Antwoorden op kamervragen van Van der Veen over het Transitieakkoord farmaceutische zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT-K-U-2805698

6 november 2007

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van der Veen over het Transitieakkoord farmaceutische zorg (2070800170).

Vraag 1
Waarom wordt van het bedrag aan kortingen en bonussen van euro 857 mln., zoals vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) na aftrek van clawback (euro 217 mln.), kostendekkend tarief (euro 222 mln.) ook nog een taakstelling van euro 340 mln. afgetrokken?

Vraag 2
Klopt het dat het bedrag van de taakstelling van euro 340 mln. een bedrag betreft dat als opbrengst wordt ingeboekt maar eigenlijk het bedrag is dat minder wordt uitgegeven dan wanneer er geen convenanten waren gesloten? Met andere woorden, klopt het dat de
euro 340 mln. niet bestaan uit kortingen en bonussen, maar uit het verschil tussen de kosten zoals ze zouden zijn zonder convenanten en de huidige kosten? Zo ja, klopt het dat de door u genoemde “opbrengst” van de convenanten, en dus de taakstelling van euro 340 mln., gemakkelijk gehaald kan worden door apothekers op grond van volumestijging, terwijl zij voor wat betreft de kortingen en bonussen maar een beperkt deel inleveren?

Antwoord 1 en 2
In het Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009 (Transitieakkoord) is een afspraak gemaakt om euro 340 mln in 2008 en euro 456 mln in 2009 extra te besparen op de uitgaven voor de geneesmiddelen in Budgettair kader zorg termen (BKZ).
Met het Transitieakkoord en de geneesmiddelenconvenanten wordt bewerkstelligd dat minder wordt uitgegeven voor farmaceutische zorg en dat er minder kortingen en bonussen zijn dan zonder die afspraken. Bij de berekening van de taakstelling van euro 340 mln en bij de berekening van de opbrengsten van de geneesmiddelenconvenanten (en straks het Transitieakkoord) wordt, conform de BKZ-systematiek, rekening gehouden met een volumecomponent.
De beoogde extra opbrengst van euro 340 mln kan niet gemakkelijk worden gehaald met alleen maar volumestijgingen. Daarom is een aanvullende prijsverlaging van 10 % afgesproken en zullen de prijzen voor nieuwe generieke geneesmiddelen 50 % lager worden geprijsd dan de prijs voor het oorspronkelijke geoctrooieerde geneesmiddel. Daarnaast is afgesproken dat de toepassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP) wordt uitgebreid tot geneesmiddelen die onder de beleidsregel dure geneesmiddelen van de NZa vallen en wordt in 2008 een nieuwe Engelse prijslijst gehanteerd voor het vaststellen van de maximumprijzen waarbij voortaan ook prijzen voor Engelse generieke geneesmiddelen meetellen. Tot nu toe was dergelijke prijslijst niet voorhanden. Ook zorgverzekeraars zullen door eigen activiteiten bijdragen aan de opbrengst van euro 340 mln.

Vraag 3
Klopt het dat apothekers net als u per jaar een stijging van hun kortingen/opbrengsten kunnen verwachten doordat bij een gelijkblijvende inspanning (kortingspercentage) en een jaarlijks stijgend volume het absolute kortingsbedrag ieder jaar toeneemt? Klopt het dat het bedrag aan kortingen en bonussen van apothekers in 2008 ten opzichte van 2004 is verdubbeld?

Antwoord 3
Nee. Afgaande op het feitenonderzoek van de NZa naar de bruto-inkoopvoordelen in 2004 en de extrapolatie van de uitkomsten van dat onderzoek naar het jaar 2008, stijgt het bruto-bedrag van euro 581 mln in 2004 naar verwachting van de NZa tot euro 857 mln in 2008. Bij lange na geen verdubbeling van het bedrag aan kortingen en bonussen.
Apotheekhoudenden houden van dit bedrag na de “aftrek” van de opbrengst van de clawback (euro 217 mln), de voorziening voor het “kostendekkend” maken van het apothekerstarief (euro 222 mln) en de financiële taakstelling (euro 340 mln.) euro 78 mln over.

Zowel het realiseren van de taakstelling van euro 340 mln als het opvangen van eventuele afwijkingen ten opzichte van de raming van euro 857 mln van de NZa is voor een deel afhankelijk van de inspanningen van zorgverzekeraars. Zij hebben de ruimte om door middel van bijvoorbeeld decentrale onderhandelingen met apotheekhoudenden, bandbreedte-afspraken en preferentiebeleid, de resterende kortingen en bonussen bij apotheekhoudenden te beperken tot de afgesproken euro 78 mln ten behoeve van een financiële prikkel voor doelmatig inkopen die apotheekhoudenden met zorgverzekeraars moeten afspreken.

Vraag 4
Bent u het eens met de redenering dat van het bedrag van euro 857 mln. na aftrek van claw-back (euro 217 mln.), kostendekkend tarief (euro 222 mln.) nog een bedrag van euro120 mln. kan worden afgetrokken (zijnde 10% generieke prijsdaling), zodat een bedrag van euro 300 mln. overblijft aan kortingen en bonussen die apothekers behouden?

