Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij presentatie rapport Hermans over Limburg
Spreekpunten staatssecretaris Bijleveld-Schouten bij rapport Hermans over de positie van de provincie Limburg in de Euregio.
• Dank voor het rapport. De titel (‘De toekomst van Limburg ligt over de grens’) is prikkelend. Het suggereert dat de toekomst van Limburg niet langer in Nederland ligt. Maar ik ben er geen voorstander van om deze mooie provincie zomaar weg te geven. We houden Limburg binnen de grenzen, maar met een grenzenloze samenwerking met de Europese omgeving.
• Limburg is een bijzondere provincie. Bijzonder omdat het meer grenzen met het buitenland dan met het binnenland heeft. Dat biedt bijzondere kansen en uw rapport is erop gericht om die kansen te pakken.
• Die bijzondere positie geeft ook bijzondere problemen. Bijvoorbeeld de bestuurlijke drukte. Limburg wil bureaucratie en bestuurlijke drukte opruimen, en zeker als dit wordt veroorzaakt door de grenzen.
• Die bestuurlijke drukte is nogal hoog in Limburg. Je hebt de Nederlandse overheden, maar ook de Belgische en Duitse. Bovendien is de bestuurlijke organisatie ook nog verschillend. Zo is Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat met een andere bevoegdheidsverdeling dan de federale landen Duitsland en België. Dat maakt knopen doorhakken ook niet altijd eenvoudig.
• Het advies van de commissie is dan ook ondubbelzinnig: “ja, de steun van het rijk om de grensoverschrijdende samenwerking in Euregionaal verband te versterken is noodzakelijk.” Zonder in te gaan op alle specifieke aanbevelingen, zeg ik u steun vanuit het rijk toe om deze samenwerking te versterken.
• Uw commissie pleit voor innovatieve samenwerkingsverbanden. Ik ben bereid om te bezien of dergelijke verbanden meerwaarde opleveren maar we moeten er nadrukkelijk voor waken dat er - daardoor - nog meer bestuurlijke drukte bijkomt.
• Uw commissie stelt ook een Euregionale Top (Conventie) in 2008 voor. Met als doel: het tekenen van een grensoverschrijdende bestuurlijke intentieverklaring, als basis voor verdere samenwerking. Het lijkt me goed om daar gezamenlijk naar te kijken.
• Focus in het rapport ligt op de vier inhoudelijke terreinen Arbeidsmarkt, Onderwijs, Zorg en Infrastructuur. Op deze terreinen moeten ook de vakministeries worden betrokken. Ik zal er voor zorgen, dat dit rapport ook bij de andere ministeries onder de aandacht komt. We moeten oog hebben voor de specifieke situatie van Limburg.
• Ons motto is ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Als betere grensoverschrijdende samenwerking in onze landsgrensregio’s bijdraagt aan de aanpak van maatschappelijke vraagstukken, dan moeten we met alle betrokken partners daarmee aan de slag.
• De komende maanden zullen we samen, met u en de collega’s van andere departementen en de grensregio’s verdere afspraken maken over de aanbevelingen in het rapport.