AD weigert publicatie uitspraak Raad voor de Journalistiek

Het Algemeen Dagblad weigert in haar krant op te nemen dat ze onzorgvuldig heeft gehandeld in een artikelenreeks eerder dit jaar. De Raad voor de Journalistiek stelde het ministerie van Defensie eind augustus in het gelijk, nadat deze een klacht indiende tegen de werkwijze van de krant.

Het gaat om de artikelen over Nederlandse militairen die, terugkerend uit Afghanistan, op Kreta verbleven voor het adaptatieprogramma. De twee journalisten die naar Kreta waren gereisd deden zich voor als toeristen. Naar het oordeel van de Raad waren er geen bijzondere omstandigheden die deze anonieme manier van werken rechtvaardigden. (Zie voor de volledige uitspraak: www.rvdj.nl/2007/50.)

Volgens de spelregels van de Raad voor de Journalistiek dient een hoofdredactie die in het ongelijk is gesteld, een samenvatting van de betreffende uitspraak in de eigen krant te publiceren. Dit is vastgelegd in het zogeheten Publicatieconvenant dat ook door het Algemeen Dagblad is ondertekend. De hoofdredactie stelt echter dat deze ondertekening geschiedde door het ‘oude’ Algemeen Dagblad. Het vernieuwde AD – dat wel op de zitting van de Raad verscheen om zich tegen de klacht van Defensie te verweren – acht zich niet persé gebonden aan alles wat destijds door het ‘oude’ AD is ondertekend. Bovendien wil de krant de lezers er niet mee vermoeien en zou de uitspraak alleen interessant zijn voor een kleine groep insiders.

Het Ministerie van Defensie heeft in een reactie op deze weigering een beroep gedaan op het Algemeen Dagblad alsnog de eigen lezers in kennis te stellen van de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek. Immers, zo stelt Defensie, toen het eerste artikel in april verscheen gaf de hoofdredactie in de krant aan waarom men bewust had gekozen voor de ‘undercover’ journalistiek. Nu de Raad voor de Journalistiek deze argumentatie in een heldere uitspraak heeft verworpen, dient de hoofdredactie de eigen lezers hierover te informeren.