Antwoord 4
Nee, Zie het antwoord op vraag 3. Het is niet juist om slechts euro 120 mln af te trekken van het bedrag van euro 857 mln. Dit moet zijn euro 340 mln. Afgezien van een prijsverlaging van
10 % voor multi-source geneesmiddelen (generieke geneesmiddelen en het oorspronkelijke geoctrooieerde geneesmiddel) zit het verschil tussen beide bedragen in:

1. een volumecomponent overeenkomstig de BKZ-systematiek;
2. nieuwe generieke geneesmiddelen worden 50 % lager geprijsd dan het oorspronkelijk geoctrooieerde geneesmiddel;
3. de toepassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP) wordt uitgebreid tot geneesmiddelen die onder de beleidsregel dure geneesmiddelen van de NZa vallen;
4. in 2008 wordt een nieuwe Engelse prijslijst gehanteerd voor het vaststellen van de maximumprijzen zodat ook prijzen voor Engelse generieke geneesmiddelen meetellen;
5. eigen activiteiten van Zorgverzekeraars die bijdragen aan de opbrengst.

Vraag 5
Klopt het dat wanneer u de euro 300 mln. aan kortingen en bonussen die apothekers in 2008 mogen behouden wel terug zou halen, de premie met euro 20.- per verzekerde zou kunnen dalen? Zo ja, waarom heeft u hier niet voor gekozen?

Vraag 6
Klopt het dat uw voorganger in 2005 een deel van het terug te betalen surplus aan kortingen en bonussen aan apothekers heeft kwijtgescholden, maar dat over 2006 en 2007 respectievelijk 1/3 en 2/3 van het surplus aan kortingen en bonussen (na aftrek van kostendekkend tarief) terug betaald zou moeten worden op grond van in het convenant schriftelijk gemaakte afspraken? Klopt het dat het hierbij om een bedrag van euro 112 mln. in 2006 en euro 277 mln. in 2007 gaat en dat u dus euro 389 mln. en niet de in uw antwoord op vraag 5 1) veronderstelde euro 50 mln. zou kunnen terughalen?

Vraag 7
Is het, gezien bovenstaande berekeningen, juist om te stellen dat apothekers over 2006 en 2007 euro 349 mln. aan kortingen en bonussen mogen behouden en over 2008 opnieuw
euro 300 mln.? Zo neen, hoe luiden deze bedragen dan? Zo ja, waarom?

Antwoord 5, 6 en 7
Het Geneesmiddelenconvenant 2005 bevat geen afspraken over een “terug te betalen surplus aan kortingen en bonussen” en er is dus ook geen sprake geweest van het kwijtschelden van een deel hiervan door mijn ambtsvoorganger.
Het Geneesmiddelenconvenant 2006/2007 bevat in overweging f wel een afspraak over het actualiseren van het bedrag aan kortingen en bonussen dat aanvullend zou worden afgeroomd. Overweging f luidt:

“daarnaast hebben VWS, ZN en KNMP gesproken over een verdere afbouw vanaf 1-1-2006 van kortingen en bonussen die apotheekhoudenden al realiseren. Op basis daarvan wordt in 2006 een bedrag van euro 78 mln aan kortingen en bonussen extra afgeroomd. Voor 2007 wordt dit bedrag met vooralsnog euro 78 mln verhoogd. Dit laatste bedrag zal worden geactualiseerd op basis van de uitkomsten van onderzoek van CTG/ZAio en de mate waarin lokale afspraken de hoogte van door apotheekhoudenden gerealiseerde kortingen en bonussen beïnvloeden”

Zoals blijkt uit de tekst van overweging f, geldt de actualisering slechts voor het jaar 2007 en is daarbij rekening gehouden met de lokale afspraken tussen zorgverzekeraars en apotheekhoudenden die de hoogte van door apotheekhoudenden gerealiseerde kortingen en bonussen hebben beïnvloed. Op basis hiervan hebben Zorgverzekeraars Nederland en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie de Nederlandse Zorgautoriteit gezamenlijk verzocht de clawback tijdelijk te verhogen totdat euro 50 mln is opgebracht.

Gezien het bovenstaande en de beantwoording van de vragen 1, 2 en 3 is het niet juist om te stellen dat apothekers over 2006 en 2007 euro 349 mln (bedoeld wordt euro 389 mln - euro 50 mln = euro 339 mln ?) en in 2008 euro 300 mln aan kortingen en bonussen mogen behouden.
Welke bedragen apotheekhoudenden daadwerkelijk zullen hebben ontvangen in 2007 en 2008 kan nu slecht worden geschat. Dat was dan ook precies de reden om de NZa onderzoek te laten doen. Overigens staat een bedrag van euro 340 mln aan kortingen en bonussen inderdaad gelijk aan een premiebedrag per verzekerde van ongeveer ruim euro 20,=.

1) Aanhangsel Handelingen nr. 146, vergaderjaar 2006-2007