Regels voor rusttijden rond aanwezigheidsdiensten per 1 februari 2008 aangescherpt

Per 1 februari 2008 gaan deels strengere regels gelden voor rusttijden bij aanwezigheidsdiensten. Deze diensten komen vooral voor in de zorg- en welzijnssector en bij hulpdiensten (zoals ambulance). De aangescherpte regels van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maken deel uit van het Arbeidstijdenbesluit en verschijnen vandaag in het Staatsblad. Betrokken partijen hebben zodoende nog tijd om zich op de nieuwe regels voor te bereiden.

Inkorting van de standaard rusttijd (elf uur) voor en na een aanwezigheidsdienst, mag straks alleen nog als daar een goede reden voor bestaat en collectief wordt afgesproken. Net als nu mag de rusttijd tussen twee diensten maximaal twee keer per week worden ingekort tot eenmaal tien uur en eenmaal acht uur, voordat een volgende dienst begint. Maar beide inkortingen mogen straks niet meer direct achter elkaar worden toegepast en moeten dus worden verspreid over de week. Verder moeten de door inkorting gemiste rusturen direct in de volgende rustperiode worden gecompenseerd.

De aanpassing is nodig door uitspraken van de kantonrechter en het Gerechtshof Arnhem over het aanpassen van dienstroosters bij de Ambulancedienst Gelderland-Zuid. De rechter vond de huidige regels strijdig met de Europese arbeidstijdenrichtlijn en de uitleg daarvan door het Europese Hof van Justitie. Dat bepaalde in het zogeheten Jaegerarrest onder meer dat rustperiodes kunnen worden verkort als daar een goede reden voor is en de daardoor gemiste rusturen direct worden gecompenseerd.