Kabinet wil representatieve democratie versterken
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het kabinetsstandpunt over de voorstellen van de Nationale conventie bepaald. Het kabinet wil de representatieve democratie, zoals die nu in Nederland bestaat, versterken. Dat betekent allereerst versterking van de rol van de volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer, provinciale staten en gemeenteraden). Daarbij hoort ook aandacht voor de positie van politieke partijen, die aan erosie onderhevig is. In de tweede plaats wil het kabinet het draagvlak vergroten voor de democratische instellingen, processen en kernwaarden van de rechtsstaat. Tenslotte wil het kabinet actief democratisch burgerschap (burgerparticipatie) bevorderen. Dat is de hoofdlijn van de kabinetsreactie op het eindrapport 'Hart voor de publieke zaak' van de Nationale conventie van 5 oktober 2006. De Nationale conventie kreeg van het vorige kabinet de opdracht voorstellen te formuleren voor veranderingen in het politieke bestel die kunnen leiden tot een groter vertrouwen tussen burger en politiek.
Herstel van vertrouwen ontstaat volgens het kabinet door gericht aandacht te besteden aan maatschappelijke problemen en deze in dialoog met de samenleving tot oplossingen te brengen. De overheid moet ook vertrouwen schenken door te luisteren naar burgers en hen ruimte te verschaffen. Veel aanbevelingen van de Nationale conventie zijn in lijn met deze benadering en kunnen daarom door het kabinet worden gesteund.
Zowel de Nationale conventie als het kabinet zijn voor versterking van de vertegenwoordigende organen, bijvoorbeeld door hun zelfstandigheid beter zichtbaar te maken. Het kabinet heeft met instemming kennis genomen van het voornemen van de Tweede Kamer een commissie in te stellen voor parlementaire zelfreflectie. Het kabinet beraadt zich op de mogelijkheid om politieke partijen, die voor het eerst aan parlementsverkiezingen deelnemen, tegemoet te komen door toe te staan dat de partijsubsidie ook wordt gebruikt voor dekking van de kosten die in de aanloop naar de verkiezingen zijn gemaakt. Op verschillende manieren wordt geïnvesteerd in het vergroten van de kennis van de werking van de democratie. Een daarvan is onderzoek naar mogelijkheden voor de oprichting van het Huis van de Democratie.
Actief democratisch burgerschap wil het kabinet bevorderen door onder andere het stimuleren van deelname aan gemeenschappelijke burgerinitiatieven, door het opstellen van een Handvest voor verantwoord burgerschap en door het invoeren van een maatschappelijke stage. Volgens het kabinet is het goed mogelijk om burgers te betrekken bij de publieke zaak, vooral op gemeentelijk en provinciaal niveau. De verschillende overheden zijn volgens het kabinet goed in staat zelf te beslissen of en welke instrumenten zij hierbij willen inzetten.