Positie sport in Europees recht moet duidelijker
Het belang en de positie van sport moeten duidelijker terugkomen in het Gemeenschapsrecht. Die gezamenlijke oproep doen Nederland en Frankrijk vandaag aan de Europese sportministers in Lissabon.
Sport
Nederland en Frankrijk vinden dat de positie van sport in het Gemeenschapsrecht op een aantal punten onduidelijk is. Bijvoorbeeld als het gaat om de teamsamenstelling (hoeveel niet-Europeanen zijn toegestaan per team), de opleiding van jonge talenten, de positie van spelersmakelaars, de zekerstelling van sportfinanciering en de mediarechten.
De Europese Commissie heeft de mogelijkheid en de beleidsvrijheid om die duidelijkheid voor de sportbonden te scheppen. Nu ontstaat er pas duidelijkheid als partijen naar de rechter stappen en een gerechtelijke uitspraak is gedaan. 'Die situatie zou moeten veranderen. Een onzeker Europees sportklimaat belemmert een gezonde sportontwikkeling op nationaal niveau’, aldus de bewindslieden van beide landen.
De Europese sportbewindslieden, onder wie staatssecretaris Bussemaker, zijn vandaag in Lissabon bijeen voor een informeel overleg. Belangrijk agendapunt op deze bijeenkomst is het Witboek sport. Hierin beschrijft de Europese Commissie de rol van sport in Europa en probeert ze mensen bewuster te maken van de behoeften en specifieke kenmerken van de sector. Staatssecretaris Bussemaker kreeg veel steun voor haar pleidooi om meer duidelijkheid te krijgen over de specifieke aspecten van de sport en waar de grenzen liggen van de autonomie van sportorganisaties. Verder is vandaag afgesproken dat het Sloveense voorzitterschap begin 2008 verder gaat met het voortbouwen op het Frans-Nederlandse memorandum.