Financiële aspecten regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet

In het Algemeen Overleg van 26 september jl. heb ik u toegezegd de Kamer op korte termijn te informeren over de financiële aspecten van de ‘Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet’. Met deze brief geef ik een toelichting op de financiële aspecten van de regeling en van het bestuursakkoord dat ik met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heb gesloten.

Achtergrond

Op 15 juni jl. ben ik gestart met de uitvoering van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is begonnen met het beoordelen van vreemdelingen die reeds bij IND en Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) bekend en als zodanig geregistreerd zijn. Sinds oktober 2007 worden de burgemeestersverklaringen door gemeenten aangeleverd bij de IND. Met behulp van deze verklaringen kunnen vanaf dat moment ook de dossiers worden bezien van het deel van de doelgroep dat uit het zicht van de IND en de DT&V is geraakt. Afgesproken is dat deze verklaringen tot 31 december 2007 bij de IND kunnen worden ingediend. Dit betekent dat naar verwachting eerst kort na de jaarwisseling er meer duidelijkheid zal zijn over de omvang van de doelgroep die in aanmerking komt voor de regeling.

De regeling is conform het Coalitieakkoord gekoppeld aan afspraken met de VNG over huisvesting en integratie van toegelaten personen, alsmede het verlenen van medewerking aan de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000. Deze afspraken zijn op 25 mei 2007 vastgelegd in een bestuursakkoord met de VNG. Over de huisvesting is afgesproken dat personen die een verblijfsstatus ontvangen uiterlijk 2 jaar na toekenning van deze vergunning adequaat worden gehuisvest. Het Rijk en de VNG streven ernaar de huisvesting van vergunninghouders uiterlijk eind 2009 af te ronden. Zoals ik in mijn brief van 25 september j.l. heb aangegeven is er inmiddels een taskforce ingesteld om alle betrokken partijen te begeleiden en te ondersteunen bij het huisvestingsproces.

Financiële aspecten

De financiële consequenties van de regeling volgen uit in het Coalitieakkoord neergelegde keuze om vreemdelingen die onder de oude Vreemdelingenwet asiel hebben aangevraagd, onder in dit akkoord bepaalde voorwaarden een verblijfsvergunning te verlenen. Met het verstrekken van verblijfsvergunningen worden deze personen rechtmatig ingezetenen van Nederland. Als gevolg hiervan kunnen zij aanspraak maken op voorzieningen in onze samenleving zoals dat geldt voor alle rechtmatig ingezetenen. Overigens dient te worden opgemerkt dat ook zonder de regeling een deel van de doelgroep in aanmerking zou zijn gekomen voor een verblijfsvergunning, en daarmee een aanspraak zou hebben gedaan op de voorzieningen.

Kosten

Met inachtneming van de Financiële-verhoudingswet heb ik namens het kabinet met de VNG de volgende afspraken gemaakt over de financiële compensatie van gemeenten door het Rijk:

  • Ter tegemoetkoming van uitvoeringkosten worden gemeenten tot en met eind 2009 voor in totaal euro55 mln. gecompenseerd. In het bestuurlijk overleg met de VNG heb ik afgesproken dat de toekenning van deze financiële tegemoetkoming wordt gekoppeld aan de huisvesting van vergunninghouders door gemeenten. Door het koppelen van de financiële tegemoetkoming aan de taakstelling huisvesting statushouders wordt het streven om de doelgroep snel en adequaat, uiterlijk eind 2009, te huisvesten bevorderd. Het budget van euro55 mln. is niet bestemd voor de dekking van kosten die via wettelijke aanpassingsmechanismen zijn gegarandeerd, zoals algemene bijstand;
  • Ten behoeve van de inburgering van de personen die als gevolg van de regeling een verblijfsvergunning ontvangen, is een eenmalig bedrag van euro60 mln. geraamd, te verdelen over de jaren 2008 en 2009.

Ten behoeve van de uitvoering van de regeling zijn er de volgende posten te onderscheiden:

  • Voor extra kosten voor de uitvoering door de IND is per saldo euro10 mln. begroot, te verdelen over de jaren 2007 en 2008;
  • Daarnaast leidt de regeling tot een lager uitstroomtempo uit de centrale opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) dan was geraamd. De kosten hiervoor zijn begroot op euro204 mln., te verdelen over de jaren 2007, 2008 en 2009.

Dit laat onverlet dat als gevolg van meer inzicht in de omvang en samenstelling van de doelgroep bij de geëigende begrotingsmomenten in de komende periode mutaties kunnen optreden.

Met de VNG heb ik afgesproken om begin 2009 de financiële afspraken in relatie tot de uitvoering van de regeling te evalueren. Mede met het oog op deze evaluatie heb ik mijn diensten opdracht gegeven de voortgang van de uitvoering van de regeling zorgvuldig te monitoren.

