PISA 2006: Van Bijsterveldt neemt maatregelen voor beter rekenen en taal middelbare scholieren

De prestaties van 15-jarige Nederlandse scholieren zijn goed, Nederland staat wereldwijd in de top 10, maar minder goed dan drie jaar geleden.

Dat staat in het internationale PISA-onderzoek 2006, dat vandaag aan staatssecretaris Van Bijsterveldt is gepresenteerd. Eerder kondigde Van Bijsterveldt samen met de scholen maatregelen aan om de taal- en rekenprestaties van middelbare scholieren te verbeteren.

Trends PISA 2006
PISA (Programme for International Student Assesment) verzamelt elke drie jaar gegevens over leesvaardigheid en kennis en vaardigheden in wiskunde en in natuurwetenschappen.
In Nederland is tussen 2003 en 2006 een lichte daling in de gemiddelde score voor leesvaardigheid opgetreden. Wel is er in de lage leesvaardigheidsniveaus een significante daling. De Nederlandse gemiddelde score voor wiskunde is in 2006 vergeleken met 2003 significant gedaald. Deze daling is vooral toe te schrijven aan de lagere prestatie van meisjes. De daling doet zich voor in de hoge vaardigheidsniveaus. Voor natuurwetenschappen is de gemiddelde score nagenoeg gelijk gebleven.

Maatregelen
Staatssecretaris Van Bijsterveldt laat in een eerste reactie weten blij te zijn met de goede resultaten, maar ook zorgen te hebben: “Nederlandse scholieren hebben nog steeds een koploperspositie in de wereld, maar ik zie dat die positie kwetsbaar is en dat de prestaties op het gebied van lezen en wiskunde ten opzichte van het vorige PISA-rapport zijn gedaald. Dit onderstreept mijn keuze om prioriteit te geven aan de verbetering van de lees- en rekenvaardigheden van middelbare scholieren, zoals ik vorige week heb bekend gemaakt in de Kwaliteitsagenda VO”.

In de vorige week gepresenteerde kwaliteitsagenda VO staan de belangrijkste prioriteiten en prestatieafspraken voor de komende jaren om de kwaliteit van het voortgezet onderwijs te verbeteren. Een belangrijke ambitie is dat de taal- en rekenprestaties van leerlingen fors omhoog moeten. Een goede beheersing van deze basisvaardigheden is een randvoorwaarde voor een succesvolle (onderwijs)loopbaan.

PISA 2006 laat zien dat het vooral de meest zwakke lezersgroep is die is achteruitgegaan. Gelet op de urgentie heeft de staatssecretaris onlangs met de scholen afgesproken om het percentage leerlingen in het voortgezet onderwijs dat op of onder PISA-leesniveau 1 zit, terug te dringen tot 8% (PISA 2006 15,1%).

De Expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen zal landelijk vaststellen welk niveau scholieren op welk moment in de schoolloopbaan moeten hebben. De Expertgroep rapporteert in januari 2008. De inhoudelijke eisen van de Expertgroep om tot een betere aansluiting tussen primair, voortgezet en hoger onderwijs te komen, zullen, waar nodig, worden vastgelegd in de regelgeving. Om de doorlopende leerlijnen te verbeteren zullen de VO-raad en het ministerie van OCW bevorderen dat er in samenwerking met de PO-raad, de MBO-raad, de HBO-raad en de VSNU een groot stimuleringsproject wordt opgezet gericht op rekenen en taal in alle onderwijssectoren, en op de aansluiting tussen de sectoren van het reken- en taalonderwijs.