Toespraak staatssecretaris Bijleveld uitreiking Overheid.nl Monitor
Ik ben uitgenodigd, dames en heren, om het eerste exemplaar van de Overheid.nl Monitor te overhandigen aan de best presterende overheidsinstelling van 2006, op het gebied van e-overheid.
Ik weet dat u al de hele dag allerlei aspecten van openheid en transparantie hebt besproken.
Toch heb ik behoefte daarover nog een paar opmerkingen te plaatsen.
De belangrijkste reden daarvoor is dat, wat u vandaag aan de orde heeft gesteld, een wezenlijk uitgangspunt van deze regering betreft.
Dames en heren, er staat een hardnekkig beeld op het publieke netvlies van een kloof tussen overheid en burgers.
Ik heb over het bestaan van die kloof of de diepte ervan zo mijn twijfels.
Ik heb zelfs het gevoel dat hij soms als een excuus wordt opgevoerd. Maar gevoelens zijn ook feiten en de zogenaamde kloof is wel een aanwijzing dat er wat moet worden gedaan aan het herwinnen van het wederzijds vertrouwen tussen burgers en overheid.
Daarom staat in het Coalitieakkoord dat de regering de burger centraal stelt.
Daarom zetten we in op goede dienstverlening en heldere handhaving.
Daarom staat er dat we de regels willen verminderen,
want het verminderen van regels is niet een soort toverformule maar het bewijs dat we het eigen oordeel van burgers en bedrijven vertrouwen.
We willen - met andere woorden – een situatie scheppen, waarin de overheid zich dienstbaar opstelt ten opzichte van de burgers en bedrijven; waarin de overheid de burgers vertrouwt.
Als de overheid zich duidelijk, dienstbaar en open opstelt zal de burger de overheid vertrouwen; ook op de momenten dat de overheid een last betekent.
Ik heb – laten we eerlijk zijn - het niet over heel abstracte zaken.
U bent zelf allemaal burger. U weet dat als u dingen begrijpt u er mee kunt leven.
U waardeert het als iemand zich binnen de mogelijkheden inzet. U wordt kwaad als iemand zich verbergt achter flauwekul argumenten, geheimzinnige regels of onbegrijpelijke taal.
U bent burger, u wilt een duidelijk antwoord, u wilt kunnen uitvinden wat er aan de hand is.
En dat kan allemaal dank zij de inzet van ICT.
Eigenlijk hoef ik u over de stand van zaken op dat gebied niets te vertellen. Als u van de noodzaak tot digitaal verkeer en een e--overheid niet overtuigd was, dan was u vandaag hier niet gekomen.
Toch wil ik - misschien ten overvloede - nog een keer de noodzaak voor administratieve lastenvermindering benadrukken.
Vooral bij de gemeenten, want daar wonen de burgers en daar staan de bedrijven. Daar moeten mensen niets meer hoeven te doen dan echt noodzakelijk is.
De overheid moet het burgers en bedrijven gemakkelijker maken. Wij moeten zorgen dat de e-overheid goed ontworpen, gebruiksvriendelijk en foolproof is en daarvoor worden basisvoorzieningen ontwikkeld en geïmplementeerd
Maar daar hoeft de burger eigenlijk niet eens wat van te weten. Als het maar werkt.
Dat is heel wat anders dan het feit dat door de digitale openheid, door de beschikbaarheid van informatie, door de transparantie, burgers en bedrijven de overheid nauwlettend in de gaten kunnen houden.
Ze kunnen zien hoelang iets duurt en wat het kost. Ze kunnen volgen welke weg een vraag gaat.
Ze kunnen ook zien wie de burger met welke kluitjes in het riet stuurt.
Het betekent bijna dat de overheid niet anders kan, dan burgers vragen hen goed in de gaten te houden en dit zal, hoop ik, uiteindelijk leiden tot het verdampen van het wantrouwen.
Wanneer je precies kunt zien wat er gebeurt, zijn het niet langer “zij, op het gemeentehuis”, en daardoor anonieme machten die de dienst uitmaken.
Voor sommigen van ons zal een dergelijk glazen huis een huiveringwekkend beeld zijn. Niet allemaal zijn we er op uit om in de overheidsversie van “De gouden Kooi” te wonen.
Dat hoeft ook niet.
Openheid heeft ook zijn grenzen. Vertrouwen betekent soms ook discretie. Onderhandelen doe je niet met een open knip. Handhaven vereist soms verstolen optreden.
Over de praktische en technische kanten van dit soort vragen heeft u vandaag uitgebreid gesproken. Ik kijk uit naar het verslag van dit congres , want het er zitten fascinerende kanten aan deze onderwerpen.
Zaken die me nu als Staatssecretaris en vroeger als burgemeester echt bezig houden.
Dames en heren, we gaan naar de Monitor. Hij verschijnt jaarlijks als boekje dat een beeld geeft van de stand van zaken van de e-overheid.
Daarnaast kunt u de actuele de stand van zaken van de e-overheid bekijken via de continue monitor. Het gebruik van dit instrument stijgt nog steeds. Eigenlijk is het bijna raar dat je voor dit onderwerp überhaupt nog papier als medium kiest, maar het is een erg mooi boekje geworden dit jaar.
Doen we het goed als overheid?
Ja!
Er is een stijgende lijn te zien. Er zijn steeds meer projecten die de transparantie bevorderen. Ik heb het dan over de publicatie van vergunningen, bekendmakingen en regelgeving op internet.
De doelstelling voor Transparantie is in 2006 gehaald; zelfs ruimschoots!
Ook de doelstellingen ten aanzien van electronische dienstverlening is gehaald
Het streven was dat 60% van de dienstverlening electronisch aangeboden zou worden in 2006. Dat is 61% geworden voor burgers en 62% voor bedrijven.
De gemeenten doen het iets minder dan het landelijk gemiddelde, maar ik verwacht dat dat dit jaar wordt ingelopen en we de 65% halen.
Dames en heren, wie deed het het beste in 2006?
Het is een gemeente die voor toegankelijkheid 75% scoorde, voor transparantie 89%, voor dienstverlening 92%, voor gepersonaliseerde dienstverlening 100% en voor gebruikersvriendelijkheid ook 100%.
Ik heb het over een gemeente die de prijs voor de tweede keer wint; die van achter in het peloton in 2001 naar een eerste plaats ging in 2004. Ik heb het over de winnaar van 2006 : Dordrecht.
En mocht u niet onder indruk zijn van een toegankelijkheid van 75 %, die is inmiddels gestegen naar 90% vanwege de nieuwe website.
Mw Albayrak, graag wil ik u als wethouder van Dordrecht met o.a. ICT in uw portefeuille feliciteren en u het eerste papieren exemplaar van de monitor overhandigen.