Antwoorden op kamervragen over het toenemende geweld tegen homo’s
Vragen van het lid Van der Ham (D66) over het toenemende geweld tegen homo’s.
Vraag 1:
Deelt u de conclusie uit het Thematic Review of Lesbian Gay Bisexual Transgender Related Murders van de LGBT Advisory Group dat het registreren om enkel te weten hoe vaak homogerelateerd geweld voorkomt, geen doel op zichzelf moet zijn, maar vooral goed geregeld dient te worden ter verbetering van de opsporing en daarmee ook preventie van homofoob geweld? Zo ja, waarom bent u dan toch niet bereid een specifiek registratiesysteem voor discriminatoir geweld in te voeren? 1)
Antwoord 1:
Ja, registreren van delicten dient goed geregeld te worden. Niet als doel op zich, maar de registratie moet inderdaad ten dienste staan van de opsporing van deze delicten. Zoals wij in antwoord op eerder door u gestelde vragen (2060722810) hebben aangegeven, wordt in het nieuwe bedrijfsprocessensysteem van de politie een code discriminatie opgenomen. Hierdoor kan bij alle commune delicten met een discriminatoire achtergrond (zoals homofoob geweld) geregistreerd worden dat het om discriminatie gaat. Dit nieuwe landelijke systeem wordt nu gefaseerd uitgerold. De eindrealisatie is voorzien in 2009. Daarnaast is afgesproken dat de politie jaarlijks een landelijk overzicht van homofobe geweldsdelicten aanlevert. Mocht een overzicht over 2007 nog niet mogelijk zijn, dan wordt een overzicht uiterlijk over de eerste helft van 2008 geleverd. Dit jaarlijkse overzicht zal aan de Kamer gestuurd worden.
Vraag 2:
Welke specifieke kenmerken (van zowel delict, de locatie en slachtoffer alsook de dader) zullen als het ‘verbeteringstraject’ is doorlopen, worden geregistreerd? Welke data heeft u nodig om er aan het einde van het traject substantiële conclusies uit te kunnen trekken? Waarop is uw keuze gebaseerd? Komt de door u gemaakte keuze voor kenmerken van een delict overeen met onderzoek naar effectiviteit van dit soort registratie?
Antwoord 2:
Het verbeteringstraject bij de politie is nog in volle gang. Bij de ontwikkeling van de criminaliteitsbeeldanalyse discriminatie en in het project Hate Crimes wordt stilgestaan bij de vraag welke gegevens van een hate crime ingevoerd moeten worden ter herkenning van trends, spanningsindicators en hotspots. De keuze wordt gebaseerd op nationale en internationale ervaring.
Vraag 3:
Wanneer gaan de pilots van het project Hate Crimes van start en wanneer kan de eerste analyse van de meldingen en aangiften worden verwacht? Waarop is de keuze gebaseerd voor de regio’s die u hiervoor heeft uitgekozen, Utrecht en Gelderland-Zuid?
Antwoord 3:
De voorbereidingen voor het project Hate Crimes zijn reeds gestart. De regionale projectleiders volgen in deze maand een cursus Hate Crimes van de OVSE-ODIHR (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa – Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten) en het drukwerk van de campagneposters en het informatiemateriaal is in voorbereiding. De eerste analyses kunnen in het voorjaar/zomer 2008 worden verwacht. Het is op dit moment niet te zeggen hoe snel de naamsbekendheid van het project groeit en in welke mate slachtoffers/getuigen gebruik zullen maken van de door het project aangeboden mogelijkheden om hatecrimes digitaal c.q. via een formulier bij de politie te melden.
In eerste instantie heeft de politie de keuze voor de pilots laten vallen op Gelderland-Zuid en Utrecht, omdat deze binnen de 26 politiekorpsen een groot en een kleiner korps vertegenwoordigen, waarvan de hoofdplaatsen een infrastructuur kennen die mede op homoseksuelen is georiënteerd.
Bij een succesvol verloop van het project zal het project in alle politieregio's, die alle verschillend van grootte zijn, ingevoerd worden. In verband hiermee werd voor de toets van bruikbaarheid in eerste instantie voor deze twee korpsen gekozen.
Regiopolitie Utrecht is op dit moment niet in staat om direct als actieve partner aan de pilot deel te nemen, maar men neemt wel deel aan de voorbereidingen en een instap in het project behoort tot de mogelijkheden.
Inmiddels heeft regiopolitie Amsterdam-Amstelland de plaats ingenomen van de regiopolitie Utrecht.
Amsterdam-Amstelland werd, gelet op de actualiteit in augustus jl., als derde korps benaderd om aan de pilot mee te doen.
Vraag 4:
Kunt u een tijdschema opstellen voor het doorlopen van het verbeteringstraject? Wanneer kan de Kamer bijvoorbeeld het eerste landelijk overzicht homofoob geweld tegemoet zien? Wanneer vindt de implementatie van de nieuwe Aanwijzing Discriminatie plaats en wanneer wordt het eerste landelijke beeld van homofoob geweld verkregen door middel van een criminaliteitsbeeldanalyse?
Antwoord 4:
De politie levert een eerste landelijk overzicht van homofoob geweld over 2007 (zie ook het antwoord op vraag 1). Mocht dit nog niet mogelijk zijn, dan wordt een overzicht over de eerste helft van 2008 geleverd. De nieuwe Aanwijzing Discriminatie treedt op 1 december 2007 in werking.
Medio 2008 levert de politie een eerste criminaliteitsbeeld discriminatie, waarmee een beeld van homofoob geweld kan worden verkregen.