Halfjaarlijks zal ik de Kamer verslag doen van de voortgang van de regeling in de Rapportage Vreemdelingenketen. Naast het proces van vergunningverlening door de IND, de burgemeesterverklaringen en het terugkeerproces voor degenen die niet onder de regeling vallen onder regie van de DT&V, zal in de rapportage aandacht worden besteed aan het proces van uitstroom van de doelgroep uit het COA en de huisvesting van statushouders. Daarnaast heb ik uw Kamer toegezegd dat ik u aan het begin van het komende jaar schriftelijk zal informeren over de uitvoering van de regeling, mede omdat naar verwachting op dat moment de omvang van de doelgroep grotendeels bekend zal zijn.

De budgettaire gevolgen van het beroep op algemene bijstand in het kader van de Wet werk en bijstand en huur- en zorgtoeslag zijn onderdeel van het reguliere, wettelijke ramings- en aanpassingsproces. Op dit moment kan er geen concreet beeld worden gegeven van de gevolgen van de regeling voor de mate waarin beroep wordt gedaan op de algemene bijstand. In de registratie van de vreemdelingenketen zijn er geen gegevens beschikbaar omtrent het aanvragen van bijstandsuitkeringen. Daarom bezie ik op dit moment met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de mogelijkheden om binnen de kaders van de huidige systematiek het beroep op algemene bijstand door de doelgroep na te gaan. Hiervoor is een koppeling met gegevens van het Centraal Bureau Statistiek (CBS) nodig die op dit moment niet aanwezig is.

Positieve (financiële) effecten

Naast de genoemde kosten zijn er als gevolg van de regeling ook positieve (financiële) effecten. Zo zijn er allereerst de positieve effecten die direct voortvloeien uit de beëindiging van het project Terugkeer, waarvan een looptijd was voorzien tot medio 2008. Daarnaast heeft de regeling tot gevolg dat het aantal procedures bij IND en rechtbanken wordt beperkt als gevolg van het intrekken van lopende procedures bij aanvaarding van het aanbod van de IND. Begin oktober 2007 zijn ten aanzien van personen die tot de doelgroep van de regeling behoren in totaal ca. 12.000 procedures ingetrokken. Deze procedures hebben enerzijds betrekking op asiel - en reguliere aanvragen (ca. 9.000), en anderzijds op procedures in het kader van beroeps- en hoger beroepsfase (ca 3.000). Bij overige positieve effecten valt onder meer te denken aan een beperktere behoefte aan vreemdelingenbewaringcapaciteit en aan inzet van bijvoorbeeld de Dienst Vervoer en Ondersteuning, de Koninklijke Marechaussee, de Politie, rechtsbijstand en tolken. Dankzij een snelle en efficiënte afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet kan de beschikbare capaciteit binnen de vreemdelingenketen binnenkort weer volledig worden ingezet ten behoeve van de behandeling van aanvragen van vreemdelingen die vallen onder regime van de huidige Vreemdelingenwet. Dit zal verder bijdragen aan een snelle, humane en kostenefficiëntere uitvoering van de huidige Vreemdelingenwet, waarbij de precieze opbrengst zich niet zonder meer laat kwantificeren.

Ten aanzien van de opvangkosten geldt dat in de afgelopen jaren, mede met het oog op de effecten van het project Terugkeer, in de Justitiebegroting rekening is gehouden met een structurele daling van de bezetting van het COA. De prognose is jaarlijks bijgesteld omdat de beoogde daling van de COA bezetting onvoldoende gehaald is. Begin dit jaar verbleven er nog steeds zo’n 14.000 asielzoekers die onder de oude Vreemdelingenwet asiel hadden aangevraagd in de COA-opvang. Het verblijf in de opvang was voor velen van hen van langdurige aard, voor sommigen zelfs 10 jaar of langer. De opvangkosten van een doelgroep van 14.000 asielzoekers bedragen ca euro210 mln. op jaarbasis. Door de uitvoering van de regeling met het bijbehorende huisvestingstraject van vergunninghouders dat uiterlijk eind 2009 zal worden afgerond, zal de structurele daling van de bezetting van het COA gerealiseerd worden, hetgeen een aanzienlijke reductie van het beslag op publieke middelen tot gevolg zal hebben.

Met de uitvoering van de regeling wordt evenzeer een einde gemaakt aan een maatschappelijk probleem. De afgelopen jaren is het niet gelukt het probleem van langdurig verblijvende asielzoekers die onder de oude Vreemdelingwet asiel hebben aangevraagd op te lossen. Begin dit jaar bedroeg het aantal vreemdelingen uit deze doelgroep dat nog steeds in Nederland verbleef, tussen de 25.000 en 30.000 personen, al dan niet in procedure. De regeling zorgt ervoor dat op grond van heldere criteria wordt beoordeeld wie van deze doelgroep alsnog in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Hiermee wordt de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet afgesloten en start de opbouw van de toekomst van de betrokken vreemdelingen.

De Staatssecretaris van Justitie