Informatieplicht verzekeraars over premiewijzigingen
In het vragenuur “Extra kosten zorg voor gezinnen” van 30 oktober heeft het lid Omtzigt twee vragen gesteld:
Gaan verzekeraars het toesturen van de polissen voor 15 november halen, nu zij laat zijn met het bekend maken van hun premies?
Kunnen verzekeraars een aanwijzing of boete krijgen, indien zij de termijn van
15 november niet halen?
Namens mij heeft staatssecreteris Bussemaker toegezegd schriftelijk op deze vragen te zullen reageren. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Naar aanleiding van de gestelde vragen heb ik navraag gedaan bij de NZa over de stand van zaken bij de verzekeraars omtrent het toesturen van de polissen. De NZa gaf aan te verwachten dat verzekeraars hun premies tijdig, dat wil zeggen uiterlijk op 19 november, aan hun verzekerden kenbaar zouden maken. De datum van 19 november vloeit voort uit de zes-weken termijn conform artikel 17, lid 7, Zvw.
Inmiddels hebben alle verzekeraars hun premies op tijd naar buiten gebracht. Verzekeraars hebben vanuit imago-oogpunt belang bij het op tijd kenbaar maken van hun premies. Zij dingen op die manier in een vroeg stadium mee naar de gunst van de verzekerden. Aangezien de nieuwe premies op tijd bekend zijn gemaakt, ga ik ervan uit dat de verzekerden ook tijdig geïnformeerd zijn over de polisvoorwaarden per 1 januari. De NZa heeft geen signalen ontvangen waaruit het tegendeel zou blijken.
Resumerend heb ik geen indicatie dat aan de keuzemogelijkheid van verzekerden afbreuk is gedaan.
In reactie op de tweede vraag wijs ik erop dat de NZa in de situatie dat verzekeraars hun verzekerden te laat informeren waardoor de keuzemogelijkheden beperkt worden, gebruik kan maken van haar handhavingsbevoegdheden (zoals bijvoorbeeld het geven van een aanwijzing of het opleggen van een boete) op grond van artikel 40 WMG. Zoals uit het eerste deel van deze brief blijkt is er geen aanleiding voor dergelijke interventies.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink