'De positieve effecten zijn pas op termijn zichtbaar'
Hans Noorlander is projectmanager invoering zorgzwaartebekostiging bij Zuidwester, een organisatie die zorg en dienstverlening biedt aan mensen met een handicap. We vroegen hem naar zijn ervaringen.
Zorgzwaartebekostiging
De effecten van de invoering van een dergelijk nieuw systeem zijn fors: ‘Voor de bedrijfsvoering betekent het in feite dat we alles wat we doen opnieuw moeten bekijken. Zo vraagt de zorgzwaartebekostiging onder andere om een andere manier van verantwoorden. Dat gebeurt in de toekomst veel meer op cliëntniveau dan vroeger. Daarnaast moeten we de vormgeving van de zorgplannen nu afstemmen op de zorgzwaartepakketten. Vooral dat laatste doen we voorzichtig. Zuidwester zit midden in een aantal organisatorische veranderingen en we moeten onze functionarissen niet te zwaar belasten. Financieel gezien bestaat er nog veel onduidelijkheid, maar mijn eerste inschatting is dat we er licht op vooruit gaan door de invoering van de zorgzwaartebekostiging.’
Vanwege de situatie binnen de organisatie zijn ook de prioriteiten aangepast: ‘We richten ons eerst op het aanpassen van de administratieve systemen en het opleiden van de sleutelfiguren. Dan is het middelmananagement aan de beurt en tenslotte de uitvoerders.’
Het feit dat Zuidwester momenteel in zwaar weer verkeert, hoeft volgens Noorlander niet tot extra problemen te leiden: ‘De organisatorische situatie vraagt om een zorgvuldige planning en strakke sturing van bovenaf. Daardoor is er nu veel daadkracht binnen de organisatie om de nodige aanpassingen voor elkaar te krijgen. Ik sluit dan ook niet uit dat wij in het najaar van 2008 verder zijn dan een groot aantal andere organisaties. Puur omdat wij wel móeten.’
Ook over de voorlichting van de cliënten is Noorlander duidelijk: ‘Het is nu nog veel te vroeg om cliënten te informeren over het systeem van zorgzwaarte bekostiging. Daarvoor zijn er nog teveel onzekerheden. Ik geef liever meteen de juiste informatie dan dat ik eerdere berichten moet corrigeren. Er is afgesproken dat we wachten tot er meer duidelijkheid is over de zorgzwaartebekostiging, en vooral over de omzetting van non-indicaties, voordat we de cliënten en hun verwanten voorlichten.’
Op het eerste gezicht is Noorlander dus best te spreken over de zorgzwaartebekostiging. Toch heeft hij ook een aantal kritische kanttekeningen: ‘Omdat het systeem nieuw is voor alle gebruikers in de keten hebben we te maken met externe bureaucratie, bijvoorbeeld van het CIZ. Daarnaast is het systeem nog onder constructie. Aanpassingen in het beleid in dagbesteding en behandeling leiden tot ingrijpende aanpassingen in het systeem van zorgzwaartebekostiging. Zo kregen we bijvoorbeeld te maken met branchevreemde indicatiestellingen terwijl eerder was afgesproken dat we geen gebruik mochten maken van indicaties uit andere sectoren. Voordat we dat recht kunnen trekken hebben we eerst méér bureaucratie nodig voordat we straks een goed werkend en doorzichtige systematiek hebben. De positieve effecten, zoals het besef dat een cliënt een vaste hoeveelheid geld meebrengt, zullen vooral op de lange termijn zichtbaar worden. Tot die tijd is het vooral veel extra werk.’