Speech minister Ter Horst bij uitreiking herinneringsmedailles vredesmissies
Dames en heren,
Wie een willekeurige voorbijganger vraagt naar een internationale vredesoperatie zal in negen van de tien gevallen beginnen over Afghanistan. Minder bekend is dat we onze internationale vredestaak breder oppakken. Minder bekend is dat we ook in Bosnië en Herzegovina zijn. In Cyprus, in Sudan, in Servië en Montenegro en in het latere onafhankelijke Montenegro. Ik noem deze landen omdat u daar bent geweest.
33 politiemensen en 3 medewerkers van de Koninklijke Marechaussee zijn in de afgelopen jaren een tijd in een van deze gebieden geweest om - kernachtig gezegd - de vrede te handhaven. Een lastige opdracht in vaak lastige omstandigheden. De Nederlandse regering heeft veel waardering voor uw inzet. Ik vind het een eer om u zodadelijk de herinneringsmedaille uit te reiken.
“Herinneringsmedaille”: dat is de officiële benaming maar beschouwt u het meer als een waarderingsmedaille.
In het beleidsprogramma van het kabinet staat - en ik citeer: “Nederland heeft alles in huis om bij te dragen aan vrede, veiligheid en ontwikkeling.” Einde citaat. In feite hebben we het daarbij onder andere over u.
We hebben het over uw kennis, inzet en inzicht. U bent daadwerkelijk de grens overgegaan en u heeft een bijdrage geleverd aan landen die volop in ontwikkeling zijn. Van een rechteloze staat naar een rechtsstaat, van een onveilige naar een veilige samenleving. U heeft kortom een bijdrage geleverd aan de internationale rechtsorde.
De inzet van de politie bij vredesmissies is een relatief nieuwe tak van sport. De Marechaussee heeft er meer ervaring mee. Het is prettig dat we samen kunnen optrekken bij dergelijke missies en alle voorbereidingen.
Vanaf 2003 stellen we jaarlijks ongeveer 40 politiemensen ter beschikking voor vredesoperaties. Het is goed om na de eerste ervaringen even terug te kijken. U mag van ons verwachten dat we kritisch en zorgvuldig omgaan met deelname aan vredesmissies. Een factor die in onze afwegingen een rol speelt is de toenemende internationalisering. Deze internationalisering heeft ook invloed op onze eigen samenleving, hier in Nederland. Conflicten in andere landen kunnen gevolgen hebben in onze wijken. Criminelen weten zich beter te organiseren, ook in internationaal verband. Met andere woorden: voor een klein, dichtbevolkt en steeds pluriformer land als het onze is de internationale rechtsorde en veiligheid een direct belang.
In de toekomstige vredesmissies gaan we meer rekening houden met dat belang. Dat wil zeggen dat we in onze overwegingen tot deelname ook kijken naar de voordelen voor Nederland zelf.
Op die manier willen we de aanwezigheid van de politiemensen, de kennis en de contacten die ze opdoen, ook inzetten om onze eigen nationale belangen te dienen. Om dit goed te kunnen doen, streven we naar een bredere basis binnen de politie voor dit werk: we gaan onder andere de capaciteit voor vredesmissies vergroten.
Dat is voor de toekomst. Vanmiddag staat het verleden centraal. Uw verleden, uw herinneringen, uw ervaring. De ervaring die u heeft opgedaan is ons veel waard. Ik vertrouw erop dat u die ervaring ook toepast en uitdraagt. Uw collega’s hebben er iets aan in hun werk hier in Nederland, of in hun werk bij toekomstige vredesmissies, zoals de grote missie die we aan het voorbereiden zijn in Kosovo. Uw ervaring maakt de organisatie sterker.
Ik wil - tot slot - ook uw naaste familieleden bedanken. Sommigen spreken van het thuisfront, maar dat klinkt me te veel als een militaire term…
U heeft uw partner, vader of moeder, broer of zus, een tijd moeten missen. Misschien was u het ermee eens, misschien ook niet, maar hoe dan ook: uw steun is belangrijk geweest. Dit soort missies kan niet plaatsvinden als er geen steun is van de familie. De herinneringsmedaille is ook een teken van onze waardering voor uw rol.
Ik dank u allen hartelijk.