Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Per 1 januari 2008 gaan de bijstandsuitkeringen en de uitkeringen voor oudere werkloze werknemers (IOAW), oudere voormalige zelfstandigen (IOAZ) en kunstenaars (WWIK) omhoog. De verhogingen hebben te maken met de stijging van het wettelijk minimumloon (WML) en wijziging van loonbelasting en verzekeringspremies. Daardoor verandert ook het netto minimumloon.

Bij het aanpassen van de bijstandsuitkeringen wordt gekeken naar de verhoging van het netto minimumloon. Dat netto minimumloon wordt ook gebruikt om de bruto uitkeringen voor de IOAW, IOAZ en WWIK vast te stellen. Per 1 januari 2008 is het netto minimumloon, inclusief vakantiegeld € 1260,28 per maand. De bijstandsuitkering voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden is daaraan gelijk. Vergeleken met nu gaat de uitkering voor hen met € 14,09 omhoog.

Voor alleenstaanden tussen de 21 en 65 jaar is de uitkering gelijk aan 50 procent van het netto minimumloon. Dat is € 630,14 per maand. Zij gaan er € 7,04 per maand op vooruit. Alleenstaande ouders krijgen vanaf 1 januari 2008 € 9,87 meer. Hun uitkering is gelijk aan 70 procent van het netto minimumloon. Dat wordt € 882,20 per maand. In alle hiergenoemde bedragen is de vakantie-uitkering begrepen.

Bij het vaststellen van de hoogte van de bijstandsuitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders wordt ervan uitgegaan dat zij (woon)kosten met anderen delen. Als dat niet het geval is, kunnen ze in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal twintig procent van het netto minimumloon, dus € 252,06 per maand.

Voor bijstandsgerechtigden onder de 21 en boven de 65 jaar gelden aparte normbedragen. De uitkeringen voor 65-plussers komen overeen met de netto AOW-bedragen.

In de bijstandsuitkeringen is een vakantie- uitkering begrepen van 4,7 procent van die uitkering:

De netto normbedragen voor mensen van 21 tot 65 jaar

die een uitkering krijgen op grond van de Wet werk en bijstand

Gehuwden of ongehuwd samenwonenden
per maand euro 1201,05
vakantie-uitkering euro 59,23
totaal euro 1260,28
Alleenstaande ouders
per maand euro 840,74
vakantie-uitkering euro 41,46
totaal euro 882,20
Alleenstaanden
per maand euro 600,52
vakantie-uitkering euro 29,62
totaal euro 630,14

Maximale toeslag voor mensen van 21 jaar tot 65 jaar:

Alleenstaande ouders en alleenstaanden
per maand euro 240,21
vakantie-uitkering euro 11,85
totaal euro 252,06

De netto normbedragen voor mensen van 65 jaar of ouder

die een uitkering krijgen op grond van de Wet werk en bijstand:

Gehuwden en ongehuwd samenwonenden.
Beide partners 65 jaar of ouder
per maand euro 1259,71
vakantie-uitkering euro 62,13
totaal euro 1321,84
Een partner jonger dan 65 jaar
per maand euro 1259,71
vakantie-uitkering euro 62,13
totaal euro 1321,84
Alleenstaande ouders
per maand euro 1132,09
vakantie-uitkering euro 55,83
totaal euro 1187,92
Alleenstaanden
per maand euro 918,48
vakantie-uitkering euro 45,30
totaal euro 963,78

De netto normbedragen voor mensen jonger dan 21 jaar die een

uitkering krijgen op grond van de Wet werk en bijstand:

Gehuwden en ongehuwd samenwonenden.
Beide partners 18,19 of 20 jaar
per maand euro 415,03
vakantie-uitkering euro 20,47
totaal euro 435,50
Een partner jonger dan 21 jaar
per maand euro 808,04
vakantie-uitkering euro 39,85
totaal euro 847,89
Alleenstaanden
per maand euro 207,52
vakantie-uitkering euro 10,23
totaal euro 217,75

Voor mensen jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen,

gelden hogere bedragen:

Gehuwden en ongehuwd samenwonenden.
Beide partners 18, 19 of 20 jaar

per maand euro 655,24
vakantie- uitkering euro 32,32
totaal euro 687,56
Een partner jonger dan 21 jaar
per maand euro 1048,25
vakantie-uitkering euro 51,70
totaal euro 1099,95
Alleenstaande ouders
per maand euro 447,73
vakantie-uitkering euro 22,08
totaal euro 469,81

Normbedragen voor mensen die in een inrichting verblijven:

Alleenstaanden of alleenstaande ouders
per maand euro 267,44
vakantie-uitkering euro 13,19
totaal euro 280,63
Gehuwden
per maand euro 415,98
vakantie-uitkering euro 20,52
totaal euro 436,50

Eigen vermogen

Mensen hoeven niet al hun spaargeld op te maken vóór ze in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering.

