Imams slaan brug naar jeugdzorg
Imams in Amsterdam kunnen mogelijk als brug fungeren tussen Marokkaanse gezinnen en de jeugdzorg. Minister Rouvoet sprak daar gisteren over met drie imams.
Het probleem werd snel op tafel gelegd: 'De islamitische gemeenschap wantrouwt jeugdzorg: ze komen met een grote auto voorrijden en halen je jongeren uit huis'. En dus zoeken Marokkanen niet snel hulp bij Bureau Jeugdzorg. Rouvoet sprak gistermiddag in Amsterdam met de imams Abou Bakar El Boudouti, Mustapha Houthout en Aissa Zanzen en met de directeur van Bureau Jeugdzorg Amsterdam Wiel Janssen.
Wiel Janssen stelde vorig jaar voor om imams kennis te laten maken met jeugdzorg. Bijna twintig imams lieten zich eind vorig jaar voorlichten over de functie van Bureau Jeugdzorg, en over hoe de jeugdzorg in Nederland werkt. Zeven imams kregen daarna een opvoedcursus met thema’s als ‘grenzen stellen en straffen’, ‘pubers en school’ en ‘luisteren naar je puber’.
De imams vertelden Rouvoet wat ze aan de opvoedcursus hadden. ‘Als iets niet goed gaat binnen het gezin zoeken ouders uit onze gemeenschap contact met de imam. Dan is het goed dat je weet hoe je kunt luisteren naar kinderen en hoe je conflicten kunt voorkomen. Wij kunnen die pedagogische adviezen weer overbrengen aan de ouders’. Ze kaartten ook de problemen aan die ze tegenkomen. Zo hebben Marokkaanse ouders moeite met het feit dat hun kinderen bij een uithuisplaatsing in niet-islamitische gezinnen terechtkomen.
Vervolgcursus
De imams gaan op korte termijn een vervolgcursus doen. Tegelijkertijd start een aantal andere imams met de eerste cursus. Uiteindelijk moeten de imams een brug vormen tussen hun achterban en de jeugdzorg. Minister Rouvoet wil de ervaringen van de imams meenemen in zijn programma over diversiteit, dat in het voorjaar van 2008 wordt verwacht.