Kabinet ondersteunt hervormingen Europees landbouwbeleid
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ingestemd met de kabinetsreactie op de mededeling van de Europese Commissie over de tussentijdse evaluatie van het Europees landbouwbeleid, de zogenaamde 'Health Check'. Het kabinet steunt de richting die het Europees landbouwbeleid opgaat: meer aandacht voor duurzaamheid, geen directe steun aan producten.
De toekomst van het Europees landbouwbeleid is van groot belang voor Nederland. Het kabinet wil ook in de toekomst een krachtig Europees landbouw- en plattelandsbeleid. Centraal staat daarin: meer marktoriëntatie en meer aandacht voor de maatschappelijke betekenis van landbouw en platteland. Het kabinet houdt vast aan de eerder gemaakte afspraken over de hoogte van het landbouwbudget tot 2013 van de Europese Unie. Het kabinet vindt dat de komende jaren de inkomenssteun steeds sterker gekoppeld moet worden aan het realiseren van maatschappelijke waarden, zoals voedselzekerheid, voedselkwaliteit, het in stand houden van het landschap en de zorg voor milieu en dierenwelzijn. Het kabinet wil dat het landbouwbeleid in de toekomst meest gericht wordt op boeren en plattelandsondernemers die actief zijn in gebieden waar dat zonder steun niet mogelijk is en die daar publieke diensten leveren die anders verloren zouden gaan en/of die prestaties leveren op het gebied van bijvoorbeeld landschap, natuur/biodiversiteit en waterbeheer. Voor het leveren van deze diensten aan de samenleving moeten zij een passende beloning krijgen.
Inkomensondersteuning gericht op maatschappelijke doelen
In Nederland krijgen boeren nu inkomenssteun op basis van hun productie in het verleden. Dat gaat de komende jaren veranderen. Het kabinet vindt dat van een historische verdeling moet worden overgegaan op een regionale verdeling waarin naast productie, maatschappelijke doelen voorop staan. Een regionaal systeem biedt bij uitstek aanknopingspunten om in bepaalde gebieden extra betalingen te doen voor het collectief in stand houden of realiseren van specifieke waarden die van maatschappelijk belang zijn, bijvoorbeeld op het terrein van landschap, natuur en milieu. Dat is voor Nederland een belangrijke verandering. Vandaar dat minister Verburg het komende half jaar met verschillende groepen intensief wil spreken over de wijze waarop daaraan invulling gegeven kan worden én onderzoek laat uitvoeren naar verschillende opties voor deze wijziging.
Geen productiesteun, wel vangnet
Sinds 1992 is de traditionele productiesteun ingeruild voor geheel van productie ontkoppelde en daardoor niet langer handelsverstorende inkomenssteun. Daarmee is ook een eind gekomen aan overschotten. Sinds 2005 krijgen boeren alleen inkomensondersteuning als zij voldoen aan eisen op het gebied van o.a. natuur, milieu en diergezondheid. In enkele sectoren is in 2004 besloten om deze ontkoppeling uit te stellen. Het kabinet heeft nu besloten om in te zetten op volledige ontkoppeling van alle resterende productiesteun in de periode tot 2013. Dit zijn o.a. de slachtpremies voor kalveren en de aardappelzetmeelpremie. Op deze manier worden ook deze sectoren marktgerichter. Verder steunt het kabinet de Commissie in haar streven om traditionele marktondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld interventie (ingrijpen in de markt bijvoorbeeld door producten op te kopen) en exportsubsidies verder af te bouwen. Wel vindt het kabinet dat in geval van een ernstige verstoring van de markt de mogelijkheid moet blijven om in te grijpen. Het kabinet vindt verder dat de in 1984 ingevoerde melkquotering na 2015 niet verlengd hoeft te worden. Om ervoor te zorgen dat de sector zich goed kan voorbereiden op het quotumloze tijdperk na 2015, is het kabinet voorstander van een jaarlijkse verruiming van de melkquota, te beginnen met 2 à 3 procent in 2008.
Minder regels, eenvoudiger werken
Europese regelgeving is soms ingewikkeld en tijdrovend in de uitvoering, zowel voor ondernemers als voor de overheid. De Europese Commissie erkent dat en stelt voor om een aantal regelingen te schrappen. Daaronder valt ook de braakleggingsregeling. Om productieoverschotten te voorkomen werden boeren lange tijd verplicht om een deel van hun grond 'braak' te laten liggen. Vanwege de structureel grotere vraag naar bijvoorbeeld granen is het kabinet van oordeel dat de braakleggingsregeling inderdaad kan verdwijnen. Ook op andere punten zal Nederland streven naar verdere vereenvoudiging van het Europees landbouwbeleid.
Verder discussie en besluiten in 2008
De afgelopen tijd is minister Verburg in gesprek geweest met vele maatschappelijke groepen en heeft ze onderzoek laten doen onder burgers over de toekomst van het Europees landbouwbeleid. Deze maatschappelijke consultatie wordt in de komende maanden voortgezet. Ook de Europese Commissie gaat de dialoog over haar discussiedocument aan. In mei 2008 komt de Europese Commissie met uitgewerkte voorstellen. In december 2008 hopen de Europese landbouwministers die goed te keuren. Aansluitend hierop volgt in 2009 een nationaal besluitvormingstraject over de implementatie van het herziene Europees landbouwbeleid in Nederland.