Verzoekschrift X inzake individuele uitkering SRSR

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

OHW-CB-U-2806802

12 november 2007

Bij brief van 12 oktober 2007, kenmerk 146.255/HdB, heeft u mij geïnformeerd over de conclusie van de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven inzake het verzoekschrift van de heer X te X. Deze conclusie is mij tevens toegezonden door de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven bij brief van 12 oktober 2007, kenmerk 246.254/HH.

Tot 1 april 2002 bestond de mogelijkheid om bij zelfstandig bestuursorgaan Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma (de Stichting) een aanvraag in te dienen voor een eenmalige individuele uitkering. De Sinti en Roma die voor 8 mei 1945 tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland hun verblijf hadden, of hun nabestaande partner en kinderen, kwamen in aanmerking voor deze uitkering. De heer X heeft eerst in 2006, enkele jaren na de slui-tingsdatum, zijn aanvraag ingediend. Deze is door de Stichting niet in behandeling genomen vanwege het verstrijken van de termijn.

Uw Commissie heeft geconstateerd dat ruime publiciteit is gegeven aan de regeling. Uw oordeel luidt daarom dat niet is gebleken dat de heer X van overheidswege onzorgvuldig is behandeld. Uw Commissie heeft mij vervolgens voorgesteld om te bevorderen dat opnieuw de mogelijkheid wordt geboden om aanvragen voor een individuele uitkering in te dienen.

In mijn eerdere correspondentie in deze kwestie heb ik aangegeven dat de Stichting juist heeft gehandeld door nieuwe aanvragen niet in behandeling te nemen. De deadline is immers verstreken en de Stichting is niet langer bevoegd aanvragen voor een individuele uitkering in behandeling te nemen. Zou ik de deadline openbreken en de Stichting opnieuw de vereiste bevoegdheid geven, dan moet de onbekende enkeling die wel de deadline kende en na het verstrijken ervan terecht concludeerde dat aanvragen niet meer mogelijk was, geïnformeerd worden over de mogelijkheid om alsnog een aanvraag in te dienen. Om deze gelijke behandeling mogelijk te maken zal opnieuw een publiciteitscampagne gestart moeten worden. Een dergelijke publiciteitscampagne zal, zo leert de ervaring, veel aanvragen opleveren van mensen die niet aan de criteria voldoen. Dit vormt een onnodige emotionele belasting van de aanvragers.

De Stichting is thans uitsluitend bevoegd om gelden te besteden voor collectieve doelen ten behoeve van de Sinti en Roma. Deze gelden zijn geoormerkt naar hun bestemming en zijn onder meer gericht op maatschappelijke participatie, scholing, werkgelegenheid, muziek en cultuur en kennisbehoud. De activiteiten in dit kader zien op een structurele verbetering van de positie van Sinti en Roma in de Nederlandse maatschappij.

Ik zal wegens bovengenoemde overwegingen geen gehoor geven aan uw voorstel om de mogelijkheid voor het indienen van een aanvraag voor een individuele uitkering opnieuw te openen. Ik heb bij mijn besluit meegewogen dat voornoemde collectieve doelen, weliswaar indirect, ook ten goede komen aan de heer X.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker