‘Vrijheid in de zorg niet onverantwoord beperken’
'Ik waardeel uw inspanningen zeer om veiligheid in de langdurige zorg te verbeteren', zei staatssecretaris Bussemaker tijdens een conferentie over cliëntveiligheid in de langdurige zorg en ggz. Maar zij wees ook op een moeilijke spagaat. 'Al snel grenst het streven naar veiligheid aan het onnodig en onverantwoord beperken van vrijheid. Daardoor kunnen juist weer onveilige situaties ontstaan.’
Dames en heren,
‘Een schip in de haven is veilig, alleen zijn schepen daar niet voor gemaakt’. Dit citaat geeft in een notendop weer dat werken aan veiligheid betekent dat je werkt met dilemma’s. Honderd procent veiligheid bestaat niet. Zelfs wie thuis blijft zitten en zich niet verroert, is niet veilig. Er kan brand ontstaan of er kan ingebroken worden. Het is wél zo dat je risico’s kunt vermijden of verminderen. Door met je schip in de haven te blijven in plaats van de zeeën te bevaren. Door een brandmelder aan te schaffen of een alarm aan te zetten. Door mensen die zichzelf of anderen verwonden vast te binden. Maar al snel grenst het streven naar veiligheid dan aan het onnodig en onverantwoord beperken van vrijheid. Daardoor kunnen juist weer onveilige situaties ontstaan.
Met andere woorden: het onderwerp waar u vandaag – en als het goed is ook voor en ná deze dag – mee bezig bent is zeer uitdagend en complex. Dat geldt misschien wel juist voor veiligheid in de langdurige zorg. U hebt te maken met cliënten die lang niet altijd goed voor hun eigen veiligheid kunnen zorgen. Die niet slechts tijdelijk, maar voor een lange periode aan uw zorgen zijn toevertrouwd. Die op uiteenlopende manieren in onveilige situaties terecht kunnen komen. Vallen is immers een heel ander risico dan het verkeerde medicijn innemen of bedreigd worden door een medepatiënt. Al die risico’s moeten ook op een andere manier worden aangepakt. Ik wil dan ook vóór alles laten weten dat ik uw inspanningen om veiligheid in de langdurige zorg te verbeteren, zeer waardeer. Ik ben graag hier naartoe gekomen om uw plannen van aanpak in ontvangst te nemen en met u van gedachten te wisselen over het verbeteren van veiligheid in de zorg. Ik geef u graag mijn visie op hoe we dat op het meest effectief kunnen doen.
Geen schade door zorg
Ons doel is dat cliënten géén schade ondervinden door de zorg die zij krijgen. Natuurlijk: totale veiligheid bestaat niet en waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat laat onverlet dat we wél naar die totale veiligheid moeten streven en fouten en risico’s tot het minimum moeten beperken. Hoeveel mensen in de langdurige zorg schade oplopen door die zorg is heel lastig in cijfers uit te drukken. Maar dát het gebeurt is duidelijk. Iedere cliënt die beschadigd wordt juist door de zorg die hij of zij ontvangt is er een te veel. Het verbeteren van veiligheid van cliënten in de zorg is – naast preventie - dan ook topprioriteit van het ministerie van VWS. Nu is patiëntveiligheid van oudsher het uitgangspunt van eenieder die werkt in de zorg. De aandacht voor het verbeteren van die veiligheid is dus niet nieuw. Wél nieuw zijn de manier waarop en de intensiteit waarmee we die veiligheid de komende jaren willen verbeteren. Samen met minister Klink heb ik deze zomer in ‘Koers op Kwaliteit’ laten weten hoe wij het verbeteren van kwaliteit in de zorg willen aanpakken. Ons doel is veilige zorg op kwalitatief hoog niveau, klantgericht, met voldoende keuzemogelijkheden en met duidelijke rechten en plichten voor iedereen. Het beleid voor de komende periode rust op drie pijlers: zichtbare kwaliteit, natuurlijke cliëntgerichtheid en vanzelfsprekende veiligheid. Vanwege die derde pijler zijn wij hier vandaag bij elkaar. Via een programma veilige zorg willen wij samen met álle betrokken partijen in de verschillende zorgsectoren een aanpak ontwikkelen die veiligheid gericht en doeltreffend verbetert. We willen daarmee binnen vijf jaar onnodige schade en het aantal vermijdbare doden fors reduceren. Dat kan de overheid niet zelf. U bent degenen die dagelijks in de zorg werken. U weet dus zelf het best welke risico’s er zijn en hoe die het meest effectief aangepakt kunnen worden. Met de ziekenhuissector hebben wij daar al goede afspraken over gemaakt. We ondersteunen hen in hun doelstelling om de vermijdbare schade in vijf jaar te halveren.
