Video: Justitie in Europa, hoe werkt dat?
In de Raad van de Europese Unie zijn de regeringen van de 27 lidstaten vertegenwoordigd. Ongeveer zes keer per jaar komt minister Hirsch Ballin samen met alle Justitie-ministers van de EU-lidstaten. Zij vormen de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. In de Raad nemen de bewindspersonen een gezamenlijk besluit over het te volgen beleid binnen de EU.
[ Raadslid spreekt Sloveens ]
[ Raadslid spreekt Fins ]
[ Raadslid spreekt Frans ]
Voice-over: De Raad van de Europese Unie is de plek waar de bewindspersonen uit alle 27 EU-lidstaten samenkomen. Ongeveer zes keer per jaar komt hier de JBZ-raad bijeen, waarin onder meer Justitie-onderwerpen besproken worden. De besluiten die hier worden genomen hebben direct gevolgen voor de Nederlandse burger. Hoe dat in zijn werk gaat, vertelt minister Hirsch Ballin van Justitie.
- Goedemorgen.
Hirsch Ballin: Goedemorgen.
- We zijn hier in Brussel, u heeft zometeen overleg met de Europese ministers. Wat staat er op de agenda?
Hirsch Ballin: Een hele reeks onderwerpen. Een van de onderwerpen die ik speciaal belangrijk vind voor Nederland is het kaderbesluit over voorwaardelijke straffen en alternatieve straffen.
- En hoe gaat dat precies in zijn werk, de aanloop naar de vergadering, de vergadering zelf?
Hirsch Ballin: Er is uitgebreid overleg geweest ter voorbereiding daarvan wat nu onze taak is als ministers van Justitie van de 27 lidstaten is de laatste knopen doorhakken, spreken over de dingen die nog niet konden worden opgelost, en hopelijk komen we vandaag echt een stap verder.
Voice-over: Voorafgaand aan de raad heeft de minister een bespreking met zijn ambtenaren en de permanente vertegenwoordiging.
Hirsch Ballin: Dit is de delegatiekamer van de Nederlandse delegatie bij de Raad van de Europese Unie. Dadelijk begint de vergadering en hier kunnen we nog even werkoverleg met de medewerkers hebben. Een van de agendapunten zijn de voorwaardelijke straffen andere punten nemen we natuurlijk ook hier door en zo gaan we dadelijk goed voorbereid de vergadering in.
Voice-over: Na afloop van de raad geeft de minister een persbriefing waarin hij de besluiten uit de vergadering toelicht. In dit geval het onderwerp: alternatieve straffen en voorwaardelijke sancties.
Hirsch Ballin: Stel dat een Nederlander op vakantie in Frankrijk bijvoorbeeld verwikkeld raakt in een vechtpartij op de camping, moet je niet doen natuurlijk, maar het kan gebeuren, en als dan de Franse rechter aanleiding ziet om een straf op te leggen, die niet betekent alleen maar in de cel zitten, maar bijvoorbeeld voorwaarden waarmee je kunt ontkomen aan een langere celstraf, gedrag moet je aanpassen, het moet niet opnieuw gebeuren, dat is iets wat wij ook willen natuurlijk. Dan kan volgens dit kaderbesluit Nederland het overnemen om op die voorwaarden toe te zien, dan kan de betrokkene naar Nederland terug, en dan zien wij erop toe dat die voorwaarden worden nagekomen. Net zoals het omgekeerde zal gebeuren als een Fransman dat doet op een Nederlandse camping.
Voice-over: Na de raad vertrekken de ministers weer om de genomen besluiten op nationaal niveau te bespreken
- Heeft u een geslaagde dag gehad?
Hirsch Ballin: Ja, het was een goede vergadering, we hebben eigenlijk op alle onderwerpen waar we over zouden spreken resultaten bereikt. Natuurlijk er zijn altijd ook wat dingen waar nog problemen moeten worden opgelost, maar er is ook politieke overeenstemming over het kaderbesluit over de voorwaardelijke en alternatieve straffen en dat was voor mij een van de hoofdpunten van deze vergadering.
