Toespraak bij het in ontvangst nemen van een position paper over landbouw en platteland in Europa van de Federatie Particulier Grondbezit
Spreekpunten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij het in ontvangst nemen van een position paper over landbouw en platteland in Europa van de Federatie Particulier Grondbezit op 26 november in Brussel.
Dames en heren,
Hartelijk dank voor dit position paper. Het is ook de tijd om positie te kiezen, want er wordt deze dagen volop gesproken over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, inclusief het plattelandsbeleid.
De Commissie heeft met haar 'health check' alvast een duidelijke positie ingenomen. Het is een check met visie, waar gelukkig ook veel Nederlandse ideeën in doorklinken. Oog voor de toekomst, voor ontwikkelingen op de wereldmarkt en voor het wereldvoedselprobleem. Uiteindelijk streeft de Commissie naar totale afschaffing van het melkquotasysteem en van de minimum opkoopprijzen voor granen.
Ik heb me vorige week al positief uitgelaten over de voorstellen. Door de melkquota in fasen af te bouwen, hebben boeren de gelegenheid zich voor te bereiden op de toekomst. Het toekomstige boerenbedrijf zal zeker minder afhankelijk zijn van Brussel en we krijgen er een mooi platteland voor terug, waar het goed boeren, wonen en recreëren is. Als we zoveel gemeenschapsgeld goed willen besteden moeten we én de mondiale ontwikkelingen op de voedselmarkt goed in de gaten houden, én de ontwikkeling van het platteland, dat in Nederland zo kwetsbaar is. Ik kijk zeer uit naar de discussie die we hierover de komende maanden zullen voeren. Wij komen elkaar dus nog tegen.
Er zijn meer organisaties, zoals de uwe, die graag hun ideeën met mij willen delen. Ik merk tegelijk ook dat burgers geïnteresseerd raken in landbouw. Zij zien landbouw niet langer uitsluitend als een voedselproducerende sector, ze zien ook de maatschappelijke relevantie. De burger kijkt en proeft bewuster. Hij zoekt steeds vaker de boer op en staat open voor groen. En boer zoekt burger. Kinderen kijken soms hun ogen uit in de stal. Ik heb gehandicapten met veel plezier een zorgboerderij zien bezoeken.
U weet misschien dat ik een paar maanden geleden Nederlanders heb gevraagd wat ze van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vonden. (En wat ze vonden van die andere thema's, zoals natuur en milieu, het landschap, ons voedsel en dierenwelzijn). Mensen van mijn ministerie schoven bij boeren en mensen uit de regio aan de keukentafel. Geïnteresseerden deden mee via internet. Er was een enquête. En zelf heb ik met mensen zoals u gesproken: uit het bedrijfsleven, de wetenschap, van natuur- en landbouworganisaties.
Uit deze brede consultatieronde kwam onder meer naar voren dat er in Nederland steun is:
- Om duurzaam ondernemerschap in de landbouw te versterken;
- Om waardevolle landschappen, het milieu en natuurgebieden te beschermen en te versterken en de rol van de ondernemer daarbij te verbeteren;
- Om na te gaan welke mogelijkheden er in Europees verband zijn om ook via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid het dierenwelzijn verder te stimuleren;
- En om voedselzekerheid als doel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid niet uit het oog te verliezen, zeker nu het klimaat verandert en de vraag naar voedsel en biobrandstoffen toeneemt.
De uitkomsten harmoniëren uitstekend met de richting die de Commissie nu op lijkt te gaan. Als kabinet zijn we daar al langer mee bezig. 'Vermaatschappelijking van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid' staat in het coalitieakkoord als speerpunt genoemd.
Onder 'vermaatschappelijking' verstaat het kabinet dat Europees geld voor boeren en andere plattelandsondernemers meer moet worden gekoppeld aan maatschappelijke doelen, zoals voedselveiligheid en voedselzekerheid, kwaliteit van het landschap en de zorg voor milieu en dierenwelzijn.
Om dat te bereiken is het allereerst nodig dat we, zoals de Commissie voorstelt, minder focussen op het reguleren en sturen van de markt. Door het markt- en prijsbeleid af te bouwen laten we de markt meer zijn werk doen. Zo'n onttakeling moet wel verantwoord gebeuren. We willen de inkomenstoeslagen meer toesnijden op datgene waar burgers behoefte aan hebben. Dan moeten de betrokken ondernemers ook kunnen worden beloond voor de geleverde diensten.
Tot slot.
De Commissie heeft een stap voorwaarts gezet. De EU-27 staat nu voor de uitdaging om vorm te geven aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de komende jaren.
Ik hoop uw ideeën te kunnen benutten bij deze twee vraagstukken. Ten eerste: het verbinden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid met de maatschappij door de sector meer te belonen voor de maatschappelijk diensten, zoals het versterken van natuur en landschap. Ten tweede: een globaler en eenvoudiger Gemeenschappelijk Landbouwbeleid waar geen directe koppeling meer is tussen productie en steun.
Twee weken geleden besprak ik deze vraagstukken met mijn Franse collega en iets langer geleden de Commissaris. De komende tijd zullen we er maandelijks in de Raad bij stil staan en ik hoop ook andere hoofdsteden te bezoeken. Het is een belangrijk thema, en ik hoop van harte dat wij uiteindelijk allemaal op dezelfde lijn komen te zitten.
Ik dank u wel.