Beantwoording vragen over deelname Nederland aan operatie Enduring Freedom

Kamerstuk | 09-11-2007

Antwoorden op de vragen van het lid Van Baalen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over deelname van Nederland aan de operatie Enduring Freedom in Afghanistan in de periode 2001 en 2002 (ingezonden 19 oktober 2007, kenmerk 2070802970)

1. Heeft u kennis genomen van de radio-uitzending 1) waarin de bewering wordt gedaan dat Nederlandse special forces in de periode 2001 en 2002 deelgenomen zouden hebben aan grondoperaties in Afghanistan in het kader van de Operatie Enduring Freedom?

Ja.

Zo ja, is het u bekend dat de deelname, expliciet door de toenmalige ministers van Buitenlandse Zaken Van Aartsen en van Defensie De Grave is ontkend, hetgeen later door de toenmalig fungerende minister van Defensie Kamp opnieuw aan de Kamer is bevestigd?

De minister van Buitenlandse Zaken heeft, mede namens de minister van Defensie, op 22 maart 2002 in de beantwoording van schriftelijke vragen van de leden Koenders en Valk gemeld dat voor de operatie Anaconda geen beroep is gedaan op Nederlandse eenheden (TK 2001-2002, aanhangsel 889). Verder heeft de minister van Defensie tijdens een plenair debat op 16 juni 2004 uiteengezet in hoeverre Nederlandse speciale eenheden tot dan toe in Afghanistan waren ingezet. Dat betrof uitsluitend een peloton van het Korps Commandotroepen in het kader van ISAF.

2. Ziet u, in het licht van de bovengenoemde radio-uitzending, aanleiding om op de ontkenning door uw ambtsvoorgangers, terug te komen of correctie daarop aan te brengen?

Neen.

Zo neen, kunt u de bovengenoemde ontkenning met de u thans ter beschikking staande informatie, herbevestigen?

Ja. Er zijn in 2001 of 2002 geen Nederlandse grondtroepen of speciale eenheden in Afghanistan ingezet in het kader van de operatie Enduring Freedom. Voor een nadere toelichting op de Argos-uitzendingen verwijs ik naar mijn kamerbrief van heden onder nr. HDAB2007030164.

1) Argos, 17 oktober 2007