Gezondheidszorg in Nederland op hoog niveau

De kwaliteit van de gezondheidszorg is de afgelopen jaren verbeterd in de OESO landen, maar de zorg voor chronische zieken kan nog beter. Dat blijkt uit een internationale vergelijking van gezondheidszorgstelsels en de gezondheid van de bevolking.

De OESO heeft deze vergelijking opgesteld voor 30 landen.

Ook meer aandacht voor het voorkomen van ziekten kan de gezondheidszorg verder verbeteren. De stijgende kosten in de gezondheidszorg zorgen ervoor dat de behoefte aan inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg en het benutten van de kans ziekte te voorkomen, alleen maar verder toeneemt.

Indicatoren

Hoewel het vaststellen van de kwaliteit van de geleverde zorg soms nog moeilijk is, is er de laatste jaren veel gebeurd op dat gebied. Bij de OESO ontwikkelt de Health Care Quality Indicator werkgroep, onder leiding van professor Niek Klazinga, internationaal vergelijkbare indicatoren. Klazinga is uitgeleend door het ministerie van VWS aan de OESO.

De kwaliteitsindicatoren, die dit jaar voor het eerst opgenomen zijn in de publicatie Health at a Glance , laten zien dat verbeteringen in diagnosestelling en behandelingen in de OESO-landen ertoe hebben geleid dat slechts 10 procent van de mensen die na een hartaanval zijn opgenomen in een ziekenhuis (Nederland: 8.4 procent), daaraan binnen 30 dagen overlijdt. In 1980 overleed gemiddeld nog 20 procent van de mensen die na een hartaanval in het ziekenhuis waren opgenomen.

Chronische aandoeningen

Ondanks deze verbeteringen blijft de behandeling en preventie van chronische aandoeningen een grote uitdaging voor de OESO-landen. Voor het groeiend aantal mensen met astma en diabetes is de zorg nog vaak suboptimaal. Gemiddeld 6 op de 100.000 volwassenen belanden jaarlijks in het ziekenhuis als gevolg van astma. De verschillen tussen de OESO-landen zijn groot. In Finland en Amerika worden jaarlijks meer dan 12 op de 100.000 volwassenen als gevolg van astma opgenomen in het ziekenhuis in Nederland en Mexico is dat minder dan 3 op de 100.000.

Preventie

Ook kan de gezondheid in de OESO-landen worden verbeterd door meer aandacht te besteden aan het voorkomen van ziekten. Preventie kan een effectief middel zijn bij het bestrijden van overgewicht of vetzucht. Hoewel Nederland hierbij geen koploper is, is het aantal mensen met overgewicht of vetzucht in korte tijd bijna verdubbeld van 6 procent in 1990 naar 11 procent in 2005. Deze stijging is reden voor bezorgdheid, gezien het verhoogde risico voor gezondheidsproblemen.

Kosten

Mede door de vergrijzing en medisch-technologische ontwikkelingen zijn de kosten voor gezondheidszorg in de meeste OESO-landen de afgelopen jaren sterk gestegen. In 2005 werd gemiddeld 9 procent van het BBP aan zorg uitgegeven. De VS staat bovenaan met een percentage van 15,3 procent. Nederland bezet met 9.2 procent de twaalfde plaats. Opvallend is verder dat in Nederland slechts 8 procent van de totale zorguitgaven wordt betaald door eigen betalingen. De gemiddelde eigen betalingen in de OESO landen bedragen 20 procent; zou dit gemiddelde voor Nederland gelden, dan zou ruim 10 miljard euro uit de portemonnee van de burgers komen voor zorggebruik. Terwijl de eigen betalingen in de meeste landen toenemen, dalen deze – door de omzetting van de no-claim in het eigen risico - in ons land.