Zowel risico’s, als vervoer gevaarlijke stoffen over Brabantroute nemen af
De ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM trekken ruim 6 miljoen euro uit om de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor in Zuid-Holland en het zuiden van Nederland te vergroten. De maatregelen bestaan bijvoorbeeld uit het verbeteren van seinen om roodlicht passages te voorkomen en voorzieningen voor brandweer en andere hulpverleners.
Dat is besloten in een overleg dat de ministers Eurlings en Cramer op 14 november hebben gehad met bestuurders uit Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Holland. Daarnaast willen de ministeries afspraken maken met bedrijven die gevaarlijke stoffen laten vervoeren. Doel is dat de lading van de treinen zo wordt samengesteld dat de kans op een ontploffing na een ongeluk nog verder wordt verkleind. Ook is het de bedoeling dat de bedrijven de Brabantroute, die door een aantal grote steden leidt, zoveel mogelijk vermijden en gebruikmaken van de Betuweroute. Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft gisteren bijvoorbeeld na een gesprek met de president-directeur, Shell bereid gevonden in principe deze stap te nemen voor de aanzienlijke transporten van LPG dat dit bedrijf op dit moment via de Brabantroute naar Duitsland vervoert. Deze korte termijn maatregelen worden in 2008 genomen.
Naast deze maatregelen voor de korte termijn hebben de ministers en bestuurders afspraken gemaakt over de middellange termijn (periode 2008-2009). Het gaat daarbij om de totstandkoming van het zogenoemde Basisnet Spoor waarbij wordt vastgelegd langs welke routes wel en langs welke geen gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De Brabantroute zal in dat kader zoveel mogelijk worden ontlast. Indien daarna nog knelpunten resteren zal naar lokale oplossingen worden gezocht zoals bijv. langzamer rijden en instellen tijdsvensters. Verder moet nader onderzoek uitwijzen of aanpassingen aan het spoor, zoals spoorbogen, op langere termijn mogelijk en zinvol zijn.
Afgesproken is dat de Taskforce in het voorjaar de voortgang van de gemaakte afspraken bespreekt.
Aan de Taskforce Brabantroute nemen bestuurders uit de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Holland deel. De Taskforce werd in het leven geroepen naar aanleiding van zorgen over de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen door die provincies. Directe aanleiding voor dit overleg was de bijna-botsing tussen een personentrein en een goederentrein bij Tilburg in juli van dit jaar.