- Hoe gaat het met het besluit nu verder in Den Haag?
Hirsch Ballin: Wat we nu moeten doen is nog een laatste verwerking van de juridische finesses, dan komt het nog een keer op de agenda voor de laatste formele besluitvorming. En intussen gaan we zelf aan de slag met het voorbereiden van de wetgeving die nodig is voor de uitvoering van dit kaderbesluit.
- En dat gaat u ze nu in Den Haag vertellen?
Hirsch Ballin: Dat is nu onze volgende taak, terug op het Ministerie van Justitie, in Den Haag.
De laatste Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken onder het Portugese voorzitterschap
Op 6 en 7 december vond in Brussel de Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken plaats (JBZ-raad). In de ochtend van 6 december werd er gezamenlijk met de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gediscussieerd over migratie. Verder sprak de JBZ-raad over strengere regels voor vuurwapens, alternatieve en voorwaardelijke straffen en over een europese dag tegen de doodstraf. Nederland werd vertegenwoordigd door de Staatssecretaris Albayrak en minister Donner in de discussie over migratie. In de JBZ-raad vertegenwoordigden minister Hirsch Ballin en minister Ter Horst Nederland.
Arbeidsmigratie en de Europese kenniseconomie
Bij dit onderwerp ging de discussie vooral over de vraag of arbeidsmigratie kan bijdragen aan het versterken van de Europese economie. Doel van de EU is om in 2010 tot de beste economieën ter wereld te behoren. Het aantrekken van hoogopgeleide arbeidsmigranten kan daar een bijdrage aan leveren.
In de discussie kwam naar voren dat hoogopgeleide migranten daar inderdaad een bijdrage aan kunnen leveren maar dat dit niet de enige oplossing is voor onze economie. De ministers van Sociale zaken en hun Justitie-collega’s spraken af goed met elkaar te blijven optrekken.
Erkenning en toezicht voorwaardelijke en alternatieve straffen
De EU-ministers spraken verder over een voorstel voor de wederzijdse erkenning en toezicht op voorwaardelijke en alternatieve straffen, zoals taakstraffen. Vergelijkbare afspraken bestaan al voor gevangenisstraffen die in een andere lidstaat zijn opgelegd dan waar ze worden uitgevoerd.
Met de regeling voor alternatieve en voorwaardelijke straffen wil de Commissie de rechtspositie van EU-burgers verbeteren, die in een andere lidstaat dan de lidstaat waar ze wonen, worden verdacht van een strafbaar feit. Lidstaten worden namelijk verplicht om een vonnis dat in een andere lidstaat is opgelegd, te erkennen en uit te voeren.
Strengere Europese regels voor vuurwapens
De Raad is akkoord gegaan met het aanscherpen van de bestaande regels voor vuurwapens in de Europese Unie.
De verplichting om vuurwapens in een nationale databank te registreren, is verlengd tot een periode van 20 jaar, nu was dat maar 10 jaar. Verder is besloten dat er een betere markering moet komen voor wapens en onderdelen. Ook zijn zogenaamde ‘convertibele’ wapens onder de regels gebracht. Het gaat dan om wapens die omgebouwd kunnen worden, zoals bij voorbeeld speelgoed-pistolen en alarmpistolen.
Ten slotte zijn er afspraken gemaakt om meer aandacht te geven aan de handel in vuurwapens.
De Europese dag tegen de doodstraf
De EU voert reeds lange tijd een beleid tegen de doodstraf. Daarvoor wordt ook in internationaal verband gepleit. De JBZ-raad heeft nu besloten om naast de reeds bestaande internationale dag tegen de doodstraf ook een Europese dag tegen de doodstraf in te voeren. Deze internationale én Europese dag tegen de doostraf zullen elk jaar plaatsvinden op 10 oktober.
De lidstaten hebben unaniem hun akkoord gegeven aan het invoeren van deze dag, een teken dat de hele EU hier vierkant achter staat.