Toespraak bij het in ontvangst nemen van onderzoeksrapport 'Biologisch Gezonder?'
Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij het in ontvangst nemen van het onderzoeksrapport 'Biologisch Gezonder?', 13 december 2007.
Dames en heren, Vincent Blok,
Allereerst hartelijk dank voor het rapport. En wat een timing! Niet alleen staan de kranten vol met de opmars van biologisch voedsel, maar ik presenteer vanmiddag ook nog eens de Nota Biologische Landbouw.
Het is - kortom - biologisch wat de klok slaat: omdat het gezonder zou zijn en omdat het het dierenwelzijn verbetert. Tenminste: dat nemen we aan, omdat er nooit echt goed onderzoek naar is gedaan.
Die vraag naar 'Is biologisch nu wel of niet gezonder' speelde ook al in 2004. In dat jaar werd op verzoek van LNV een workshop gehouden met de titel: Biologisch gezonder: fabel of feit?
En daar liepen de emoties hoog op. De ene groep vond het maar een fabel. Immers, er lag geen wetenschappelijk bewijs en er waren weinig harde gegevens. Maar de andere groep zweerde er echter bij: biologisch voedsel beschermt tegen ziekte. Want het bevat meer vitamines en mineralen. Het zal u niet verwonderen dat de einduitkomst van die dag luidde: 'er is geen eenduidig oordeel mogelijk over de vraag of biologisch voedsel aantoonbaar gezonder is'.
Echter, omdat de gezondheid van biologische levensmiddelen een belangrijk motief was (en is) voor consumenten om deze levensmiddelen te kopen, is besloten om onderzoek in te stellen. Dit overigens ook omdat Stichting Natuur en Milieu, Greenpeace, Biologica en Wakker Dier het Kabinet vroegen duidelijkheid te verschaffen over de relatie tussen gezondheid en biologische voeding.
Onderzoek
Dat onderzoek - waarvan het eindresultaat net door mevrouw Huber is aangeboden - startte in 2005. We vroegen - samen met het ministerie van Economische Zaken, de Triodos Banken en de Rabo Bank - om een onderzoek naar de gezondheid van biologische levensmiddelen. En we gaven de opdracht aan een breed palet van onderzoekspartijen: het Louis Bolk Instituut, het instituut voor Voedselveiligheid (RIKILT), Wageningen Universiteit en TNO, dat alles begeleid door mensen van Wageningen, het RIVM, en de universiteit van Utrecht.
Resultaten
Het resultaat van twee jaar noeste arbeid, dames en heren, heb ik hier in mijn hand. En u heeft net de belangrijkste conclusies gehoord.
Ik heb het voor mezelf ook even op een rijtje gezet, en mij is een aantal zaken bijgebleven:
Zowel de dieren die 'gewoon' voer te eten kregen, als de dieren die biologisch voer aten, waren gezond. In dat opzicht was er dus geen verschil. Er zijn wel verschillen gevonden in de afweer van de dieren. De dieren die biologisch voer hadden gegeten, hadden duidelijk een betere afweer tegen schadelijke invloeden van buitenaf dan de andere dieren.
Helaas - en nu krijg ik toch een déjà vu naar 2004 - kunnen daar geen conclusies over worden getrokken als het gaat om de mens. De deskundigen zijn het niet eens over wat dat 'verschil in afweer' betekent voor de gezondheid van de mens.
En dat is natuurlijk jammer, want onderzoek naar de gezondheid van mens en dier zal in de komende jaren steeds belangrijker worden. Denkt u aan de gezondheidsclaims die er meer en meer komen.
Ik hoop dan ook zeer dat dit onderzoek het beginpunt wordt van verder onderzoek, zodat we binnen afzienbare tijd toch iets substantieels kunnen zeggen over de mogelijke gezondheidsbevorderende effecten van biologische voeding bij de mens.
Is dit onderzoek - door dit enigszins tegenvallende onderzoeksresultaat - dan minder waard geworden? Nee, want er blijven nog genoeg eye-openers over.
Zo maakt dit onderzoek duidelijk dat goede voeding leidt tot gezonde mensen. En het maakt daarbij - volgens het onderzoek - niet uit of de voeding afkomstig is van gangbare of biologische productie.
Ook geeft het onderzoek aan dat kippen een betere afweer hebben, en eerder herstellen na een ziekte of ander ongemak, als ze op biologisch voer gehouden worden.
Verder weten we dat de biologische landbouw meer duurzaam is dan de gangbare landbouw en gunstiger is voor het dierenwelzijn.
Dat zijn toch positieve resultaten voor de biologische landbouw. En als je die resultaten zet naast het gegeven dat de burger een koe in de wei prefereert boven de gangbare landbouw, dan kun je niet anders dan concluderen dan dat de biologische landbouw de toekomst heeft. Zonder daarbij overigens de verdiensten van de gangbare landbouw te negeren, want ook daar komen genoeg levensmiddelen vandaan die de gezondheid van de mens ten goede komen.
Dames en heren,
Ik wil afronden met nogmaals de onderzoekers te bedanken voor dit rapport. Allereerst natuurlijk omdat ik gelukkig ben met het feit dat nu eindelijk wetenschappelijk bewezen is dat biologische voeding goed is voor de gezondheid en het welzijn van landbouwhuisdieren.
Maar in de tweede plaats zeker ook omdat dit rapport over de gezondheid van levensmiddelen laat zien, dat het onderzoek weliswaar lastig, maar wel uitvoerbaar is. En dat de samenwerking tussen beleid en sector als opdrachtgevers, en de verschillende onderzoeksinstellingen als opdrachtnemers een toegevoegde waarde heeft.
En dat vind ik een waardevol gegeven voor de toekomst. Dit is de eerste keer dat de relatie tussen biologische voeding en gezondheidseffecten zo grootschalig is onderzocht. Ik zie het dan ook graag als een aanzet, als een eerste stap, naar verder onderzoek over de gezondheidseffecten van biologische voeding bij de mens.
Ik dank u voor uw aandacht.