Minder problemen door mest
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaat de komende jaren de normen voor de hoeveelheid mest die op het land mag worden gebruikt aanscherpen. Op die manier daalt de hoeveelheid stikstof in het grondwater verder.
Voor fosfaat worden in 2009 dezelfde normen als in 2008 aangehouden, als Brussel dat goedkeurt. Dat schrijft minister Verburg aan de Tweede Kamer. Onlangs zijn er verschillende rapporten over het mestbeleid gereed gekomen. Deze rapporten vormen de basis voor het mestbeleid voor de komende jaren.
Uit de evaluatie blijkt dat de normen vooral op de zand- en lössgronden niet worden gehaald. Daarvoor zijn extra maatregelen nodig. Zo mag er volgend jaar minder (kunst)mest worden gebruikt bij mais (op zand- en lossgronden) en wintertarwe (löss) en bij consumptieaardappelen (alleen op zandgronden).
In mest zitten veel verschillende stoffen die de groei van planten bevorderen. Echter, als er teveel mest wordt gebruikt blijven deze stoffen, zoals stikstof en fosfaat, in de grond of komen in het grond- en oppervlaktewater. Het mestbeleid - gebaseerd op Europese regelgeving - moet voorkomen dat er teveel stikstof en fosfaat in de bodem en grond- en oppervlaktewater komt. De afgelopen jaren is door het mestbeleid de hoeveelheid stikstof in het grond- en oppervlaktewater aanzienlijk gedaald. Ook de hoeveelheid fosfaat in het oppervlaktewater is de afgelopen jaren gedaald.
Vanaf 2010 komt er een nieuw actieplan voor mest. Daarover moet met de Europese Commissie worden gepraat. Eén van de belangrijke zaken is de zogenaamde 'derogatie' voor Nederland. Tot en met 2009 mag Nederland op grasland meer dierlijke mest gebruiken omdat onze graslanden voldoende mest opnemen. Deze afwijking van de norm is van groot belang voor de veehouderij en Nederland wil graag ook na 2009 weer gebruik maken van deze derogatie.