Vandaag zijn wij bij elkaar om een nieuw hoofdstuk aan ons veiligheidsplan toe te voegen. En wel met de plannen van aanpak die u mij heeft overhandigd. Ik dank u daar hartelijk voor. Ondanks dat ik nog niet alles in detail heb kunnen bekijken kan ik in grote lijnen zeggen dat uw plannen mij het goede gevoel geven dat u veiligheid een serieus en systematisch onderdeel van uw werk maakt. U geeft aan dat er al veel gebeurt. Het goede vind ik dat u bereid bent de opgedane kennis en ervaring met elkaar te delen. Leer van elkaar, we hoeven niet allemaal het wiel zelf uit te vinden. Wat in de ene branche werkt, kan vaak in een andere ook bijdragen aan meer veiligheid. Het spreekt mij ook aan dat u aansluit bij bestaande initiatieven op het gebied van kwaliteit en veiligheid, zoals Zorg voor Beter en de indicatoren uit het Kwaliteitskader. Zo kunnen we samen – als branches, professionals en overheid – op een integrale en opbouwende manier werken aan gerichte verbeteringen. Wat mij ook zeer aanspreekt in uw plannen is het lef dat u toont. Moeilijke onderwerpen als seksueel misbruik, agressie en gedragsproblemen, en vrijheidsbeperkingen worden opgepakt.
Dames en heren,
Ik heb er veel vertrouwen in dat we met de plannen die u mij vandaag hebt aangeboden, dichter bij ons doel van veilige zorg komen. Veilige zorg is ieders zorg, zo hebt u met dit symposium aangegeven. Veilige zorg is óók een zorg van de overheid. Naast het toezicht door de Inspectie is het onze taak het ú mogelijk te maken veilige zorg te kunnen bieden. Dat doen wij bijvoorbeeld door geld beschikbaar te stellen. Wij trekken de komende jaren 7,5 miljoen euro per jaar uit voor kwaliteit en veiligheid.
Ik bezie op dit moment hoe we deze middelen zo effectief mogelijk kunnen besteden. Ik kan u wel al melden dat er, binnen deze 7,5 miljoen, middelen beschikbaar zijn onder andere voor een ‘Deltaplan gehandicaptenzorg’. Dit mede naar aanleiding van het IGZ-rapport. Over de invulling van dit Deltaplan wil ik graag samen met de sector in gesprek.
Veilige zorg moet uiteindelijk geleverd worden door u als professionals. Daarom is het van groot belang dat u kunt samenwerken met voldoende goed opgeleide, deskundige en gemotiveerde collega’s. Tekort aan gekwalificeerd personeel is een van de belangrijkste bedreigingen van kwaliteit en veiligheid in de zorg.
Daarom heb ik samen met minister Klink een actieplan opgesteld – met als titel ‘werken aan de zorg’- waarin wij maatregelen voorstellen om zorg efficiënter te kunnen inrichten en de werkdruk te verlichten.
We werken langs drie sporen. Ten eerste moeten zorgprocessen efficiënter worden ingericht door innovatie. Ten tweede investeren we in behoud van personeel. Bijvoorbeeld door het stimuleren van uitbreiding van ‘moedercontracten’ – die trouwens ook heel geschikt zijn voor vaders… - die rekening houden met schooltijden en schoolvakanties. Ten derde vergroten we de instroom van nieuw personeel. Bijvoorbeeld door te investeren in stageplaatsen en in meer voorlichting. Door samenwerking te stimuleren tussen zorginstellingen, onderwijs en lokale overheden. Met dit actieplan leggen we een stevige basis voor een actief arbeidsmarktbeleid gericht op goede, veilige zorgverlening, ook in de toekomst. Voor het overige willen wij de komende jaren in ons beleid veel ruimte geven aan innovatie, lastenverlichting en maatregelen die prikkelen tot verbetering van kwaliteit en veiligheid in de zorg. Zo kan bijvoorbeeld het verplicht stellen van het zorgplan – dat een inschatting van risico’s moet bevatten – veiliger zorg dichterbij brengen.
Tot slot
Schepen zijn er niet voor gemaakt om in de haven te blijven liggen. Professionals in de langdurige zorg zijn er niet om alleen de hoognodige zorg aan hun cliënten te bieden. ‘Als we allemaal aan de veilige kant blijven, scheppen we een wereld van uiterste onveiligheid’, zei Dag Hammarskjöld ooit. Dat is een waar woord. Het gaat er om steeds het juiste evenwicht te vinden tussen enerzijds het durven nemen van risico’s en het doorvoeren van vernieuwing, anderzijds het waarborgen van veiligheid van patiënten. Het streven naar veiligheid mag uw patiënten niet onnodig beperken in hun vrijheid en mag u niet belemmeren in de uitoefening van uw werk. Maar het moet daar wél structureel en systematisch een onderdeel van zijn.
Ik realiseer mij dat dat geen eenvoudige taak voor u is. Maar op basis van wat u nu al doet en van de bereidheid die u ook vandaag weer toont mee te denken over en te werken aan veiligheid, heb ik vertrouwen in een veiliger toekomst. Ik wens u veel sterkte bij de verdere uitwerking van de plannen en zal u de komende jaren van harte blijven volgen en ondersteunen.