Bekendmaking Ridders van de Weg


Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Theo Janssen was één Ridder van de Weg. Nu sta ik tegenover een heel leger. Mannen en vrouwen die hun vak verstaan. Mannen en vrouwen ook, die al jaren schadevrij rijden. Ik ben ontzettend blij met u. En ontzettend trots!

Het is mij een eer dat ik hier vandaag bij mag zijn. In de eerste plaats omdat ik de Ridders van de Weg graag niet alleen een insigne opspeld, maar ook een hart onder de riem steek. In de tweede plaats omdat mij zo de gelegenheid wordt geboden u een paar belangrijke zaken toe te lichten waar u in uw dagelijkse praktijk mee te maken heeft.

Om te beginnen wil ik het met u hebben over het bereikbaarheidsproblemen in ons land – de heer Van Herk refereerde er daarnet terecht aan. Ik ben de eerste om toe te geven dat de situatie kritiek is. En ik ben mij ervan bewust dat de problemen alleen meer groter worden als we niets doen. Maar ik ben geen minister die eventjes op de winkel komt passen. Ik ben een minister die dingen voor elkaar wil krijgen. Ik wil dit land weer in beweging krijgen. En daar mag u mij aan houden.

Tot en met 2012 is er ruim 200 miljoen euro beschikbaar boven op de 10 miljard die er al lag. Met dit geld kunnen we gaan doen wat u belangrijk vindt: wegen bouwen! Deze kabinetsperiode wil ik meer dan tien nieuwe wegen openen en zo’n twintig tracébesluiten nemen. Dat doen we snel en zorgvuldig. Alleen dit jaar al worden er zo’n veertig luchtonderzoeken gedaan zodat we zo snel mogelijk wegen kunnen verbreden.

Op alle trajecten binnen de file top 50 bedenken we oplossingen om de gang er in de houden. Op sommige plekken zijn we al bezig. Dat gaat dus de goede kant uit. Maar laten we helder zijn: met meer asfalt alleen redden we het niet. We moeten creatief zijn. Daarom doen we proeven met dynamische snelheden. Daarom verminderen we het aantal brugopeningen tijdens de spits. En daarom stellen we overal in het land verkeerslichten beter af zodat de doorstroming vlotter verloopt. Het zijn maar een paar voorbeelden. We doen nog veel meer. Want Nederland moet door. Daar zijn we het roerend met elkaar over eens.

En als u mij vraagt: hoe zit het met die A4 door Midden Delfland, dan zeg ik: daar gaan we iets aan doen. Een paar weken geleden heb ik een petitie in ontvangst genomen van VNO-NCW, waarin ik nogmaals werd gewezen op het belang van die weg. Ik heb toen ook gezegd: ik begrijp uw ergernis heel goed. We bakkeleien al 40 jaar over een stukje snelweg van een paar kilometer. Het wordt tijd om knopen door te hakken.

We praten bestuurlijk te lang door zonder besluiten te nemen, en als we een besluit hebben, constateert de Raad van State soms dingen die ertoe leiden dat we de hele procedure weer overnieuw moeten doen. Alle reden om – naast het Urgentieprogramma Randstad waar we op korte termijn de besluitvorming versnellen – ook op korte termijn een commissie in te stellen, die voorstellen doet voor slagvaardiger nemen van besluiten. Het moet eenvoudiger en sneller kunnen zonder aan kwaliteit te verliezen.

Dus flink kappen in de jungle van regeltjes, waarbij we de balans tussen economie en milieu goed in balans houden. Maar waar het om gaat, is dat we voorkomen dat we nog verder in juridisch drijfzand wegzakken.

Ik zal op korte termijn met een herziening van de tracéwet komen, zodat als de Raad van State een fout – of foutjes – in de procedure constateert, we die fouten kunnen herstellen zonder dat de hele procedure overnieuw moet. De zogenaamde bestuurlijke lus. Die ga ik introduceren, en dat kan een gedeelte van de problemen verminderen.

Voor de A4 zal dat jammer genoeg geen effect meer hebben: in dit geval zullen we het moeten doen met de regels zoals ze nu zijn. Maar ik zal er alles aan doen om de zaak juridisch op orde krijg, zodat ik als minister eindelijk een besluit kan gaan nemen. Of het de A4 wordt of toch een verbreding van de A13, daar kan ik gezien de huidige situatie gewoon geen zinnige uitspraak over doen. Ik kan alleen beloven dat ik me voor de volle honderd procent zal inzetten om een oplossing te vinden. En dat zal ik dan ook doen. Ik ben de negende minister op rij die zich met het besluit bezighoudt. En als het aan mij ligt ben ik de laatste. Het besluit gaat er komen. Daar ga ik voor.

