Toespraak bij de start van het voorlichtingsproject "Zien is geloven"
Toespraak van minister Verburg bij de start van het voorlichtingsproject "Zien is geloven"op 8 november 2007 in Utrecht.
Dames en heren,
Fijn dat u hier met zovelen bent. Sinds Al Gore in zijn film An inconvenient truth heeft laten zien wat de klimaatverandering voor onze planeet kan betekenen. Sindsdien hoef je niemand meer te overtuigen van de noodzaak daar iets aan te doen. Al Gore heeft er nu zelfs de Nobelprijs voor de vrede mee gewonnen. Daarmee is het probleem niet alleen in Nederland, maar ook mondiaal op de agenda gezet.
Ook de Nederlandse regering wil tijdens deze kabinetsperiode een aantal stevige stappen zetten op weg naar een beter milieu. Met Prinsjesdag hebben we daarvoor het programma "Nieuwe energie voor het klimaat" gepresenteerd.
De strijd tegen de broeikasgassen is daarbij één van de speerpunten. We willen dat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 30% is verminderd. Ook de landbouw moet en kan daar zijn steentje aan bijdragen. De sector is immers verantwoordelijk voor zo'n 13 procent van de uitstoot van broeikasgassen.
Kortom: er is werk aan de winkel.
Gelukkig hoeven we niet bij nul te beginnen. Als we kijken naar de landbouwsector, dan is er de afgelopen jaren al veel gedaan. We werken hard aan de beperking van de uitstoot van CO2.
Maar het probleem is groter dan alleen CO2. Daarom kennen we sinds 1999 het Reductieplan Overige Broeikasgassen, kortweg het ROB. Dit programma richt zich op de vermindering van de andere broeikasgassen, zoals lachgas en methaan. Juist met die gassen hebben we in de landbouw veel te maken, met name in de veehouderij.
Sinds 1990 is de uitstoot van deze twee soorten gas al met 17% afgenomen. Dat heeft u als sector voor elkaar gekregen, door uitvoering te geven aan het mestbeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Daar wil ik u graag een groot compliment maken.
Maar daar laat ik het niet bij, want we zijn er nog niet. Mijn oproep aan de sector is dan ook, om samen verder te gaan op deze weg. Uiteindelijk moeten we, in 2020, naar die 30 % minder uitstoot. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa.
Ik ben ervan overtuigd dat u dat gaat lukken en ik ga u er ook bij helpen. De campagne waarvoor ik vandaag het startschot geef, laat zien wat de sector kan doen om klimaatvriendelijker te werken. We beginnen met de melkveehouderij, omdat we daar het meest met deze broeikasgassen te maken hebben. Volgend jaar verbreden we de campagne naar andere sectoren van de landbouw.
We moeten samen de doelstelling wel halen, maar we leggen u de maatregelen niet op. We kiezen ervoor u te laten ontdekken wat er allemaal mogelijk is. We hebben het niet over problemen maar over uitdagingen. We hebben een lijst samengesteld met de verschillende mogelijkheden op ongeveer alle onderdelen van uw bedrijf. Bemesting, veevoer, beweiding, gebruik van land en water, huisvesting en mestopslag en mestverwerking. Overal liggen kansen voor verbetering van het milieu.
Laten we het dan bij het publiceren van een lijst? Nee, uiteraard niet. Daar komt ook de betekenis van de naam van dit project om de hoek kijken: "Zien is geloven".
Ter ondersteuning van de lijst met mogelijkheden beginnen we namelijk ook met drie praktijkprojecten. In de praktijk moet immers duidelijk worden, wat het beste werkt. Vandaar: zien is geloven.
De praktijkprojecten zijn er voor bedoeld, dat de melkveehouders experimenteren met de verschillende mogelijkheden en hun ervaringen delen met hun collega's.
De kracht zit hem dan in het ontdekken welke ideeën het best passen binnen de dagelijkse praktijk van de melkveehouderij. Melkveehouders gaan zelf aan de slag met de beschikbare kennis. De praktijkprojecten worden vandaag gepresenteerd en in het komend jaar uitgevoerd. Volgend jaar laten we zien, wat de resultaten zijn. Als vervolg daarop willen we volgend jaar drie nieuwe praktijkprojecten mogelijk maken, waarvoor de keten zelf het initiatief zal nemen. Dat betekent niet dat we elkaar het komend jaar niet zien. Nee. Tijdens de komende wintermaanden praten wij u bij over de verschillende aspecten van het thema melkveehouderij en klimaat in enkele regionale winteravondlezingen.
Vandaag is het begin van een nieuwe impuls tot beperking van de klimaatverandering. Met het begin van dit programma Zien is geloven kan de melkveehouderij laten zien, hoe zij zich inzet voor dit wereldomvattende vraagstuk. Ook de wetenschap gaat intussen verder met de ontwikkeling van kennis op dit gebied. De lijst met mogelijkheden die we nu presenteren, zal steeds worden aangevuld als nieuw onderzoek tot nieuwe inzichten leidt. Om te beginnen laten we nader onderzoek doen naar de relatie tussen veevoer en methaanuitstoot. Hoe kun je veevoer zo samenstellen, dat de koe minder methaan produceert en de mest minder belastend is voor het milieu? En hoe kun je er voor zorgen dat de melkveehouder dat zelf kan zien en vaststellen en controleren?
Ik doe een oproep aan de héle sector, om uw bedrijfsvoering verder te vernieuwen met een open oog voor duurzaamheid. Het is één van de kernthema's van dit kabinet, maar ook één van de kernthema's van de agrarische sector.
Ik ga er daarbij van uit, dat de praktijkprojecten en de ervaringen van uw collega's u zullen inspireren. Al doende leert men - en vooral in deze sector leren we meer in de praktijk dan van de theorie. Ik ben daarbij minstens zo geïnteresseerd als u in uw ervaringen tijdens dit leerproces. Ervaringen die ook mij verder zullen helpen om na te gaan hoe ik het nog beter vorm kan geven.. Daarbij moet onze houding niet zijn: wat gaat dit ons kosten? Maar wel: wat kan het ons en de samenleving opleveren? Ik ben er vast van overtuigd, dat u zich hiervoor voluit zult inzetten. De praktijk bij andere sectoren laat zien dat samenwerking in de sector tot verrassende nieuwe ideeën en producten leidt. Maar uiteraard geldt ook voor mij: zien is geloven.