Hirsch Ballin: houd vestigingsklimaat aantrekkelijk
Minister Hirsch Ballin van Justitie wil het ondernemingsrecht verder moderniseren om het vestigingsklimaat in Nederland aantrekkelijk te houden voor het bedrijfsleven. Dit blijkt uit een brief die hij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, waarin zijn plannen staan voor de komende periode.
De bewindsman streeft niet alleen naar vrijheid voor ondernemers om bij hun bedrijfsactiviteiten te kiezen voor een rechtsvorm die aansluit bij hun behoeften, maar ook naar een snelle en efficiënte rechtsgang. In het ondernemingsrecht is het rechtsstelsel als zodanig steeds meer een concurrentiefactor geworden, net zoals fysieke infrastructuur, het loonkostenniveau of het fiscale regime. Daarom is het voor Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven van belang dat aantrekkelijke rechtsvormen worden aangeboden en dat de rechtspleging goed werkt.
Eén van de speerpunten in de modernisering van het ondernemingsrecht is de inrichting van grote ondernemingen. Er is een wetsvoorstel in voorbereiding dat de zogeheten ‘one tier board’ regelt. Uitvoerende en toezichthoudende bestuurders zitten in één vennootschapsorgaan. Dat biedt een heldere wettelijke basis voor de inrichting van het bestuur en toezicht volgens zowel het dualistische als het monistische model. Daarbij is de centrale vraag of en zo ja, voor welke grote vennootschappen toezicht moet worden voorgeschreven.
Ook stelt de bewindsman een herbezinning op geschillenbeslechting in de onderneming voor. Hij vindt het noodzakelijk eerst bestaande faciliteiten voor de beslechting van geschillen in de onderneming in ogenschouw te nemen, voordat een beslissing wordt genomen over nieuwe mogelijkheden zoals de zogenoemde ‘business judgement rule’, een norm voor de rechter om bestuurshandelingen te beoordelen.
Daarom komt er een onderzoek naar de vraag welk type geschillen in de praktijk aan de Ondernemingskamer wordt voorgelegd in het kader van een enquête. Ook zal worden bezien welke (voorlopige) voorzieningen zijn getroffen en welke zaken hebben geleid tot cassatie. Tevens zal het ministerie van Justitie enkele rondetafelgesprekken met verschillende experts uit de rechterlijke macht, de advocatuur, bedrijfsleven en wetenschap organiseren. De resultaten van het onderzoek en de rondetafelgesprekken zijn medio volgend jaar beschikbaar. Mede op basis van die resultaten zal worden bepaald of en zo ja in hoeverre wetswijziging wenselijk is.
Verder ontwikkelt het kabinet een voorstel voor de rechtsvorm van de maatschappelijke onderneming. Het voorontwerp maakt het voor scholen, zorginstellingen, woningcorporaties en andere instellingen in de semi-publieke sfeer mogelijk om te kiezen voor de rechtsvorm van de maatschappelijke onderneming. Daarmee wil het kabinet recht doen aan de ontwikkelingen die de instellingen in de semi-publieke sector hebben doorgemaakt en hen nieuwe mogelijkheden bieden voor de invulling van hun activiteiten.
Eind november spreekt de minister met de organisaties die in de consultatieronde hebben gereageerd, voordat nadere voorstellen worden gedaan. Naar verwachting zal begin volgend jaar een wetsvoorstel naar de Raad van State gaan.