Het vrij te laten vermogen is:
voor gezinnen euro 10.650,00
voor alleenstaanden euro 5.325,00

Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating van
maximaal € 44.900,00.

Langdurigheidstoeslag

Langdurigheidstoeslag is bedoeld voor mensen tussen de 23 en 65 jaar die langer dan vijf jaar moeten rondkomen van een bijstandsuitkering en geen kans maken op een baan. Als er een klein bedrag is bijverdiend in een korte periode bepaalt de gemeente of er nog recht bestaat op de langdurigheidstoeslag.

Deze bedraagt:

euro 486,00 voor gehuwden
euro 436,00 voor alleenstaande ouders
euro 341,00 voor alleenstaanden

Premie voor re-integratie

Gemeenten mogen bijstandsgerechtigden een premie geven die ertoe bijdraagt dat ze makkelijker aan het werk komen.
Die premie is maximaal € 2.160,00 per jaar.

Onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk

Bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk doen, krijgen daar soms een onkostenvergoeding voor. Die mogen ze tot een beperkt bedrag houden, zonder dat de hoogte van hun uitkering verandert. Als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor re-integratie van een bijstandsgerechtigde, dan mag er per maand maximaal € 150,00 vrij ontvangen worden. Per jaar is het maximum € 1.500,00.
In alle andere gevallen is de grens van de vrij te laten onkostenvergoeding lager: maximaal € 95,00 per maand, met een maximum van € 764,00 per jaar.

IOAW en IOAZ

De IOAW (wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd.
Voor de IOAZ (wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) komen mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) in aanmerking die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen.
De IOAW en de IOAZ vullen het totale inkomen van de rechthebbende en zijn partner aan tot bijstandsniveau. Op de hierna volgende grondslagen worden dus de bruto inkomsten van de rechthebbende en zijn of haar partner in mindering gebracht.

De bruto grondslag bedraagt voor:

Gehuwde en ongehuwde partners die beide 21 jaar of ouder zijn
Per maand euro 1321,62
vakantie-uitkering euro 105,72
totaal euro 1427,34
Alleenstaanden van 21 jaar of ouder met een of meer kinderen
per maand euro 1214,57
vakantie-uitkering euro 97,17
totaal euro 1311,74
Alleenstaanden vanaf 23 jaar
per maand euro 1025,77
vakantie-uitkering euro 82,06
totaal euro 1107,83
Alleenstaande van 22 jaar
per maand euro 788,31
vakantie-uitkering euro 63,07
totaal euro 851,38
Alleenstaanden van 21 jaar
per maand euro 663,35
vakantie-uitkering euro 53,07
totaal euro 716,42

Voor mensen onder de 21 jaar gelden lagere bedragen.
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met vermogen, wel met andere inkomsten.
Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met vermogen en ook met andere inkomsten. Zo blijft vermogen tot een bedrag van € 117.004,- buiten beschouwing. Het vermogen boven het bedrag van maximaal € 117.004,- wordt geacht jaarlijks 4 procent inkomsten op te leveren: die worden in mindering gebracht op de uitkering.
Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, wordt een bedrag tot maximaal
euro 110.933,- ten behoeve van aanvullende pensioenvoorzieningen buiten beschouwing gelaten.

Wet werk en inkomen kunstenaars

De Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) is bedoeld voor kunstenaars die tijdelijk nog niet(geheel)in een eigen inkomen kunnen voorzien. De WWIK kent geen apart uit te betalen vakantie-uitkering. Deze is in de maandelijkse uitkering inbegrepen.

De bruto uitkering per maand bedraagt voor:

Alleenstaanden euro 694,12
Alleenstaande ouders euro 897,18
Gehuwden en ongehuwd samenwonenden euro 1014,28

De genoemde bedragen zijn onder voorbehoud van goedkeuring van de Eerste Kamer.