Antwoorden op kamervragen van Schermers over het overlijden van een patiënte
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2811998
3 december 2007
Antwoorden van minister Klink en mede namens de Minister van Justitie, op kamervragen van het Kamerlid Schermers over het overlijden van een patiënte (2070804200).
Vraag 1
Is het u bekend dat een 58-jarige patiënte is overleden nadat zij in een privékliniek in Berg en Bosch chelatietherapie had ondergaan? 1)
Antwoord 1
Nee. Het artikel uit De Volkskrant is mij wel bekend. Of de 58-jarige patiënte in Berg en Bosch daadwerkelijk chelatietherapie heeft ondergaan, is momenteel onderwerp van strafrechtelijk onderzoek. Derhalve kan ik hierover verder geen mededelingen doen.
Vraag 2
Is deze kliniek bekend bij de Inspectie en heeft zij daar ooit een oordeel over gegeven?
Antwoord 2
De Inspectie kent de kliniek. Zij heeft een onderzoek ingesteld naar het overlijden van de patiënt.
Vraag 3
Kunt u meedelen wie verantwoordelijk was voor het geven van deze therapie? Is een BIG-geregistreerde arts daarbij betrokken? Zo ja, wat voor conclusie trekt u daaruit?
Vraag 4
Wat zijn de bevindingen van de Inspectie in deze zaak? Wordt overwogen de kliniek te sluiten?
Antwoord 3 en 4
De resultaten van het onderzoek van de inspectie (zie het antwoord op vraag 2) wacht ik af alvorens conclusies te trekken. Hangende het onderzoek zal de kliniek geen “ontzuringstherapie” toepassen.
Vraag 5
Wat zijn de mogelijkheden van het Openbaar Ministerie (OM), en wat is de bemoeienis in deze geweest van het expertisecentrum van het OM?
Antwoord 5
Het openbaar ministerie is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de oorzaak van het overlijden van de vrouw. Indien sprake blijkt te zijn van strafbare feiten kan het Openbaar Ministerie optreden door (een) eventuele verdachte(n) te vervolgen. Tijdens het strafrechtelijk onderzoek is er regelmatig overleg tussen de zaaksofficier van justitie en het expertisecentrum medische zaken.
Vraag 6
Kunt u duidelijkheid verschaffen over de afbakening van bevoegdheden van de Inspectie en het OM?
Antwoord 6
De Inspectie is toezichthouder en heeft toezichthoudende bevoegdheden op grond van de algemene wet bestuursrecht en specifieke gezondheidsrechtelijke wetten. Zij houdt toezicht op de kwaliteit van zorgverlening en op de levering van farmaceutische producten en medische hulpmiddelen aan burgers.
Vraag 7
Bij vermoedens van een strafbaar feit kan het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek starten. Tijdens het strafrechtelijk onderzoek kan het Openbaar Ministerie op basis van het Wetboek van Strafvordering dwangmiddelen toepassen, zoals inbeslagname en doorzoeking.
Antwoord 7
Omdat de bevoegdheden van de inspectie en het Openbaar Ministerie elkaar kunnen raken, wordt in het onderhavige strafrechtelijk onderzoek gestreefd naar een optimale samenwerking tussen het Openbaar Ministerie en de Inspectie.
1) De Volkskrant 1 november 2007