Dames en heren,

Iets anders waar ik voor wil gaan, is de veiligheid. Nederland is een van de meest verkeersveilige landen ter wereld. Maar als het gaat om vrachtauto’s, blijft het oppassen. Ik hoef u niet te vertellen wat de risico’s zijn. Ik hoef u ook niet te vertellen dat we met z’n allen keihard bezig zijn vrachtauto’s veiliger te maken. Maar met technische verbeteringen alleen kom je er niet. Veiligheid valt of staat met de man of vrouw achter het stuur. Een goede chauffeur maakt het verschil tussen schade rijden of schadevrij rijden. Ik heb ontzettend veel bewondering voor mensen zoals u, die al in al die jaren geen deukje hebben opgelopen.

En dan heb ik het dus niet over iemand die één keer per week met een boodschappenwagentje naar de supermarkt tuft, maar over een professional die dag in dag uit achter het stuur zit. Als ik zie hoe druk het verkeer is – en onder welke moeilijke omstandigheden chauffeurs soms moeten werken – dan kan ik maar één ding zeggen: petje af! Vrachtwagenchauffeurs zijn in de regel professionals die de verkeersveiligheid een warm hart toedragen. Het aantal ongevallen met vrachtwagens valt dan ook relatief mee. Ze zijn niet vaker bij ongevallen betrokken dan personenauto’s.. En toch wordt het tegendeel vaak beweerd.

Het mag duidelijk zijn: ik ben het dus niet eens met het negatieve beeld dat vaak wordt geschetst. Maar ik besef tegelijkertijd dat er maar één manier mogelijk is om dit beeld te bestrijden: we moeten met elkaar duidelijk blijven maken dat we alles in het werk stellen om het goederenvervoer over de weg zo veilig mogelijk te maken. De chauffeurs, de werkgevers, en de overheid.

Dat het goed gaat met de verkeersveiligheid, is natuurlijk geen reden om zelfvoldaan achterover te leunen. Het kan altijd beter. Het kan altijd veiliger. Dus laten we doorgaan met campagnes zoals de Dode Hoek. En laten we aandacht blijven geven aan het goed afstellen van spiegels, zoals TVM en Rijkswaterstaat doen met de zogenaamde spiegelafstelplaatsen. En laten we doorgaan met het ontwikkelen en toepassen van nieuwe technieken waarmee vrachtauto’s nog veiliger worden. En laten we – niet te vergeten – aandacht blijven besteden aan de opleiding en bijscholing van chauffeurs. Uw kennisniveau zorgt ervoor dat u tot de toppers van Europa behoort en dat moeten we zo houden.

Iets anders waar wij elkaar bij nodig hebben, is het vergroten van de veiligheid op parkeerplaatsen. Diefstal – soms van complete vrachtwagencombinaties – komt steeds vaker voor. En dat is natuurlijk vreselijk. Niet in de laatste plaats voor de chauffeur, voor wie zoiets een ontzettend traumatische ervaring kan zijn. Ik ben bezig met plannen voor de twintig onveiligste parkeerplaatsen van Nederland. Maar dit is natuurlijk geen wondermiddel.

Daarom denk ik ook aan een mix van kleine en grote maatregelen door vervoerders, verladers, chauffeurs en de overheid. De aandacht moet volgens mij vooral uit gaan naar preventie. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als het bedrijfsleven beveiligde parkeerplaatsen gaat exploiteren. Veilige havens waar chauffeurs met een gerust hart de nacht door kunnen brengen. Waar ze van alle gemakken zijn voorzien. Zo’n overnachting kost geld. Maar ik neem aan dat de baas die paar euro graag voor zijn rekening neemt. De baten zijn uiteindelijk namelijk hoger dan de kosten.

Dames en heren,

Ik heb genoeg gezegd. Ik stel voor dat we overgaan tot het moment waar u allemaal zo naar heeft uitgezien: de uitreiking van de decoraties voor de Ridders van de Weg. Mijnheer Bos, mag ik vragen u mij hierbij te assisteren?