Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Schermers (CDA) over overmatig medicijngebruik
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2805244
7 november 2007
Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Schermers over overmatig medicijngebruik (2070801520).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel “Pillenland”, waarin wordt gemeld dat het aantal uitgeschreven recepten sterk is gestegen, maar ook het aantal pillen per recept en het aantal dagen waarvoor het recept werd voorgeschreven? Zo ja, wat zijn de belangrijkste oorzaken?
Antwoord 1
Het desbetreffende artikel is mij bekend. Eén van de oorzaken ligt in het gegeven dat de Nederlandse bevolking sterk vergrijst en er steeds meer aandoeningen zijn die met het gebruik van geneesmiddelen zijn te bestrijden.
Vraag 2
Deelt u de mening dat levering van dezelfde medicijnen, die recent ook al aan betrokkene zijn afgeleverd, niet zonder meer zou moeten gebeuren?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het niet mogelijk moet zijn om zonder evaluatiemoment tussen arts en patiënt bepaalde medicatie eindeloos voor te schrijven?
Antwoord 2 en 4
De reden waarom het herhaalrecept in de wet is vastgelegd, is juist ingegeven vanuit de noodzaak een evaluatiemoment in te bouwen. Artsen moeten ervoor instaan dat de voorgeschreven medicatie nog steeds aangewezen is bij de patient. Daarvoor dient de arts zich ervan te vergewissen of de klacht en/of indicatie van de patient onveranderd is, de patient geen ernstige bijwerkingen ervaart en/of andere behandelopties niet te prefereren zijn.
Vraag 3
Bent u bereid grenzen te stellen aan de hoeveelheid medicatie die in een keer mag worden afgeleverd, zowel ten aanzien van het aantal pillen als het aantal dagen waarvoor het recept geldt, en zonodig hiervoor handhavend op te treden?
Antwoord 3
Tot voor kort was in de zogenaamde prescriptieregeling vastgelegd voor welke tijdsduur een voorschrift voor bepaalde medicatie mocht worden afgegeven. Deze bepaling werd zowel vanuit de nieuwe toedeling van verantwoordelijkheden op basis van de Zorgverzekeringswet als vanuit het oogpunt van administratieve lasten, niet langer passend geacht. Het is aan de zorgverzekeraars om hier eventueel nadere afspraken over te maken met hun contractanten. Ik heb begrepen dat het overgrote deel van de zorgverzekeraars de betrokken bepaling in de praktijk heeft gehandhaafd.
Vraag 5
Bent u bereid te bevorderen dat met een bepaalde regelmaat de noodzaak tot verlenging van een recept door de arts samen met de patiënt wordt geëvalueerd?
Antwoord 5
In principe is het moment van uitschrijven van het herhaalrecept hiervoor bedoeld. Dat neemt niet weg dat het nuttig kan zijn om met enige regelmaat het totale overzicht van voorgeschreven geneesmiddelen door te nemen en te beoordelen of voortzetting van het gebruik nog gewenst is, met name bij oudere patienten die meer dan 5 geneesmiddelen gebruiken. In het kader van de medicatieveiligheid heb ik al eerder gesteld hiervan voorstander van te zijn. Deze beoordeling kan –in samenwerking – zowel door de arts als apotheker plaatsvinden.