Donner en Aboutaleb: snel meer mensen aan werk helpen
Minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nemen extra maatregelen om meer mensen aan de slag te helpen. Deze maatregelen zijn nodig nu het aanbod van werkgevers is vervallen om 200.000 mensen met een langdurige uitkering een plaats te geven binnen een bedrijf, met als inzet dat minimaal 50 procent in een gewone baan doorstroomt. Dit aanbod is vervallen omdat de ontslagprocedure voorlopig niet wordt gemoderniseerd. De maatregelen geven aan hoe de middelen die daarvoor in de begroting gereserveerd waren, nu ingezet gaan worden.
Er komen loonkostensubsidies voor mensen die een jaar werkloos zijn of een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben. Daarnaast worden de regels voor passende arbeid voor WW’ers aangescherpt zodat zij eerder aan de slag kunnen. Bijstandsgerechtigden met een participatieplaats kunnen een premie en verplichte scholing krijgen. Dit schrijven de bewindspersonen in een brief aan de Tweede Kamer.
De minister en de staatssecretaris willen nu optimaal gebruikmaken van de verwachte groei van de werkgelegenheid. De ambitie blijft om nog in deze kabinetsperiode 200.000 extra banen te realiseren voor mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan. Zoals bekend zal ook een commissie adviseren hoe dit verder gerealiseerd kan worden.
Loonkostensubsidies
Er komt een regeling voor loonkostensubsidies voor mensen die langer dan één jaar werkloos of arbeidsongeschikt zijn. Dit betekent dat deze mensen onder begeleiding en met de loonkostensubsidie binnen een jaar aan het werk kunnen in een concrete baan. Voor de loonkostensubsidies geldt een aantal voorwaarden. Zo is het belangrijk dat het om echte banen gaat. De subsidie bedraagt 50 procent van het minimumloon en geldt voor maximaal één jaar. De loonkostensubsidies moeten zodanig worden toegepast dat ze in tenminste de helft van de gevallen leiden tot uitstroom naar regulier werk.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) krijgt de mogelijkheid de loonkostensubsidies in te zetten voor mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan, ook uitzendbureaus kunnen daarbij een rol spelen. Gemeenten kunnen nu al met loonkostensubsidies bijstandsgerechtigden aan een baan helpen.
Dit nieuwe voorstel komt bovenop het kabinetsvoorstel voor het invoeren van brugbanen; deze brugbanen moeten ervoor zorgen dat 10.000 arbeidsongeschikten die na een herbeoordeling weer aan de slag kunnen, met subsidie een baan krijgen.
Premie en scholing voor participatieplaatsen
Bijstandsgerechtigden kunnen werkervaring op gaan doen in zogenoemde participatieplaatsen. Ze krijgen dan verplichte scholing en een premie; werken moet zo lonen. Momenteel ligt bij de Eerste Kamer het wetsvoorstel participatieplaatsen waarbij bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt maximaal twee jaar kunnen werken, met mogelijkheid tot verlenging.
Minister en staatssecretaris vragen de Eerste Kamer door te gaan met de behandeling van dit wetsvoorstel. De bewindslieden komen tegelijkertijd met een aanvullend wetsvoorstel om gemeenten – die de participatiebanen gaan uitvoeren – verplichte scholing en een premie aan te kunnen laten bieden. Aan gemeenten wordt gevraagd hier alvast mee aan de slag te gaan, zodra de Eerste Kamer het nu voorliggende wetsvoorstel heeft aanvaard.
Tenslotte geven de minister en staatssecretaris aan te onderzoeken wat daarnaast gedaan kan worden aan de participatie van mensen die redelijkerwijs geen perspectief meer hebben op een terugkeer naar reguliere arbeid.
Passend werk
Werklozen maken minder kans op een baan naarmate zij langer werkloos zijn. Het is van belang dat werklozen snel aan het werk gaan. Daarom stellen de minister en staatssecretaris voor dat WW’ers zich eerder dan nu het geval is, richten op werk van alle opleidingsniveaus. Deze aanpassing kan per 1 juli 2008 worden doorgevoerd door aanpassing van de regels voor passende arbeid.
Daarnaast moeten langdurig werklozen ook arbeid tegen een lager loon dan de WW-uitkering als passend beschouwen. Om te voorkomen dat langdurig werklozen minder inkomen krijgen als zij weer gaan werken, wordt in de nieuwe situatie het inkomen uit werk verrekend met de uitkering. Nu wordt nog gekeken naar het aantal uren dat iemand werkt.
In de derde plaats bekijken de bewindspersonen de mogelijkheid of WW’ers na een bepaalde periode aangeboden werk moeten aanvaarden. Werklozen die aan de slag gaan en weer hun baan verliezen, kunnen voor een langere periode terugvallen op een uitkering die gebaseerd is op hun oude inkomen; dit voorkomt een lager inkomen bij latere werkloosheid.
De minister en de staatssecretaris bekijken welke maatregelen verder nodig zijn om ouderen en mensen met een beperking aan de slag te helpen. Voor jonggehandicapten en bijstandsgerechtigden zijn voorstellen in de maak die aansluiten bij de leeftijdsgrens van 27 jaar bij de werk-leerplicht. Voor jonggehandicapten betekent dit dat zij niet meer automatisch op hun 18e een Wajong-uitkering (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) krijgen; eerst wordt gekeken of zij kunnen werken. Jonggehandicapten die niet kunnen werken, krijgen alsnog een uitkering.