BOS:
Nee, maar de mensen zijn niet gek. En een ding weet ik wel. Ook uit mijn eigen tijd uit het bedrijfsleven. Een slecht product kun je niet verkopen door er een mooi babbeltje aan te wijden. En als wij dus samenwerking zoeken, ook met reclamebureaus dan is het omdat we denken dat we een goed product hebben. Een nieuw Europees verdrag voor een socialer Europa, voor een democratisch Europa, voor geen Europa superstaat. En dan vind ik het gewoon wel verstandig om mensen die er verstand van hebben, die een goede boodschap over het licht kunnen brengen, om die er ook bij te betrekken.

WEKELIJKS GESPREK BOS BIJ RTLZ

SCHILHAM:
Een laatste vraag. U zit hier omdat premier Balkenende in Europa is. Daarom doet u het gesprek met de minister-president. Maar nu gaat u zelf een wekelijks gesprek houden bij RTL op dinsdagmiddag. Had u zoveel behoefte aan een eigen podia?

BOS:
De ene minister schrijft een nieuwsbrief, de andere heeft een Hyvespagina en de derde geeft een interview bij RTLZ. En dat doe ik.

SCHILHAM:
U vindt het wel een lekker idee dat u elke tien minuten…

BOS:
Er gebeurt zoveel op financieel gebied in Nederland, in Europa en in de wereld. Dit is een televisiezender die ook specifiek daar aandacht voor vraagt. Als je nu als minister van Financiën daar af en toe wat over kunt vertellen, dat leek me de moeite waard om te proberen.

SCHILHAM:
Ik begreep dat de premier niet helemaal enthousiast was over dit plan.

BOS:
Ik heb er in ieder geval niets van gemerkt, want we hebben er gewoon met elkaar over gesproken.

SCHILHAM:
U denk niet dat hij bang is dat u het gras voor zijn voeten wegmaait op dinsdagmiddag?

BOS:
Nee, dat geloof ik niet zo.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)